Twentevisie Jaargang 15, 2003

Urenco-topman Te Riele wacht op maatschappelijke acceptatie kernenergie

‘Als de prijs omhoog gaat, gaan principes overboord’

Paul te Riele, bestuursvoorzitter van de verrijkingsfabriek van Urenco dat een marktaandeel heeft van 22%: “Ik zie dat de komende jaren stijgen tot 35-40%, maar dan houdt het op, want de Amerikanen en Fransen zullen om politieke redenen nooit bij ons verrijkt uranium kopen.”

Urenco-topman Paul te Riele (57) is een bedachtzaam man. Innemend ook, met vrijwel continu een glimlach om zijn mondhoeken. “Ik ben altijd goed gehumeurd,” zegt hij in zijn werkkamer, met uitzicht op de 50 hectaren grote Urenco-plant. Aan de muur verraadt een schilderij van de Almelose watermolen zijn afkomst. Te Riele praat rustig, zorgvuldig zijn woorden kiezend. Behalve als de noodzaak van kernenergie ter sprake komt. Dan schakelt hij over in een hogere versnelling en lijkt hij zowaar emoties te tonen. “Het juiste, eerlijke verhaal over kernenergie wordt niet verteld.” Op termijn kan Nederland volgens hem absoluut niet zonder kernenergie en hij verwijt de politiek geen goed onderbouwd standpunt uit te spreken. Te Riele vindt de Nederlandse politiek, die nogal eens tegen beter weten in standpunten inneemt teneinde de potentiële kiezers te behagen, hypocriet. Hij wacht geduldig op betere tijden, maar of hij die in zijn huidige functie nog meemaakt, acht hijzelf ook onwaarschijnlijk. De kans is groter dat hij als nieuwe voorzitter van VNO-NCW-Midden (Overijssel, Gelderland, Flevoland en Utrecht) het grootbedrijf en het MKB samen op één lijn krijgt. En de Kamer van Koophandel terug het hok in. “Zij zijn slechts facilitair, wij zijn de enige belangenbehartigers van het bedrijfsleven. We moeten streven naar eenheid en naar regiocontracten met de rijksoverheid.”

“Ik heb een keer een delegatie van GroenLinks rondgeleid. Ze hadden zich het bedrijf heel anders voorgesteld, zeiden ze. Vonden mijn verhaal duidelijk en eerlijk, maar zeiden bij het weggaan ‘prachtig, maar denk maar niet dat je onze mening hebt veranderd’. Dat mag natuurlijk.” Te Riele glimlacht maar weer eens. Hij wordt er niet moe van zijn verhaal te blijven vertellen. De voor hem waarschijnlijke standaardvragen over het afval, de gevaren van de kerncentrales en het milieu; alles probeert hij geduldig te weerleggen. “Als de Chinezen over tien jaar pakweg 30 tot 40% van de energie gaan verbruiken die wij per persoon gewoon zijn in de westerse wereld, is kernenergie onvermijdelijk. In China liggen enorme kolenvelden. Wat denkt u dat er gebeurt als zij voor een miljard Chinezen die kolen gaan branden om energie op te wekken,” stelt hij retorisch.

Geen dossierkennis

Alternatieven zoals zonne- en windenergie schieten volgens hem volstrekt te kort om aan de sterk gestegen vraag naar energie te voldoen. Te Riele vindt het jammer dat zelfs een van de meest beschaafde landen ter wereld, het eigen Nederland, krampachtig omgaat met kernenergie. Hij verwijt de politici dat ze niet eens de dossierkennis over dit onderwerp op orde hebben. “Zo’n mevrouw Vos (nummer 2 van GroenLinks) weet niet eens waar ze over praat. Echt niet.” De enige kernreactor van ons land, die in Borssele, zou eigenlijk eind van dit jaar dicht gaan, maar omdat deze afspraak niet hard op papier was vastgelegd, kon het kabinet Balkenende dit besluit van Paars-2 ongedaan maken. De PvdA probeert nu tijdens de kabinetsformatie alsnog Borssele vervroegd te laten sluiten. Te Riele denkt dat men ook binnen de PvdA wel van mening is dat Nederland niet zonder kernenergie kan, maar dat men bang is voor de kiezers. “Kernenergie is een politiek item,” stelt Te Riele. “Men durft het woord kernenergie niet in de mond te nemen. Daar verlies je stemmen mee. Het is jammer dat de politiek niet met een eerlijk verhaal voor de bühne komt. Onze kinderen storten we nu in een hoop ellende.”

