Oud-profvoetballer Martijn Pothoven ‘verdedigt’ nu Deventrade
Marthijn Pothoven voert, met zijn twee broers, de directie over het succesvolle sportkledingbedrijf Deventrade.
Zijn vader kocht restpartijen op van onder meer Puma en Adidas en verdiende daar een goede boterham mee. Maar hij en zijn drie zonen wilden meer. Het werd Deventrade, een verzameling van verschillende merken die ontwikkeld en op grote schaal verkocht worden aan vooral teamsporters en sportverenigingen. Het gaat nu zo goed dat Deventrade opnieuw verhuist naar een nieuw pand, vlakbij de A1. Marthijn Pothoven, een van die drie nazaten dus, speelde ooit betaald voetbal bij Go Ahead Eagles en weet dus hoe belangrijk een lekker zittend, goed uitziend shirtje moet zijn.
We hebben een goede boterham via de detaillist en die houden we graag in ere
Deventrade is eigenaar van een aantal merken of licentiehouder, zoals Hummel, Stanno en Reece. “We focussen ons op handbal, volleybal, honkbal, hockey en voetbal. Vooral kleding, maar we zijn met Derbystar marktleider in ballen. We hebben de eredivisie, de eerste divisie, topklasse, de vrouwendivisie onder contract. In het hockey zijn we met de kleding van Reece marktleider; daarom kijken we nu ook stiekem naar sticks, ballen en alles wat bij een teamsport komt kijken.” Ook fitness (hoewel geen teamsport) is interessant voor Pothoven. “Meer dan een miljoen mensen in Nederland fitnessen…” Hummel was het merk waarvan pa John Pothoven in de jaren negentig licentiehouder werd. “Dat betekent dat we alles doen, van het bedenken van het product tot de verkoop. Wij verkopen het aan de detaillist en de detaillist verkoopt aan de vereniging of de consument.” Dat betekent dus dat shirts van Hummel in de Benelux nergens anders te koop zijn. Hummel kijkt mee, houdt de kwaliteit in de gaten en krijgt aan het einde van het jaar een percentage van de omzet. Die werkwijze heeft Hummel en de familie Pothoven geen windeieren gelegd. “Het klinkt gemakkelijk, maar Hummel werkt de laatste jaren steeds minder met licentiehouders en richt juist veel dochterbedrijven op, omdat gebleken is dat het ontwikkelen, vervaardigen en verkopen van artikelen niet zo gemakkelijk is. Wij hebben daar vijftien jaar geleden ons vak van gemaakt. Het blijkt vooral een ingewikkeld logistiek proces.”
FC Twente.
Dat bleek inderdaad dit seizoen bij FC Twente dat een lucratief contract tekende met Burrda, maar dat bleek niet of nauwelijks te kunnen leveren. In de fanshop kon geen shirt gekocht worden en ook de spelers werden gemaand niet te ruilen met tegenstanders. Pothoven heeft ‘geholpen’: “We hebben de ballen en trainingspakken geleverd.” Maar de replica’s, dat is de grote handel. Althans in bijvoorbeeld Engeland waar de supporters aan het begin van elk seizoen en masse het nieuwe shirt van hun favoriete club kopen. En daarom betalen grote merken als Adidas en Nike grif grote sommen geld om zich aan een club te verbinden. Dat is in Nederland minder interessant, weet Pothoven die alleen in de Jupiler League clubs als Go Ahead Eagles en AGOVV voor Hummel heeft binnengehaald. Hummel, zo maakt Pothoven duidelijk, is niet voornemens zich bij grote clubs in te kopen. “Het is niet ons doel om een club te sponsoren. Wij willen shirts verkopen. Een individuele sporter reageert beter op sponsoring dan een team. Piet Veldhuijzen van Vitesse staat bij ons onder contract met het merk Stanno, dan zie je wel dat amateurkeerpers zich aan hem spiegelen. Een voorzitter van een amateurvereniging kijkt niet zozeer naar een betaalde club. Die wil gewoon mooie shirts voor een goede prijs. Overigens zijn we wel met een paar clubs in de eredivisie in gesprek. Nee, ik noem geen namen. Maar voor de verkoop van replica’s hoef je het niet te doen bij de meeste clubs. Alleen bij Ajax en Feijenoord loopt dat goed. Wij verkochten vorig seizoen bij ADO Den Haag ,wat best een redelijke club is qua merchandising, nog geen drieduizend shirts.” Marthijn Pothoven verdedigde zelf een aantal jaren het geelrood van Go Ahead, dat een gezonde afkeer had van clubs als Zwolle en FC Twente waar hij nu zaken mee doet. “Ik heb nooit haatgevoelens tegen andere clubs gehad.”
Wij hebben met de sport niet de enorme pieken in de hoogtij en de enorme dalen tijden een recessie
Detaillist.
Met Hummel, Reece en Select in een fraaie ontvangstruimte probeert Pothoven de sportverenigingen enthousiast te maken, maar de verkoop loopt altijd via de sportwinkel in het dorp of stad. “Als wij goed voor de detaillist zorgen, door goede spullen en vooral op tijd te leveren, zijn ze natuurlijk erg geneigd om onze
catalogus aan die amateurvereniging voor te leggen.” Als Pothoven de lucratieve verenigingen (qua volumes) zelf zou leveren, heeft de detaillist geen enkele interesse meer Hummel te verkopen. “We hebben een goede boterham via de detaillist en die houden we graag in ere. Daarbij komt dat we ook liever factureren aan de detaillist dan aan de amateurvereniging.”
Nieuw pand.
Hoewel Pothoven absoluut niet over geld, omzet, laat staan rendement wil praten, is het wel duidelijk dat het Deventrade (ook in deze tijd van recessie) voor de wind gaat. “We hebben wel wat geld verdiend, ja. Maar dat moet ook, want we willen opnieuw investeren.” Zo’n acht jaar geleden werd een (eigen) pand achter Akzo in Deventer in gebruik genomen, het was al snel te klein, elders in de stad moesten extra magazijnen worden gehuurd. Een verhuizing naar een nieuw, groter (en ook weer eigen) pand vlak bij de afrit aan de A1 (dat qua stijl wat doet denken aan het pand van Sandd in Apeldoorn, op hoge poten) is aanstaande. “Een mooiere tijd om te investeren is er eigenlijk niet. Wij hebben met de sport niet de enorme pieken in de hoogtij en we hebben niet de enorme dalen tijden een recessie. Een zwarte voetbalbroek is over vijf jaar nog steeds een zwarte voetbalbroek, dus het is voor ons wat gemakkelijker op voorraad leggen dan enorme modegevoelige artikelen.” Dat Deventrade een miljoenenomzet heeft, blijkt wel uit het feit dat er zo’n zestig mensen bij het bedrijf werken. “In het hoogseizoen huren we nog een man of 25 extra in voor het magazijn.” De groei is te danken aan de sterke uitbreiding in het buitenland, met name Duitsland, Engeland en Zweden.
Wasmachines.
Bij Deventrade houden ze de mode natuurlijk wel nauwlettend in de gaten, broer Mark-Jan Pothoven doet bij wijze van spreken niets anders dan overal ter wereld ‘trendshoppen’. “En daar halen wij onze inspiratie vandaan.” De kleding wordt voor een groot deel in Azi. vervaardigd. Waar kwaliteit een ander begrip is dan in Nederland. “Dat lossen we op met heel veel controles.” En dat gaat ver. “Onze wasmachines draaien overuren. Ja, we wassen alles, we meten alles na. Elke zending, elke kleur, elke maat. Een voetbalbroekje
heeft ongeveer vijf, zes zendingen per jaar maal zes kleuren, maal zes broekjes, maal acht maten. En dan heb je het alleen nog maar over de voetbalbroekjes, Het is veel handwerk, maar het kan niet anders.”
Go Ahead Eagles.
Zoals al gememoreerd is Pothoven oud-speler van Go Ahead. Maar het verleidde hem niet een paar jaar geleden om net als Paul Bosvelt en Marc Overmars de club de helpende (financi.le) hand toe te steken. “Wij zijn kledingsponsor van Go Ahead. En ik vind dat als je iets doet, je het met volle ziel en zaligheid moet doen.” Vader John bemoeide zich in vroeger jaren nadrukkelijk met het beleid van de club (in de tijd dat zijn zoon Marthijn daar speelde). “Die tijd is geweest, ik doe dat niet.”
Nog geen reacties