Twentevisie Jaargang 13, 2001

Sander Westerveld: Oranjespeler nog zonder hoofdprijs

Voorbeeldprofessional uit Twente

Van jongs af aan kreeg hij te horen dat hij de beste was. Nu pas, op 26- jarige leeftijd won hij pas zijn eerste echte prijs: de Worthington Cup; vooral dankzij zijn keeperswerk in de noodzakelijke strafschoppenserie. Deze in Nederland vrij onbekende beker geeft overigens recht geeft op deelname aan de UEFAcup. Liverpool zit inmiddels bij de laatste acht in de strijd om diezelfde cup na uitschakeling van AS Roma (de voornaamste titelkandidaat van Italië!), bij de laatste acht om de befaamde FA-Cup en Liverpool is kandidaat om volgend jaar in de Championsleaque uit te komen. Een gedreven prof. “Als ik bij het Nederlands elftal kom, zie ik collega’s die landskampioen zijn en die één of meer Europese bekers hebben gewonnen. Ik had nog niets.” En dat stak. Vandaar zijn uitzinnige blijdschap. Het mooiste jongetje van de klas: Sander Westerveld..

“Voor het geld hoef ik het allemaal niet meer te doen, dat klopt, daarvoor had ik niet naar Engeland hoeven gaan, van tien jaar in de eredivisie spelen word je tegenwoordig ook miljonair. Voor Tottenham Hotspurs of Aston Villa was ik niet weggegaan. Ik wil prijzen winnen. En als dat ook niet lukt bij Liverpool ga ik naar Spanje. Niet naar Italië, dat trekt mij qua voetbal en qua levensstijl niet, daar heb je geen sociaal leven als voetballer.” Westerveld is absoluut geen cententeller, want de tweede keeper bij Liverpool verdiende vorig jaar meer dan hij. Bij tijd en wijle wordt er getwijfeld wordt aan zijn kwaliteiten (Sportweek, Van Gaal die lonkte naar De Goey, BBC’s Alan Hansen over zijn concentratie en problemen bij hoge voorzetten). Hij maakt zich er kwaad over en moppert via zijn website op journalisten die zelfs zonder hem gesproken te hebben een verhaal maken. “Onze Duitse spelers vertellen over Bild Zeitung, maar ze vinden de Engelse tabloids drie keer zo erg.”

Via een dagboek houdt Westerveld zijn fans op de hoogte en kan hij reageren op actuele ontwikkelingen. Hij zou zich de kritiek overigens minder moeten aantrekken, want bij zijn ploeggenoten en vooral manager Gerard Houllier (“hij wordt net zo belangrijk voor Liverpool als Schmeichel voor Manchester United”) is hij een zekerheidje. En bij de supporters heeft Westerveld bijna de status van een heilige. Achter Michael Owen en Robbie Foweler, die zijn inwisselbaar voor Jezus, de redder van de fans. Owen is de populairste voetballer van Engeland, met filmaanbieding en al. “Hij kan niet meer over straat.”

Babykamer

Het trainingscomplex is in een buitenwijk. Kosten noch moeite zijn gespaard (het veld is identiek aan de mat in het stadion, het mocht een paar centen kosten) hoewel de gezelligheid ver te zoeken is. Mobiele telefoons zijn verboden en journalisten eigenlijk ook. Bij het stadion is het bij elke thuiswedstrijd al een paar uur voor de wedstrijd een gekkenhuis. Er staat een lange rij (tientallen meters) voor de souvenirshop om de laatste shirts, boeken of (je kan het zo gek niet bedenken) complete babykamerinrichtingen van Liverpool aan te schaffen. Bij het monument ter herinnering aan de vreselijke ramp een paar jaar geleden waarbij tientallen supporters om het leven kwamen, staan altijd bloemen. En altijd staan er mensen bij de huilen. Soms tasten jongens alleen naar de naam van hun omgekomen vrienden op de marmeren plaat. In Engeland is de voetbalterreur uitgevonden, maar vooral bij wedstrijd van het nationale team. Er is een macht aan politie aanwezig bij de wedstrijden. En als je een grote bek hebt, word je er zo tussenuit gevist. Net als in het stadion. Er zijn geen hekken of tankgrachten, maar geen mens loopt het veld op: je raakt geheid je seizoenskaart kwijt! De stad zelf leunt op de voetbalclubs (naast Liverpool ook Everton) en natuurlijk de Beatles. Het uitgaanscentrum is buitengewoon goedkoop. Een argeloze toerist vermoedt in de rosse buurt te zijn beland.