Afval

Dat is precies hetzelfde als de tegenstanders van kernenergie beweren. Omdat er nog steeds geen oplossing voor het afval is gevonden, mogen we volgens de antikernenergielobby toekomstige generaties niet met dit probleem opzadelen. “Hebt u enig idee hoeveel afval wij jaarlijks zouden hebben als we volledig op kernenergie zouden overschakelen? Een containertje van drie bij twee meter.” En als het nog tientallen, honderden jaren duurt voordat er een oplossing is? “Dan zetten we die containers op één voetbalveld volledig gescheiden van het milieu. We kunnen het dan wel duizenden jaren opslaan. Dit moet u afwegen tegen het gebruik van de gangbare brandstoffen waarbij alle milieuschadelijke stoffen in miljoenvoudige hoeveelheden gewoon de lucht worden ingeblazen.” Kernenergie wordt volgens Te Riele maatschappelijk beter geaccepteerd bij een fikse prijsstijging van de fossiele brandstoffen, veroorzaakt door een sterk stijgende vraag, die met name in het Verre Oosten zal plaatsvinden. Als de prijs omhoog gaat, gaan politieke principes overboord.”
‘Zo’n mevrouw Vos van GroenLinks weet echt niet waar ze over praat’

Bestuursvoorzitter

Te Riele (57) is een verwesterdse tukker. Geboren in Almelo, bezocht het Pius Xcollege, studeerde in Delft (technische natuurkunde) en keerde na een carrière bij Shell in 1981 in zijn geboortestad terug. Bij Urenco werd hij in 1996 directeur. Met ingang van dit jaar is hij zelfs bestuursvoorzitter geworden van de Urenco-tak die zich bezig houdt met het verrijken van uranium, de zogeheten procesindustrie. Verrijkt uranium fungeert als brandstof voor kerncentrales. Een andere poot van Urenco legt zich toe op het ontwikkelen en maken van ultracentrifuges, alsmede roterende systemen voor de aerospaceindustrie. Urenco beschikt behalve over de fabriek in Almelo, waar zowel uranium wordt verrijkt als ultracentrifuges worden gemaakt, over fabrieken in Duitsland (Gronau en Jülich) en Engeland (Capenhurst). In Amerika bezit het twee dochterondernemingen. De aandelen van Urenco zijn in handen van de landen Nederland, Engeland en Duitsland.

Diffusie

Bij Urenco werken in totaal 1800 mensen van wie 700 in Almelo. De omzet is circa 400 miljoen euro. Het rendement schat Te Riele op 25%. “Van de omzet, als je kijkt naar geïnvesteerd vermogen, is dat ongeveer 15-20.” Cijfers waar een gemiddeld bedrijf zelfs in economisch goede tijden van droomt. De moneymaker is niet zozeer het verrijken zelf (goed voor 250 miljoen euro), maar de bouw van centrifuges. Urenco heeft zijn bestaansrecht te danken aan de uitvinding van de uraniumverrijking via ultracentrifuge. “Dat is de goedkoopste manier ter wereld.” Urenco bouwt in Almelo niet alleen centrifuges voor haar eigen verrijkingsfabriek, maar ook voor de fabrieken in Duitsland en Engeland. Te Riele zegt dat Nederland, Duitsland en Engeland op het goede paard hebben gegokt. “In Frankrijk en de Verenigde Staten staan diffusieverrijkingsfabrieken. Maar dat is flink duurder. En dan bestaat er nog laserverrijking. Maar ze hebben onlangs ook ingezien – dat wisten wij al een jaar of vijf – dat dàt een heilloze weg is.” De Duits-Engels-Nederlandse combinatie heeft een kennisvoorsprong op de Amerikanen en Fransen, die door Te Riele geschat wordt op ongeveer zeven jaar. De concurrentie doet haar best om de centrifugefabrieken na te bouwen, maar volgens Te Riele lukt dit nog niet echt naar tevredenheid. Wellicht dat er hulp komt uit onverdachte hoek. “Je moet je ogen niet sluiten voor de toekomst en realiteit. Ik sluit niet uit dat we over een paar jaar onze technologie te gelde zullen maken.” Urenco heeft momenteel een aandeel in de wereldmarkt – exclusief de nog niet toegankelijke voormalige Oostbloklanden – van circa 22%. Het verrijkt uranium vindt niet alleen haar weg in Europa en Amerika maar ook in Zuid- Amerika, Zuid-Afrika en het Verre Oosten. Te Riele ziet het marktaandeel de komende tien jaar nog wel stijgen naar 35-40%. “Maar dan houdt het op, want de Amerikanen en Fransen zullen om politieke redenen nooit bij ons al het verrijkt uranium kopen.”

VNO-NCW

Sinds anderhalf jaar is Te Riele voorzitter van VNO-NCW-Midden. Zijn grootste uitdaging is om het bedrijfsleven en de overheidsinstanties uit één mond te laten spreken. “Iedereen blaat nu maar wat. Met name in Twente is dat een notoir probleem.” Te Riele als regisseur van het regio-denken. “Heel veel problemen zijn regio-overstijgend. Om in Den Haag goed door te dringen, moet je één taal spreken.” De rolverdeling is wat Te Riele betreft duidelijk. De Industriële Kringen, zoals de IKT, manifesteren zich lokaal/regionaal. VNONCW doet aan regionaal/landelijke belangbehartiging en de Kamer van Koophandel moet faciliteren. “Als het om de inhoud gaat, moeten alle neuzen dezelfde kant op staan.”

Vorige bijdrage

Jan Boomkamp is uitgegroeid tot strategisch zakenman

Volgende bijdrage

Nieuwe directeur Geert Jan van Ark wil Bolletje

Jan Medendorp

Jan Medendorp

Jan Medendorp is gespecialiseerd (interviews, reportages, analyses, commentaren, columns) in sociaal- en financieel-economische onderwerpen, sport, politiek en human interest (voor krant, radio, televisie, maar ook bedrijfsfilms).

Nog geen reacties

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *