‘Van handel krijg ik een kick, het hadden ook condooms kunnen zijn’

Een kiekje bij Konijnenberg

Remco Konijnenberg, handelaar in fototoestellen, biedt inmiddels al aan 24 mensen werk
Zijn vader was een keurige fotograaf met een dorpswinkeltje in Den Ham waar je pasfoto’s kon laten maken en waar ze je vakantierolletje ontwikkelden. Zoonlief Remco (nu 27 jaar) nam de zaak over toen hij achttien jaar was en het eerste wat hij deed was alles eruit gooien (na een inbraak waar de inbrekers dwars door de winkel reden) en een grote handel in (professionele) fotografie opzetten. Inmiddels komen de klanten zelfs uit België naar dat kleine dorpje in Overijssel. Op zaterdag blokkeren zijn klanten de Grotestraat volledig (Konijnenberg heeft slechts vier parkeerplaatsen) tot woede van zijn buren en de politie. Hij verkast binnenkort naar het Rabo-pand, een paar honderd meter verderop. En met 24 werknemers is hij uitgegroeid tot een grote werkgever in Den Ham.

Het is binnen vrijwel altijd druk. Maar ook rommelig. “Dat is een beetje onze charme. Mensen mogen overal aan zitten.” Hij kan zelf bij wijze van spreken nog geen fototoestel van een condoom onderscheiden, erkent hij. Het gaat om de handel, waar hij een kick van krijgt. “Voor de verkoop heb ik specialisten ingehuurd. Ik doe de inkoop.” En één van die specialisten die hij heeft ingehuurd is Wytze Velema uit Amsterdam. “Hij zei mij dat hij de grootste wilde worden. Okay heb ik gezegd, maar dan gaan we het ook grootst opzetten, dus geen advertenties in het buurtblaadje, maar in alle grote bladen. En we kopen alles in het groot in. Geen nee verkopen, nog niet voor het kleinste onderdeel. En tegen de laagste prijs.” Dat werkt, want inmiddels fotograferen heel veel professionele fotografen en iedere zichzelf respecterende hobbyist met toestellen van Konijnenberg. Het marktaandeel is niet bekend. “Ik weet alleen dat wij tientallen lenzen van pakweg 2000 euro per maand verkopen; die worden niet door amateurs gebruikt, dus daar kun je wel uit afleiden dat wij een groot deel van de markt bedienen.”

Geen dozenschuiver

Over omzet laat staan winst willen de heren volstrekt niets zeggen. Wel over hun succes dat is samen te vatten onder de noemer persoonlijke aandacht. “Ook lopen we bij wijze van spreken de klant nog achterna voor het laatste schroefje.” En Konijnenberg heeft echt alles in voorraad. Dat moet toch zeer kapitaalsintensief zijn. “Dat klopt, maar de omzetsnelheid is echt gigantisch. Pallets komen binnen en zijn binnen een week leeg, verkocht.” En daardoor kan Konijnenberg ook de goedkoopste zijn. “Elke dag struinen wij internet af naar alle prijzen. We zijn nu wel zover dat we niet meer de allergoedkoopste hoeven te zijn. Wij zijn geen dozenschuiver zoals MediaMarkt. We bieden veel meer en dat weten inmiddels onze klanten die niet voor het allerlaatste tientje naar de concurrent gaan. Bij MediaMarkt krijg je een verkoper die daarvoor een wasmachine verkoopt en na jou een stofzuiger. Wij investeren in personeelsleden die óf zelf fotograaf zijn geweest óf daar heel grote interesse in hebben. Die weten waar ze over praten.”

MediaMarkt

Achter in de zaak zit een telefoondesk. “Voor telefonische en internetverkoop zitten daar vier mensen. Mensen oriënteren zich vaak eerst via internet en komen dan langs om te kopen. Later kopen ze vaak rechtstreeks. Ik kan niet precies aangeven hoeveel via de winkel en hoeveel via internet wordt verkocht.” In de zaak is alles te vinden over fotografie en video. De kenners vermoeden dat de digitale ontwikkeling nog veel verder gaat. “Het is een kwestie van tijd voordat het allemaal videocamera’s worden die zo groot zijn als een luciferdoosje. Binnenkort komen mobieltjes met een camera van drie miljoen pixels. Maar voor ons geldt ‘schoenmaker blijf bij je leest’. We willen absoluut in de fotografie blijven, we willen niet een soort MediaMarkt worden.” Over een paar weken verhuist het bedrijf naar het voormalige Rabo-pand. “Met veertig parkeerplaatsen. We bouwen er voor de verhuizing nog een stuk aan waardoor we zo’n 1000 vierkante meter zullen krijgen waarvan de helft winkeloppervlakte.”