‘Je moet niet alleen integer zijn, je moet kunnen bewijzen dat je integer bent’
Mazars-partner Herman Köster is een gemankeerde ondernemer
Herman Köster van Mazars wil groeien. “Als wij onze medewerkers willen houden, moeten we ze voldoende carrièremogelijkheden kunnen bieden en daarvoor heb je een zekere schaalgrootte nodig.”
Accountants zijn niet meer sexy, mensen voor wie je niet meer automatisch je hoed afneemt. Dat is een gevolg van de grote boekhoudaffaires bij onder meer Enron en Ahold. Die leerden dat sommige accountants hun handtekening zetten onder de cijfertjes om hun goed bezoldigde advieswerk niet in gevaar te brengen. Het vertrouwen moet nu terugverdiend worden. Controle op controle, en dat gebeurt vanaf 1 oktober niet langer uitsluitend door de eigen brancheorganisatie, het Nederlandse Instituut van Registeraccountants, maar onder toezicht van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) van Arthur Dockters van Leeuwen die toch niet de politiek in gaat. Een van de aangestelde Nivra-toetsers is Herman Köster, directeur en partner van Mazars in Twente. “Vroeger zag men ons als saaie boekhouders, maar wij blijken gewoon mensen van vlees en bloed te zijn.”
Het hoofdkantoor van Mazars in de regio is ondergebracht is een saai bedrijfsverzamelgebouw aan de Hengelosestraat in Enschede. De andere Twentse vestigingen staan in Goor en Rijssen waar Mazars eigenlijk groot is geworden dankzij klanten als Herman en Freddy Nijhof en bouwer Tijhuis. In het grote geweld van de grote vier (KPMG, Deloitte, PriceWaterHouseCoopers en Ernst&Young) sneeuwt Mazars in Nederland helemaal onder. Ook al is het bedrijf wellicht bekender onder de oude naam Paardekooper&Hoffmann, dat in 2000 fuseerde met het Franse bedrijf. Mazars is het op vijf na grootste accountantsbedrijf in Nederland, in Twente willen ze doorgroeien, daarom is per 1 januari van dit jaar BakxRombouts overgenomen.
Gemankeerde ondernemer
Herman Köster (51) is een gemankeerde ondernemer en daarom stapte hij in 1984 over van Moret&Limpburg (een van de voorlopers van Ernst&Young,) naar Mazars; tien jaar later, in 1994, werd hij partner. “Ik heb iets met ondernemers, met familiebedrijven. Ik hoorde Hennie van der Most pas bij jou in het programma vertellen over oppasondernemers en echte ondernemers, hij bracht precies onder woorden wat ik ook voel.” De paradox is daar: de natuurlijke neiging van de zakelijke dienstverleners is juist om op de rem te gaan staan. “Over het algemeen hebben wij veel gestudeerd en denken we na over alle risico’s. Onze eerste reactie is om niet opportunistisch te werk te gaan en te zeggen aan de ondernemer ‘zou je dat nou wel doen’? Dat klopt ja.”
‘Principieel vind ik dat advieswerk gescheiden moet zijn van het controlewerk, maar waar de leiding en het bezit van de aandelen in één hand zijn, is dat niet noodzakelijk’
Zijn kinderen noemen hem een pakken-meneer, hij voelt zich oppasser en ondernemer tegelijk. “Ik leg aan dienstverleners zoals mijn collega’s vaak als test een toets voor: stel je krijgt morgen vijftien miljoen euro, wat ga je doen? Negen van de tien leveren morgen hun sleutels en computer in en gaan weg. Diezelfde zakelijke dienstverleners hebben allemaal klanten van wie een aantal beslist meer dan die 15 miljoen in hun bedrijf heeft, maar die mensen stoppen niet. Die worden door iets anders gedreven. Familieondernemers richten zich veel meer dan andere ondernemers op continuiteit van de business die ze hebben. Die denken niet aan geld.”
