Twentevisie Jaargang 17, 2005

Een Fries verbonden aan Twente

Gerrit Ybema laakt ondernemersklimaat

Gerrit Ybema, een Fries die graag in Twente vertoeft, maar daar regelmatig schrikt van van het ondernemersklimaat: “Er zit hier te weinig dynamiek.”
Hij kon na zijn studie kiezen tussen een baantje in het provinciehuis in Groningen (waar hij gestudeerd heeft) of het gemeentehuis in Enschede. Waarschijnlijk ook omdat Friezen en Groningers elkaar minder goed liggen, koos hij halverwege de jaren zeventig voor een baantje op de afdeling Financiën van de grootste stad van Twente. Ook nadat hij in 1989 de politiek in ging, bleef Gerrit Ybema zich bemoeien met Overijssel. Als staatssecretaris van Economische Zaken stond hij onder meer aan de basis van de fusie tussen de ontwikkelingsmaatschappijen voor Overijssel (Oom) en Gelderland (Gom). En na zijn politieke carrière richtte ‘the former Minister for Foreign Trade’ (zoals op zijn visitekaartje staat) YES op: Ybema Economy Solutions. En met zijn bedrijf is hij alweer aan zijn derde project toe in Twente.

Voor de jongere lezers onder ons: ja, er is een tijd geweest dat D66 bij de grotere partijen in dit land hoorde. In 1989 had de club die door Hans van Mierlo in 1966 (mede) is opgericht nog twaalf zetels. “We volgden in die tijd in de fractie per twee collega’s twee provincies en ik koos voor Friesland en Overijssel. Ik had in die tijd veel contact met Ko Wierenga en Wolter Lemstra, ik kwam hier vaak op werkbezoek.” Als staatssecretaris was hij bijkans kind aan huis in Twente omdat hij regionaal beleid en de ontwikkelingsmaatschappijen in zijn portefeuille had. Hij zorgde er persoonlijk voor dat de fusie tussen Oom en Gom tot stand kwam. “De Oom was te klein en de Gom had niet een verleden om trots op te zijn.” Ybema bekent dat hij de fusie op het departement doordrukte. “Ik kan u verklappen dat mijn ambtelijke adviseurs er niet zo voor waren. Veel tijd en moeite voor iets waar je niet echt mee kunt scoren. Ik vond het mijn verantwoordelijkheid het wel te doen omdat het goed is voor de regionale ontwikkeling van het oosten.”

Vuurwerkramp

Ybema was ook verantwoordelijk voor de afwikkeling van de ondernemerschade als gevolg van de vuurwerkramp in Enschede. Daar is het nodige over te zeggen en niet altijd even positief. Openhartig: “Ik heb in het kabinet een ruimhartige regeling weten los te peuteren. Vervolgens moet zo’n regeling worden uitgevoerd. En daar word je inderdaad niet vrolijk van. Ik heb voortdurend geprobeerd dat proces te versnellen, te zorgen dat mensen eerder geld kregen, maar je verzandt voortdurend in een soort bureaucratie van regelingen, van toezichthouders, controleurs. Het geld was er wel, maar het werd uiteindelijk nauwelijks besteed. Er ging verhoudingsgewijs heel veel geld naar die bedrijven die onderzoeken deden.”

Verzuchtend: “Het heeft alles te maken met de manier waarop wij in Nederland de zaken georganiseerd hebben. We willen elk risico uitsluiten, we zetten op elke regeling een geweldig controleapparaat. Je durft bijna niet te bewegen want dan moet je weer zoveel formulieren invullen. Daar word ik knettergek van.” De politicus wordt ondernemer en klaagt dan dat er zoveel regelgeving bestaat. Ironisch? “Als politicus was ik minstens zo uitgesproken, die materie is heel weerbarstig. Op het departement hebben we eens een operatie opgezet om de administratieve lastendruk te verminderen. Dan beginnen andere partijen zich daar tegen te verzetten. Ik geef een voorbeeld. Vroeger stonden glazenwassers op heel hoge ladders ramen te lappen. De arbo-regels hebben dat onmogelijk gemaakt, er moeten nu allerlei hangconstructies zijn. We hebben geprobeerd die regels wat te versoepelen, maar de bedrijven die net hadden geïnvesteerd liggen dwars, wat op zich ook weer logisch is.”

‘Mijn ambtenaren waren niet zo voor de fusie tussen Oom en Gom, veel tijd en moeite voor iets waar je niet echt mee kunt scoren’

YES

Ybema is de afgelopen tijd betrokken (geweest) bij een drietal projecten in Twente die voortvloeien uit het grotestedenbeleid (van Thom de Graaf), waarbij op zijn minst de schijn wordt gewekt dat de D66-coryfeeën elkaar de bal toespelen. “Dat is niet waar. Ik zit in een soort poule met nog minstens twintig andere mensen die beschikbaar zijn voor advies- en consultancywerk bij gemeenten die onder het grote stedenbeleid vallen. En in die poule zitten mensen van alle politieke kleuren.” Voor grote steden is extra geld voor allerlei projecten beschikbaar. Maar die projecten in den lande lopen niet even goed. In een poging verzande projecten weer op gang te helpen, heeft Thom de Graaf een faciliteit in het leven geroepen waarbij zogenaamde experts worden aangeboden. “Vreemde ogen dwingen, bovendien heb ik nog wat Haagse contacten.” Het aantrekkelijke voor de gemeenten is dat de rijksoverheid driekwart van de factuur van de externe adviseur (YES in dit geval) betaalt. “Een goedkopere adviseur krijgen ze nooit.”

