Daniel Schwanekamp begrijpt wel dat Saxion populair is bij Duitse studenten
De liefde voor een vrouw (en de taal) bracht hem in Nederland, een stage bij een advocatenkantoor in Den Haag. Na zijn studie rechten ging hij werken bij de Fachhochschule in Osnabrück , “voor een wetenschappelijk project dat in samenwerking met de Academie Bestuur, Recht & Ruimte van Saxion was opgezet.” Zijn kennis van het Nederlands was zijn ‘unique selling point’. Daniel Schwanekamp (37) werkt inmiddels al weer acht jaar bij Saxion.
Saxion kon hem goed gebruiken toen de hogeschool een Euregionaal georiënteerde opleiding HBO Rechten wilde optuigen. Uniek in Nederland. In de opleiding is er aandacht voor grensoverschrijdende activiteiten. De Euregio oost Nederland/Münsterland is de eerste Euregio die na de oorlog werd gesticht. “Naar mijn mening is de samenwerking echt een succesverhaal. Voor Nederland is Duitsland de belangrijkste zakenpartner, voor de deelstaat Nordrhein Westfalen is dat omgekeerd Nederland. In deze regio gaan 20.000 mensen elke dag de grens over.” Schwanekamp spreek perfect Nederlands. “Dat komt door mijn affiniteit met Nederland, in de hersenen werken het talencentrum en het emotiecentrum hecht met elkaar samen. Dus als je een taal wilt leren, moet je eigenlijk ook van die taal houden.” Nederland is meer resultaatgericht, noemt hij als voornaamste verschil. “In Duitsland pakken we zaken meer procesmatig aan. In Nederland zeggen ze: daar willen we naar toe, de regels passen we achteraf wel aan. In Duitsland zijn regels regels en als dat niet werkt, passen we eerst de regels aan. Nee, gedogen zit niet in de Duitse natuur.”
Daniel Schwanekamp was een aantal jaren de zogeheten ‘aandachtsfunctionaris voor Duitse studenten’. “ Voor deze academie was er minder interesse van Duitse studenten, want de studies zijn toch vooral op de Nederlandse arbeidsmarkt gericht. Andere opleidingen zoals International Business en Languages trekken heel veel Duitse studenten.” Inmiddels werkt Schwanekamp bij de Sociaal Juridische Dienstverlening van Saxion in Deventer. (“Ik heb mij doorontwikkeld”) en dat was zo in Duitsland niet mogelijk geweest. Hier heb ik meer kansen voor mijn persoonlijke ontwikkeling.” Hij zal vermoedelijk niet snel terug keren naar Duitsland. “Dan zal ik eerst een doctor moeten worden, voordat je een professor kunt worden. Maar dat past niet bij mijn wezen. Of ik word daar ‘Lehrbeauftragter’, een ingehuurde docent…” Hij begrijpt de studenten die voor Nederland kiezen. “Het is natuurlijk allereerst de vraag: wat wil je? In Nederland zijn de klassen kleiner. Het contact met de docent is daardoor beter, je krijgt veel meer begeleiding.” Qua studiekosten was het vroeger sterk afhankelijk uit welke deelstaat de Duitse student afkomstig was, maar tegenwoordig is in alle Duitse deelstaten het collegegeld afgeschaft. In Nederland duurt de studie een jaar langer (vier jaar) als gevolg van een langere stage.
Naast het meer resultaatgerichte studeren, kleinere klassen noemt Schwanekamp ook de individualiteit van de maatschappij als groot verschil. “Ik zeg niet dat Duitsland een collectivistische maatschappij is, maar in vergelijking vind ik dat het individu in Nederland nog belangrijker wordt geacht dan in Duitsland. De Nederlander vindt zich als individu ook altijd heel sterk en waardevol in de zin van, ‘ok, ook al heb je meer macht, ik zeg toch jij tegen jou omdat wij gewoon twee mensen zijn’. In Duitsland is een leidinggevende in de hiërarchie hoger.” “Artikel 1 van de Nederlandse grondwet betreft het gelijkheidsbeginsel. In Duitsland beschrijft artikel 1 dat de waarde van de mens onaantastbaar is. En dat is ook wel logisch vanuit het verleden.” Slechte ervaringen in Nederland heeft hij nauwelijks meegemaakt. “Terwijl ik zelfs zo dom ben geweest om met een Duitse voetbalsjaal in een Haags café voetbal te gaan kijken, dat was tijdens de WK 2006, ik had toen geen televisie op mijn kamer. Af en toe keek iemand een beetje raar naar me.”
Nog geen reacties