‘Een Duitser wil contact met een Duitser’
Ze ging gezellig mee met haar vriendin die haar vriend vergezelde naar de open dag van Saxion. En Saxion bood meer talen aan dan de opleiding in Duitsland, dat was voor Michèle Mais (27) doorslaggevend zich in Nederland in te schrijven voor International Business and Languages Studies.
Ze spreekt vloeiend Duits, Nederlands, Engels en Frans. “In het eerste jaar heb ik ook nog Spaans gedaan.” Bij supermarkt EMTÉ verdiende ze een paar centen bij, maar het leerde haar ook dat ze graag in de ‘food’-sector aan de slag wilde. Ze liep stage bij de Zuivelhoeve waar ze als afstudeeropdracht een exportplan voor de befaamde Heksenkaas schreef. Ze is blij dat ze voor Nederland heeft gekozen: “In Duitsland moet je veel meer zelf doen. Studie is daar vooral zelfstudie in een collegezaal met driehonderd mensen, hier zit je in een klas met 28 mensen. Hier kun je gewoon een vraag stellen als je iets niet begrepen hebt en dan legt de docent het nog een keer uit. In Duitsland moet je het maar gewoon zelf opzoeken.”
Toen ze afgestudeerd was, heeft ze aan veel ‘food’-bedrijven in Twente een open sollicitatiebrief gestuurd. “Voedsel is altijd iets persoonlijks, het is voor mij ook de belangrijkste vraag van de dag: wat eten we vandaag? Maar een baan vinden was nog niet zo gemakkelijk, daarom ging ze aan de slag bij Toppoint in Bergentheim. “De opleiding die ik gedaan heb is heel breed, je kunt verkopen, je leert productmanagement, vertalen, administratief werk, buitenlandse communicatie, rechten, je kunt alles een beetje.” Zwanenberg Food Group bood in augustus vorig jaar soelaas. “Ik ben nu officieel de productmanager, maar ik ben eigenlijk ook in de businessunit Duitsland actief. Wij vormen een team met zijn vieren, Maarten Elzinga is business-unitmanager, directeur fresh food. We proberen de Zwanenberg-snacks te verkopen op de Duitse markt.” Het is voor een vleesbedrijf moeilijk om op de Duitse markt te infiltreren. Nederlanders frituren alles in de ogen van de Duitsers, die ook geen voedsel willen met kunstmatige toevoegingen, conserveringsmiddelen of kleurstoffen. “Daarom hebben we voor Duitsland nieuwe recepturen bedacht of aangepast.” De communicatie met de Duitsers is in elk geval flink verbeterd, er lagen conceptbriefjes bij de telefoon voor gesprekken…. Dat was niet al te best, laat Michèle Mais blijken. “Een Duitser wil graag contact hebben met een Duitser, dat merk je gewoon.”
Zelf is ze behoorlijk vernederlandst. “Ik merkte dat pas nog op een feestje, hier wordt veel gekust en geknuffeld. Dat doen Duitsers niet, mensen zijn veel terughoudender, hand schudden en meer niet. Ook met kleding. Ik had van de zomer bonte kleding met van die neonkleurtjes aan. De anderen waren allemaal in zwart, donkerblauw, bruin…” “Ik vind Nederland gewoon gezellig, ik heb hier bij Zwanenberg echt mijn plek gevonden. Wat anders is? In Duitsland geldt: afspraak is afspraak, hier is het soms zo van ‘joa, dat doen we wel even, komt wel goed’. Ik ben iemand die zich wel van tevoren druk maakt om wat gaat gebeuren. Ja, ze hebben ook aan mij moeten wennen. Ze vinden me streng…” Haar toekomst? “Ik kan in Nederland en Duitsland wel uit de voeten, ik red me overal wel.”
Nog geen reacties