Voor Tottenham Hotspurs of Aston Villa was ik niet weggegaan

Snelders’ handschoenen

“Ik wil kampioen worden, Championsleaque spelen. En als anderen verzaken corrigeer ik.” Met de komst van Jari Litmanen is hij zeer content, het betekent verder bouwen aan de topploeg die Liverpool net als in de jaren zeventig weer wil zijn. Na afloop van de wedstrijd vraagt Westerveld zijn collega’s het publiek te bedanken. En daar gaan Owen, Fowler, Hyppia, Babbel. Westerveld gaat direct na afloop weg, want het spelershome is zo gezellig als een douchecabine. De spelers lijken nauwelijks vrienden. Song spreekt bijvoorbeeld geen Engels. “Ik ga veel om met Hyppia (voormalig Willem II), tot voor kort meijer (naar Hamburg) en de Duitse spelers.” Buiten neemt Westerveld alle tijd voor de fans. “In Nederland gaat dat vaak zo grof, in Engeland zijn de mensen veel fatsoenlijker, vragen netjes om handtekening. Ik zie mezelf als jongetje bij de Tubanters die na de training gauw bij FC Twente ging kijken. Ik kreeg een keer de handschoenen van Theo Snelders. Dat was geweldig. Zo wil ik ook zijn.” Als je wint, heb je vrienden, weet ook Westerveld: “Ik kan geen goed onderscheid maken tussen vrienden en profiteurs. Ik ga meestal met tukkers om. Al jarenlang dezelfde jongens. Ik heb Nederlandse en Engelse vrienden van wie ik denk dat ze met mij omgaan omdat ik ben wie ik ben en niet omdat ik voetballer ben. Maar zelfs al zou dat zo zijn, ik vind het leuk om met hen uit te gaan. Als het gezellig is, prima. Als ze er misbruik van maken, dan is het afgelopen.”

Sander Westerveld voetbalde bij de Tubanters, FC Twente, Vitesse en nu bij Liverpool. Op 15-jarige leeftijd speelde hij al bij Wembley bij de Oranje-jeugd. Sinds een paar jaar zit hij bij het Nederlands elftal, achter Van der Sar. Tijdens het EK kreeg hij veel speeltijd. “Dat is goed voor mijn naam, mijn reputatie, ook bij de ploeg.” Bij zowel Vitesse als Liverpool verspeelde hij op het allerlaatste moment plaatsing voor de Championsleaque. Westerveld wil niets weten van de slechte reputatie van Davids of Seedorf. “Dat beeld wordt geschetst door de media. Bij het EK stond een rij met hekken, met daarachter 100 journalisten of meer. Ik loop daar langs en dan staat er één journalist naar mij te roepen. Davids en Seedorf worden vijf weken lang elke dag door iedereen aangesproken.”

Sander Westerveld, een gedreven professional die (als hij Liverpool zou verlaten) voor Spanje kiest. “Niet naar Italië, dat trekt mij qua voetbal en qua levensstijl niet, daar heb je geen sociaal leven als voetballer.”

Vorige bijdrage

Met Verosol heeft Blydenstein-Willink een uniek product dat wel een beursgokje

Volgende bijdrage

Nummer 11

Jan Medendorp

Jan Medendorp

Jan Medendorp is gespecialiseerd (interviews, reportages, analyses, commentaren, columns) in sociaal- en financieel-economische onderwerpen, sport, politiek en human interest (voor krant, radio, televisie, maar ook bedrijfsfilms).

Nog geen reacties

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *