Subsidiedirecteur wordt succesvol ondernemer in podiumkunsten
Pieter Prick, voormalig directeur van het Orkest van het Oosten, bedruipt zichzelf nu met Pioneers in Culture.
Pieter Prick was negen jaar lang algemeen directeur van het Orkest van het Oosten dat nu Nederlands Symfonie Orkest heet. In 2005 stapte hij op omdat hij als gevolg van de bezuinigingen een weinig florissante toekomst voor het orkest voorzag. Opvallende volgende stap: hij ging commercieel met Pioneers in Culture, dat produceert, presenteert en adviseert in podiumkunsten. Maar de eerste jaren deed hij vooral ad interim-klussen. Prick (62) kijkt inmiddels met andere ogen naar cultuur en subsidies.
Dankzij zijn goede naam en netwerk heeft hij over werk niet echt te klagen. “Ik organiseer veel concerten voor in de huiskamer maar ook grote symfonische producties op de Nederlandse concertpodia. Dat zijn vaak besloten concerten voor opdrachtgevers die iets te vieren hebben of een netwerkmoment op niveau willen hebben. Hier in Twente verzorgen we onder meer het jaarlijkse midzomerconcert voor IAA Architecten en we hebben ook diverse producties gemaakt voor de Saxion Hogeschool.” Een opdracht van het Rotterdams Filharmonisch Orkest leidde tot een tijdelijke benoeming (voor zover je 2,5 jaar als tijdelijk kunt omschrijven) als artistiek leider van het orkest. Als zakelijk leider kon hij vervolgens een jaar aan de bak bij The Amsterdam Baroque Orchestra & Choir (van Ton Koopman) en daarna nog een jaartje (als artistiek leider dit keer weer) van het Radio Filharmonisch Orkest in Hilversum, waar zijn goede vriend Jaap van Zweden toen nog chef-dirigent was. Na deze interim-klussen hoefde hij zijn ondernemerschap pas een jaar of twee geleden echt aan te spreken.
Ik wil ook benadrukken dat ik helemaal niet neerkijk op musici als André Rieu
Bank Nederlandse Gemeenten.
Hij haalde een paar leuke opdrachten binnen, zoals een eigen symfonische serie onder de naam Klassiek op de Kop in het Nieuwe Luxor Theater in Rotterdam. “Ik organiseer daar jaarlijks een aantal concerten die licht klassiek van aard zijn om daarmee de musicalliefhebber te gaan binden aan de klassieke muziek.” Ook kreeg hij de opdracht om in een driejarig project het eeuwfeest van de Bank Nederlandse Gemeenten en het 50-jarig jubileum van het Cultuurfonds van de Bank Nederlandse Gemeenten vorm te geven en uit te werken. “Het is heel leuk om eigen initiatief te ontplooien, want dan zie je dat er ongelooflijk veel werk ook voorhanden is en dat je eigenlijk niet zo afhankelijk bent van de overheidssubsidies.” Hij is nota bene om de bezuinigingen vertrokken als directeur… Prick zit nu deels in de wereld van het grote geld. Waar kwaliteit vele malen belangrijker is dan geld. “Nee, de eerste vraag die de Bank Nederlandse Gemeenten stelde aan mij was niet hoeveel het project zou gaan kosten.” Ook ABN AMRO had nog wel een potje liggen om het traditionele Nieuwsconcert in het Muziektheater in Enschede te sponsoren. “Juist wanneer de economie in een recessie verkeert, zou je juist dit soort zaken moeten oppakken. Wat wij doen is een mooie ambiance scheppen, min of meer aangeharkt door de klassieke muziekwereld, maar we gaan ook in cross-overs en zorgen ervoor dat er een netwerkmoment ontstaat waar je in een goede sfeer en met goede kwaliteit met elkaar in conversatie kunt.” En dan als een soort van opluchting: “Dit had ik veel eerder moeten doen.”
André Rieu.
Het blijft een paradox: zelfstandig ondernemer voor de podiumkunsten versus de directeur van het zwaar gesubsidieerde orkest. Geen tijd (en omzet) om neer te kijken op Thomas Berge, Jan Smit of musicals. Creativiteit en innovatie op het podium, daar moet hij het wellicht meer dan vroeger van hebben. “Nee, dat is niet helemaal waar. Ook in mijn tijd als directeur van het orkest waren we heel creatief. Ik stelde zelf alle programma’s samen. Elk project dat wij bedachten, kwam uit mijn koker. Overigens, mijn werk eerder bij de AVRO was ook heel creatief. Ik was programmamaker en op dit moment doe ik eigenlijk exact hetzelfde, alleen binnen het kader van mijn bedrijf: het bedenken van prachtige modules, prachtige programma’s voor mensen die inderdaad ergens naar toe willen werken in een bepaald concept. En ik wil ook benadrukken dat ik helemaal niet neerkijk op musici als André Rieu. Ik vind het fantastisch wat hij gedaan heeft. Het is niet mijn genre, dat is wat anders, maar ik vind dat hij een bedrijf heeft opgezet dat klinkt als een klok en dat uitermate goed wordt gemanaged. Wat wij in dat nieuwe Luxor Theater in Rotterdam gaan doen is min of meer ‘Andre Rieu’. Ik vertegenwoordig onder meer een ensemble uit Polen dat bewerkingen van musicals speelt, maar ook een Weens programma rondom kerst en oudjaar. Ze zijn alleen goedkoper dan Rieu.”
Dat er nu een frisse wind waait door het culturele landschap, is een zegen
Berdien Stenberg.
De klant bepaalt. En dat is toch wennen, want vroeger bepaalde Prick wat we te horen en te zien kregen en wat goed voor ons is. Als ik Berdien Stenberg wil op mijn feestje, gaat Prick het regelen. “Ik heb met haar gestudeerd aan het conservatorium in Den Haag.” Ze is gelukkig de politiek ingegaan. “Ja, gelukkig wel,” flapt Prick eruit. Als hij nu toch zo eerlijk is: de orkestmusici zijn toch geen kunstenaars maar CAO-zeikers? “Ik vind dat er wel een soort van vervetting heeft plaatsgevonden. De CAO’s waren niet bepaald de mooie dragers om iets kunstzinnigs te gaan doen. Daar heb ik het nodige van meegemaakt. Maar ik vind ook dat het Orkest van het Oosten prachtig presteert, om in dezelfde termen te blijven, boven de CAO. Beter nog dan andere orkesten in Nederland. Maar die CAO is ons wel gaan opbreken. En dat er nu een frisse wind waait door het culturele landschap, is een zegen. Ik juich niet alles toe, er worden ook nodeloos fantastische organisaties weggesaneerd. Denk aan de Nationale Reisopera. Het is vreselijk jammer dat met een geweldig operahuis in Enschede dit bedrijf naar de knoppen gaat. Dan denk ik: dat is eigenlijk een grammetje te veel.” Saillant detail, Prick gedijt ook deels dankzij de bezuinigingen. Orkesten worden opgeheven, moeten fuseren. “Ik ben met Carr. in Amsterdam in gesprek hoe we het wegvallen van orkesten kunnen opvangen. Ik vertegenwoordig een aantal interessante Duitse orkesten van topniveau die we zo naar Nederland kunnen halen.”
Muziekkwartier.
Een volgende paradoxale situatie. De CAO-musici van de wegbezuinigde orkesten staan nu bij hem op de stoep voor werk. “Als ze goed zijn en ze brengen ook kwaliteit mee, dan mogen ze wat mij betreft komen want dan gaan we daar inderdaad een soort partnerrol van maken.” Na het vertrek van Prick is er in Enschede een fantastisch Muziekkwartier ontstaan. “Het is natuurlijk een geweldig huis waar je prachtige dingen kunt doen. Maar het kan ook een financi.le molensteen zijn. Het is een ‘hell of a job’ om dat goed te managen. Ik heb groot respect voor de mensen die op dit moment aan het roer staan om tegen alle stromen in dat zaakje financieel overeind te houden. Dat is bepaald niet gemakkelijk. Nee, dat is geen zurigheid van mij, eerder bijval. Alleen werkt de nieuwe lichting mensen in een andere tijd dan toen ik er werkte. Toen wij hier met Jaap van Zweden begonnen, hervond het orkest zich, er ontstond een soort versnelling in het orkest met geweldige successen waar wij dankbaar van hebben geprofiteerd.” En het bloed kruipt waar het niet gaan kan: wellicht gaat hij weer voor het Muziekkwartier aan de slag. “Ik heb mevrouw Hartman (directeur van het Muziekkwartier) met enige regelmaat de afgelopen week aan de lijn gehad. Nee, zij nam contact op met mij. We zijn aan het aftasten wat we voor elkaar kunnen betekenen. Of ik überhaupt wat voor het Muziekkwartier ga doen, weet ik niet.” De ouwe ‘subsidiedirecteur’ in hem bestaat nog wel: “Ik vind dat het Muziekkwartier het hele veld moet bestrijken. Dus niet alleen Youp van ’t Hek, maar je zou bijvoorbeeld ook het Koninklijk Concertgebouworkest hier naar toe moeten kunnen halen of een paar heel mooie strijkkwartetten. Ik vind dat mensen daar recht op hebben. Dat betekent niet dat het gemakkelijk is, het is steeds moeilijker geworden. Kijk, in de jaren tachtig is de muziekles op de lagere school afgeschaft. We worden nu geconfronteerd met een generatie beleidsmakers die in feite nooit een muzikale opleiding hebben gehad; ze hebben de muzikale taal niet leren spreken. Dat betekent een ‘hell of a job’ als je wilt uitleggen hoe belangrijk het is om kunst en cultuur te brengen voor een breed publiek, waaraan de mensen zich bij wijze van spreken kunnen laven.”
Pioneers in Culture is ook manager/zaakwaarnemer van onder meer Zapp4 (dat zichzelf het meest groving strijkkwartet van Europa noemt), het Apollo Ensemble (tegenhanger van The Amsterdam Baroque Orchestra van Ton Koopman), het Duitse ensemble Spark dat onlangs werd onderscheiden met de Duitse Musikpreis 2011 en de Neue Philharmonie Westfalen (met 130 musici één van de grootste Symfonieorkesten van Duitsland) en The Philharmonic Orchestra of Europe.
Nog geen reacties