Twentevisie Jaargang 12, 2000

Fortis-dochter Nesbic wil ondergewaardeerde bedrijven van de beurs halen, maar

‘Bestuurders ervaren dat als gezichtsverlies’

Als Jeroen Pit van investeringsmaatschappij Nesbic belt, betekent dat goed nieuws voor dat bedrijf, vindt Pit: “Wij financieren de groei van gezonde, volwassen bedrijven.”

Ondernemer Geert Steinmeijer legde ooit in dit blad uit dat hij graag Koninklijke Ten Cate wilde kopen. De beurswaarde van Ten Cate was en is honderden miljoenen lager dan de werkelijke waarde van het bedrijf. Het lukte niet, zoals bekend. De vraag is overigens gerechtvaardigd wat zijn eigen bedrijf Van Heek Tweka op de beurs te zoeken heeft. Of de Textielgroep Twenthe. Maar ook aan de toegevoegde waarde van een beursnotering voor Stork, Volker Wessels Stevin en Grolsch om maar eens een paar oostelijke fondsen op te sommen, kan je twijfelen. Fortis heeft een aantal fondsen opgericht (onder het kopje Nesbic) dat vooral op die markt neust. Jeroen Pit (32) is een van de oprichters van dit fonds.

“We kijken overigens niet alleen naar beursgenoteerde bedrijven, ook goede familiebedrijven of divisies van bedrijven die niet meer tot de core-business behoren, hebben onze interesse.” Fortis is voor éénderde aandeelhouder in transacties, de overige tweederde komt van andere partijen. Grote institutionele beleggers hebben veel vertrouwen in het werk van Pit en zijn team en doen graag mee. “Wij kopen sterke, gezonde bedrijven. Natuurlijk willen wij rendement op geïnvesteerd vermogen, maar wij investeren in grote, volwassen bedrijven. Wij hakken geen bedrijven in stukken en vervangen geen management. Wij zijn geen raiders, wij zoeken solide, winstgevende bedrijven. Wij kunnen voor een periode van drie tot vijf jaar de potentiële groeikansen, de expansie financieren en advies geven. In die tijd moet de groei leiden tot stijging van het aandeel,” aldus Pit, die geen 110%-belang ambieert, maar wel een controlerend belang wil: “Ik wil niet voor onplezierige verrassingen komen te staan, we moeten kunnen ingrijpen. Terwijl het juist een teken van visie, van kracht is en van modern management.”

Geldsamenklontering

“Er zijn veel beursgenoteerde bedrijven waarvan ik niet begrijp waarom ze op de beurs zitten. Bij Ten Cate moet wat gebeuren. Wij kunnen helpen met herstructureren. Herstructureren moet niet op de beurs gebeuren, want de gemiddelde belegger kijkt niet verder vooruit dan een paar dagen.” Het probleem bij Stork, Ten Cate en bij veel andere beursgenoteerde ondernemingen is dat de beurswaarde beduidend lager is dan de intrinsieke waarde. Pit verklaart: “In de afgelopen tien jaar zijn in Europa de vermogensbeheerders, de grote institutionele beleggers bij elkaar gekropen. Wereldwijd beheersen vijftien tot twintig vermogensbeheerders de internationale kapitaalsmarkt. Die vermogensbeheerders investeren tientallen miljoenen per bedrijf om de beleggingsportefeuille een beetje overzichtelijk te houden en te kunnen managen. Dan kom je automatisch uit bij de grote bedrijven, want als je een pakket van tientallen miljoenen in een kleiner bedrijf stopt, krijg je een veel te groot aandeel. Dat is niet meer liquide en dus onwenselijk. Dus dan kom je uit bij de heel grote bedrijven. Anderzijds wordt er niet meer per land, maar per sector belegd.”

