Koopmans Bouwgroep is witte raaf onder de bouwbedrijven
Hans Smit, directeur van Koopmans Bouwgroep in Enschede: “Ik mag zelf beslissen wat ik doe, waar ik het doe en hoe ik het doe.”
Koopmans Bouwgroep
Koopmans Bouwgroep uit Enschede lijkt de crisis zonder al te veel kleerscheuren door te komen. Terwijl veel bouwbedrijven verlies draaien of zelfs omvallen, schrijft Koopmans nog altijd zwarte cijfers. Directeur Hans Smit: “We innoveren, proberen met nieuwe technieken slimmer te bouwen. Hoe kunnen we met behoud van rendement goedkoper bouwen? Slimmere materialen, slimmere logistiek op de bouw, veel meer prefabriceren. Daarin investeren we heel veel geld.
De omzet daalt dit jaar van 170 naar 150 miljoen maar de winst bedraagt nog altijd 2,5 procent
Het hoofdkantoor van Koopmans Bouwgroep aan de Marssteden in Enschede is momenteel het domein van bouwvakkers. Het pand wordt van binnen grondig verbouwd, volgens de principes van het nieuwe werken. Aparte kantoren maken plaats voor flexibele werkplekken. Koopmans speelt zo niet alleen in op de toekomst maar maakt tegelijk ook van de nood een deugd. De ‘eigen’ opdracht compenseert enigszins de terugval in orders vanuit de markt. Dankzij de onbuigzame houding van Deventer zit Koopmans überhaupt nog in Enschede. De vestigingen in Utrecht, Emmeloord, Apeldoorn en Enschede zouden worden geconcentreerd. “We hadden ons kantoor in Enschede al verkocht, onder een klein voorbehoud. Dat had ik gelukkig nog ingebouwd. Toen liet de gemeente Deventer weten dat we geen nieuw kantoor mochten bouwen; ‘we hebben al genoeg kantoren’ zeiden ze daar. Toen zeiden wij ‘als dat niet kan, blijven we in Enschede’.” Dat is toch werkgelegenheid voor 80 man… En volgend jaar komt er nog veertig man bij.
Reorganisatie.
De afgelopen jaren heeft Koopmans Bouwgroep de effecten van de crisis redelijk op kunnen vangen. Vanwege de terugloop in orders is de werkgelegenheid bij het bedrijf de afgelopen vier jaren wel gedaald van 400 naar 320; de meeste werknemers zijn op natuurlijke wijze afgevloeid. “We hebben met de ondernemingsraad een regeling kunnen treffen voor werknemers van 59 jaar en ouder. De vakbonden zijn er wel bij betrokken geweest; die zijn heel tevreden met de manier zoals wij dat deden.” Belangrijk is dat Koopmans Bouwgroep nog altijd zwarte cijfers schrijft. “De omzet daalt dit jaar van 170 naar 150 miljoen maar de winst bedraagt nog altijd 2,5 procent,” geeft directeur Hans Smit aan. “We hebben in de afgelopen jaren tussen de vier en zes procent kunnen verdienen, netto.” Smit ziet de organisatiestructuur van Koopmans Bouwgroep als een voordeel. Koopmans is in 2002 overgenomen door TBI uit Rotterdam. “Een beursgenoteerde onderneming moet voldoen aan rendementen die aandeelhouders eisen. Wij zijn eigenlijk een risicomijdend concern. Doordat we de winsten grotendeels kunnen toevoegen aan ons eigen vermogen zijn we niet afhankelijk van banken. Dat maakt ons uitzonderlijk. Het is ons lang verweten dat wij een saai bedrijf zouden zijn omdat wij niks met dat geld deden. Nu vinden we het wel heel belangrijk dat wij dat geld op de bank hebben staan en dat wij, onafhankelijk van banken, kunnen werken. En dat betekent ook dat we financieren, dat we ons eigen onroerend goed kunnen financieren.”
Groothuis.
Waarom de interesse in de failliete inboedel van Groothuis in Harbrinkhoek? Smit ziet wel degelijk een toevoegde waarde: “Koopmans Bouwgroep doet over het algemeen grootschalige woningbouw vanaf twintig woningen met veel projecten in den lande, kantoren, provinciehuizen, dat soort zaken. Maar een villa bouwen, twee onder één kap-woningen, een rijtje van vijf of zes woningen, dat deden wij nog niet. En dat is een nichemarkt die we nu ook kunnen bedienen.” Koopmans kan en wil zich onder TBI-vlag nog steeds als een Twents bouwbedrijf afficheren en dat geeft het bedrijf een streepje voor bij opdrachtgevers in het westen, weet hij: “Qua mentaliteit lopen bouwbedrijven uit Twente een stapje harder. Als onze bouwvakkers om zes uur ’s ochtends in de Randstad moeten beginnen, dan zijn ze er ook. Omgekeerd is dat ondenkbaar.” Toch zal de rol van de bouwer veranderen, denkt Smit. Hij voorziet dat ze niet alleen nog bouwen, maar meer als intermediair in vastgoed optreden die partijen bij elkaar brengt (financiering, onderhoud, garantie op levensduur). En willen bouwbedrijven toekomst houden, dan zullen nieuwe typen woningen moeten worden bedacht. “Als bewoners ouder worden, moeten de woningen gemakkelijk worden aangepast. Veel onderdelen worden prefab in de fabriek, vaak met behulp van de computer, in elkaar gezet. Een belangrijk voordeel is het terugdringen van de faalkosten, die in de bouw nog altijd hoog zijn. Ook kunnen reiskosten en negatieve weersinvloeden beperkt worden. De Nederlandse baksteencultuur blijft, maar voor de rest zal het vooral prefab zijn.” Voordeel voor de klant is dat een woning nog meer volgens eigen wensen samengesteld kan worden. “Zoals je een auto of schoenen uitkiest op basis van kleur en model, zo stel je thuis op de bank ook je woning samen,” zegt Smit.
TBI (met het hoofdkantoor in Rotterdam) is een netwerk van 27 ondernemingen die actief zijn in de sectoren vastgoed, bouw en techniek. Saillant detail is dat TBI tijdens een van de vorige crises (begin jaren tachtig) is ontstaan uit de ondergang van het Ogem/Bredero-concern. “Er is toen in overleg tussen de toenmalige directie en het ministerie van Economische Zaken besloten de gezonden bedrijven onder te brengen in TBI, met een stichting als aandeelhouder.” Dat is een succes gebleken; in 2011 telde het bedrijf 8.253 medewerkers die samen voor een omzet zorgden van 2,1 miljard. Gemeten naar bedrijfsopbrengsten is TBI het tweede techniekconcern en het vierde bouwconcern in Nederland. Een van de ideële doelen van de stichting is dat kinderen van medewerkers studiefinanciering krijgen van het bedrijf. “Ik ben zelf zoon van een aannemer. Ik vind een eigen bedrijf heel mooi, maar ik heb nu een eigen bedrijf zonder aandelen. Toch mag ik wel opereren als zijnde een eigen bedrijf, omdat ons bestuursmodel het toelaat dat ik zelf mag beslissen wat ik doe, waar ik het doe en hoe ik het doe.”
Nog geen reacties