BakxRombouts
Van die familieondernemers moet en zal Köster – om zelf niet ten onder te gaan – nog een flink aantal als klant binnenhalen. In Twente bedienen, met drie vestigingen, vijftig werknemers vijfhonderd klanten die goed zijn voor ruim vijf miljoen omzet (Mazars heeft in Nederland achttien vestigingen, 800 werknemers – wereldwijd 5500 – en een kleine honderd miljoen omzet). “Mazars wil in Nederland en vooral in Europa een speler worden die vergelijkbaar is met de grote vier, maar wel op een andere schaal waardoor we ook interessant blijven voor de middelgrote groep ondernemers.” De grote vier in Twente zullen niet wakker liggen van de overname van BakxRombouts. “Op het hoofdkantoor wellicht niet, maar wel in Hengelo en Enschede. Want met de overname hebben we klanten binnengehaald die bij ons profiel passen, middelgrote familiebedrijven waar de leiding en de financiën in één hand zitten. En niet te vergeten een stel uitstekende fiscalisten.”
Toch moet Mazars in Twente een tandje bijzetten om te overleven. “We willen in Twente groeien tot zo’n 125 medewerkers. Er komt weer schaarste op de arbeidsmarkt. Als wij onze medewerkers willen houden, moeten we ze voldoende carrièremogelijkheden kunnen bieden en daarvoor heb je een zekere schaalgrootte nodig.”
Meer overnames
En met de groei kan ook Köster meer specialismen in huis houden/halen, iets waar de grote vier zich zo op voor laten staan. Schouderophalend: “Bij Mazars hebben we echt alle kennis in huis, tot soms de allerbeste aan toe zoals professor Sonneveldt op het gebied esteate.” Köster vermoedt dat een deel van de groei gerealiseerd kan worden dankzij de aangescherpte regelgeving per 1 oktober. “Veel kleinere accountantsorganisaties zullen daardoor ernstig gaan nadenken over de continuiteit. We moeten allemaal heel veel investeren in onder meer automatisering om de bewijsvoering van de controle zichtbaar te maken.” En dat kunnen ze niet allemaal ophoesten, zegt Köster die dan op overname hoopt.
‘De regelgeving is per 1 oktober aangescherpt; veel kleinere accountantsorganisaties zullen daardoor ernstig gaan nadenken over de continuïteit’
De wereld van de accountants is door alle affaires meer dan ze willen toegeven overhoop gegooid. “Onze beroepsgroep bestaat voor het overgrote deel uit integere mensen. Dat kan ik wel zeggen, maar daarmee schiet je niets op. Die integriteit moet je bewijzen. En dat is ook het lastige van dat toezicht van de AFM: je moet vanaf nu alles doen om te bewijzen wat je hebt gedaan. Je woord alleen is niet langer genoeg. Je moet niet alleen integer zijn, je moet kunnen bewijzen dat je integer bent, niet kwalitatief een goed controle uitvoeren, je moet bewijzen dat je een goed controle uitvoert. Het organiseren van die bewijsvoering is een uitdaging waar alle kantoren voor staan.”
Scheiding advies en controle
Het grote geld wordt door de accountants verdient met advieswerk. “Onze core-business is het controleren van jaarrekeningen. De aanleiding is misschien minder fraai, maar ik vind het voor de beroepsgroep en voor de gebruikers van ons beroep goed dat er weer gediscussieerd wordt over ons controlewerk.” Controle en advies zou eigenlijk gescheiden moeten zijn. Volgens Köster gaat dat vooral op bij grote beursgenoteerde bedrijven. “Niet in het MKB waar je vanuit de controle advies meeneemt bij zaken die je tegenkomt. Principieel vind ik dat het advieswerk gescheiden moet zijn van het controlewerk, maar waar de leiding en het bezit van de aandelen in één hand zijn, is dat niet noodzakelijk.”
Maar daar zou het Franse (Mazars is Frans) systeem om twee accountants (van concurrerende kantoren) wellicht ingevoerd kunnen. “Accountants moeten zorgen dat ze vertrouwen hebben. Ze zijn daar zelf verantwoordelijk voor. Als dat niet lukt, dan is een van de alternatieven het Franse model van ‘joint audit’. Bij beursgenoteerde ondernemingen is het verplicht dat twee accountants de jaarrekening controleren. Ik vind het geen noodzaak, maar het kan een middel zijn om vertrouwen terug te winnen.”
Nog geen reacties