Gezichtsverlies

“In de Europese top 100 staan zegge en schrijve zeven Nederlandse bedrijven. De rest is eigenlijk niet meer interessant. Analisten schrijven geen rapporten meer over de kleine vennootschappen. En als er geen kritische commentaren zijn, wordt het heel moeilijk voor een belegger om een mening te vormen over dat aandeel en geld in dat fonds te steken. En dat was juist de reden voor de bedrijven om op de beurs te zitten: verhandelen van aandelen en het ophalen van kapitaal om groei te financieren. Het omgekeerde gebeurt: het aandeel staat laag en een emissie is dus eigenlijk een dure vorm van geld lenen.” Van de beurs af dus. “Wij bellen met bedrijven, we praten inmiddels met een stuk of tien beursgenoteerde bedrijven waarvan met één bedrijf hier in het oosten. Maar van de beurs afgaan, blijkt in Nederland nog een heel lastige route. In Engeland en de Verenigde Staten is het de gewoonste zaak van de wereld, maar hier vindt een voorzitter van een Raad van Bestuur het gezichtsverlies om met ons in zee te gaan. Ze zien het als capituleren, een zwaktebod, erkennen dat je aan de beurs niet geslaagd bent.”

PR-verhaal

“Raden van Bestuur hebben jarenlang geroepen dat hun aandeel op de beurs is ondergewaardeerd en vervolgens laten ze de aandelen van de beurs halen voor een waarde die lager is dan wat ze zelf altijd geroepen hebben. Dat is moeilijk te verkopen. Ik ben net een PR-bureau en leg uit wat ze aan de buitenwacht moeten vertellen. Een beursgang is ook niets anders dan met een PR-verhaal het fonds onder de aandacht van het publiek brengen.” Pit begeleidde eerder bij de ABN-AMRO beursgangen van een paar bedrijven. “Daardoor meen ik verstand te hebben van de aandelenmarkt, hoe aandeelhouders denken en wanneer je wel en niet meer op de beurs moet staan.” Pit gaat nog een stap verder: “Als bedrijven als Stork en Ten Cate te lang op de beurs blijven, komt de continuïteit van het bedrijf in gevaar. Als ze te lang op de beurs blijven, geven ze het heft uit handen en dat is veel erger: dan gaat de markt bepalen. Dat vertellen wij die Raden van Bestuur ook en zij zijn het vaak met ons eens, maar ze pakken niet door omdat de publieke opinie, de vakbonden die beslissing beïnvloeden. Wij rekenen voor wat wij voor ze kunnen betekenen, maar ook wat er kan gebeuren als ze niets doen. Kijk naar investeringsmaatschappij Gilde dat Norit van de beurs probeert te halen. Dat lukt niet omdat twee aandeelhouders meer dan 10% hebben en die vinden het aanbod te laag. Daar komen ze nog wel achter. Wij investeren juist in groei, dus bij ons valt het woord sanering niet: als wij bellen is het een goed, kansrijk bedrijf.”

Stork

“De beursnotering vormt een bedreiging voor het voortbestaan van de onderneming, als het aandeel geen financieringsbron meer voor het bedrijf is. Aandacht in de media bij de publicatie van de cijfers. Weet je wel voor wat een hoge marketingbudgetten die bedrijven hebben voor een beetje free publicity? Dat lijkt mij geen goede motivatie. Het is meer het imago: je hebt meer aanzien als voorzitter van een beursgenoteerd fonds.” Van den Boogaard, topman van Stork, zei een jaar geleden in dit blad zich te verbazen dat er zich geen partners bij hem aandienen. “Ik maak me sterk dat dat zo is,” zegt Pit. “Stork zit in een lastig pakket. De fusie met Internatio werd strategisch nodig geacht, ik ben erg benieuwd wat er nu gaat gebeuren. Bestuursvoorzitter Veenman kan niet achterover leunen.”

Vorige bijdrage

Commentaar: 'Management by fear'

Volgende bijdrage

TUI-topman Bakker kan eindelijk zijn efficiency-plannen doorvoeren

Jan Medendorp

Jan Medendorp

Jan Medendorp is gespecialiseerd (interviews, reportages, analyses, commentaren, columns) in sociaal- en financieel-economische onderwerpen, sport, politiek en human interest (voor krant, radio, televisie, maar ook bedrijfsfilms).

Nog geen reacties

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *