Clubarts FC Twente zoekt patiënten met gescheurde voorste kruisband

Roy Hoogeslag heeft een passie voor knieën. Daarom heeft hij een sportmedische kliniek waarin uitsluitend knieproblemen worden behandeld. En hij is hoofd medische zaken van FC Twente. Opvallend: hij doet onderzoek om een nieuwe methode te ontwikkelen om letsel

Het kniegewricht is een complex gewricht. Blessures aan de knie komen vooral voor bij jonge sporters. Dat zijn mensen die midden in het leven staan, lopen soms ernstig letsel op, en die probeer je er weer bovenop te helpen.” Tot nu toe wordt letsel aan de voorste kruisband behandeld door een reconstructie te maken van een lichaamseigen pees. “Dus dan vervang je een complexe structuur door een pees die alleen maar stevigheid biedt. Met de nieuwe operatietechniek hecht je de kruisband, dat zorgt voor een veel minder grote snee; je spant een draad tussen boven en onderbeen om de krachten van die kruisband af te halen. Patiënten kunnen direct daarna lopen, buigen, strekken; de eerste vijf dagen weliswaar in een brace. Het voordeel is dat de patiënt de eigen structuur van de kruisband houdt en wellicht zelfs een deel van de zenuwuiteinden. En je hebt een kortere revalidatie.” Hoogeslag zoekt ‘vrijwilligers’ voor zijn onderzoek. “Als de uitkomsten van het onderzoek goed zijn, denk ik dat dit binnen vijf jaar een reguliere behandeling wordt.” Hoogeslag kwam als kniedokter ‘natuurlijk’ veel in contact met onder anderen jeugdspelers van FC Twente, en die waren blijkbaar tevreden over hem, want hij werd gevraagd jeugdteams te begeleiden. Niet veel later werd hij hoofd medische zaken. “De meeste dokters denken dat ze overal verstand van hebben, maar dat is natuurlijk niet zo. Daarom heb ik na mijn aantreden een beleidsplan geschreven. Eén van de zaken in dat beleidsplan is de aanstelling van een fulltime sportarts.” Hoogeslag spreekt de taal van de jeugd en hij houdt van de muziek van jonge mensen, hij is een liefhebber van de muziek van Armin van Buuren. Daar kan je wel mee aankomen in de kleedkamer, vermoeden wij… “Ik ben wel eens bij festivals geweest als Sensation en Mysterieland.” En hoe reageerde u op de pillen? Fel: “Nooit genomen.” Staat hij ook bij de uitgang van de kleedkamer voor aanvang van de wedstrijd te ‘high-fiven’’? “Absoluut. Ik ben toch onderdeel van het team. Daarna ga ik op de eretribune zitten en in de rust, loop ik weer naar beneden. De teamarts die de hele week verantwoordelijk is voor de operationele zorg, zit op de bank.”

Gertjan Verbeek staat bekend als een eigengereide trainer die desnoods eigenhandig de kleedkamer verbouwt. “Als ik bij een club vraag wat de doelstelling is van de medische staf, antwoorden ze, ‘geblesseerde spelers zo snel mogelijk terugbrengen’. Dan zeg ik ‘fout’. Een medische staf moet fitte spelers zo fit mogelijk houden en zorgen dat ze niet geblesseerd raken.” Hoogeslag deelt de mening van de trainer: “Precies de reden waarom ik voor de aanstelling van een sportarts heb gepleit.” Verbeek: “Een geblesseerde speler, daar kan ik mijn boterham niet mee verdienen. Zo’n speler vraagt veel aandacht, negatieve energie en dat kan ik niet gebruiken. De geblesseerde speler heeft een ander doel dan de fitte speler.”