‘Het geld voor getroffen ondernemers was er wel, maar er ging heel veel geld naar de controleurs en toezichthouders’

SPM

Zijn eerste project in Twente was een bemiddelingspoging met Stork Plastic Machinery (SPM) in het Hart van Zuid in Hengelo (een deel dat de gemeente helemaal op de schop wil gooien en wil herinrichten). SPM moet daarom van die plaats verhuizen. ‘Dat is goed, als de gemeente de verhuizing en de nieuwe opstallen betaalt’, was ongeveer de reactie van het bedrijf. “Iedereen had er belang bij dat het zou lukken, maar de hamvraag is in dit soort zaken natuurlijk ‘wie betaalt wat’? Iedereen heeft zijn ‘fair share’ betaald en niemand voelt zich genaaid.” Binnenkort verhuist het bedrijf naar het Hengelose bedrijventerrein Westermaat- Expres-Zuid. Toen kwam Enschede met het verzoek om dat Kennispark waar gevoelsmatig al eeuwen over wordt gezwetst, een schop in de goede richting te geven. “Er is een formule ontwikkeld, een programma is opgesteld, er moeten allerlei projecten in geschoven worden en er moet financiering bijkomen. En ik ben er bijgehaald om daar ook een organisatie neer te zetten. Je moet van denken naar doen. Aan de slag. Ik ben daar zo’n negen maanden bij betrokken geweest. Ze zijn nu bezig op basis van mijn organisatievoorstel dat verder in te vullen.”

Puinbreker verhuist

En toen belde Hengelo weer: ‘heb je nog een paar uurtjes over, want we zitten met het bedrijventerrein Twentekanaal in de maag’. Ook de ondernemers die daar gevestigd zijn, zijn het inmiddels meer dan zat en sommige dreigen met vertrek wat leidt tot verdere verpaupering. “De ondernemers zeggen ‘het duurt ons te lang’. De gemeente wil meer tempo, de provincie is erbij betrokken, maar het is complex. Ze hebben mij gevraagd om in dat prachtige masterplan met die zeventien projecten een flinke stap vooruit te zetten. Het loopt redelijk, ik ben niet ontevreden.” Vooral de puinbreker is een doorn in het oog in het gebied waar grote jongens als Akzo en Thales vooral intern gericht zijn met hun inkrimpingplannen. “De puinbreker verhuist. Naar Enschede. Waar het bedrijf precies terecht komt, staat nog niet helemaal vast.” Overigens is (ook D66) collega Jan Terlouw eveneens voor bedrijventerrein Twentekanaal in de weer. “Die deed de duurzame kant.” Per 1 januari 2006 eindigt de voorziening waarbij de gemeenten mensen als Ybema kunnen inhuren.

Ondernemersklimaat

Af en toe loopt Ybema in Twente hoofdschuddend rond. “Ik vind dat de ondernemers – het bedrijfsleven in Twente – te snel tevreden zijn met wat wordt bereikt. Ze zouden veel ambitieuzer moeten zijn. Het gaat mij om de houding, die mentaliteit. Ik zeg altijd tegen ondernemers ‘als het goed gaat, prima, maar het kan altijd beter’. Maar er zit hier te weinig dynamiek. Sommige ondernemers zijn het met mij eens, anderen zeggen ‘het is goed en ik laat het zo’. Ik ontmoet Twentse ondernemers die bijvoorbeeld hun producten zouden kunnen exporteren, maar dat niet doen. Ze hebben een heel aardige binnenlandse markt en daar zijn ze tevreden over. Ik probeer ze uit te leggen dat de concurrent binnenkort uit Tsjechië of uit Polen komt. De aanval is nog steeds de beste verdediging: ga nou zelf die wereld in en probeer je markt te vergroten.” “Een tweede ding wat mij opvalt, dat is niet typisch Twente, maar vooral erg Nederlands, is het gebrek aan samenwerking. Je kunt vaak door samenwerking met andere ondernemers veel meer realiseren dan wanneer je op eigen houtje bezig bent. Er is een aantal heel interessante projecten aan de gang. Daar zouden andere ondernemers ook van kunnen leren. Als ze maar willen en naar buiten komen. Samenwerking kan veel bijdragen aan het verder voortstuwen van de economie.”

Vorige bijdrage

Nummer 41

Volgende bijdrage

‘Als het bij bedrijven mis gaat, ligt het aan de leiding’

Jan Medendorp

Jan Medendorp

Jan Medendorp is gespecialiseerd (interviews, reportages, analyses, commentaren, columns) in sociaal- en financieel-economische onderwerpen, sport, politiek en human interest (voor krant, radio, televisie, maar ook bedrijfsfilms).

Nog geen reacties

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *