Enige vrouwelijke hoogleraar bedrijfseconomie commissaris bij Nedap
De haantjeswereld van Tineke Bahlmann
Tineke Bahlmann heeft geen talent voor machtsspelletjes: “Universiteiten zijn bij uitstek mannenbolwerken”.
Mannen opgelet. Vrouwen in de top van beursgenoteerde bedrijven staan garant voor betere resultaten. Dat is wetenschappelijk aangetoond. Het Nederlandse bedrijfsleven voert in tegenstelling tot de Amerikaanse collegae nauwelijks beleid om meer vrouwen aan de top te krijgen. We kennen Neelie (Peper) Kroes, die aan haar ministerschap nog twee commissariaten heeft overgehouden, we hebben natuurlijk Silvia Toth die uitzendorganisatie Content groot maakte, maar tegenwoordig vooral met amoureuze verhalen in de roddelbladen is te vinden. En we hadden, heel kort, Mary Coleman. In het oosten des lands adviseert prof. dr. J.P. (Tineke) Bahlmann (50) Nedap als commissaris. Inderdaad, een vrouw, en Nedap vaart er wel bij.
Het onderwerp vrouwen in de top kwam begin vorig jaar weer op de agenda toen Unilever openlijk verklaarde dat investeren in vrouwen niet altijd loont. De helft van de managers in opleiding is vrouw en een groot deel van hen haakte voortijdig af. Vrouwen in de top is in Nederland geen item meer. Amerikaanse concerns daarentegen koesteren hun vrouwen. De VS lopen al jaren voorop als het gaat om vrouwen in hoge functies. Van de duizend grootste bedrijven hebben er vijftig een topvrouw. Carly Fiorina is als baas van Hewlett Packard nog wel de enige vrouw in de top honderd in de VS. De Amerikaanse Mary Coleman was tot twee weken geleden eigenlijk de enige vrouw in Nederland die bij een topbedrijf als Baan op de eerste plaats stond. Ze heeft zich in de korte tijd die haar gegund was laten gelden als een kundige manager die er niet voor terugdeinst radicale beslissingen te nemen. Ze installeerde een nieuwe Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen werd vernieuwd.
Innovatie
Coleman liet weten liever weer in Sillicon Valley te gaan werken. Het kwartaalverlies van een half miljard zal er ook zeker mee te maken hebben, en de reorganisaties die dat ten gevolge heeft. Coleman kwam op 1 juni 1998 bij Baan binnen en werd een jaar later eindverantwoordelijke. “Ik ken haar niet persoonlijk, ik vind het wel opvallend dat ze al na een halfjaar weggaat of wegmoet, dat is mij niet duidelijk. In die korte tijd kun je nauwelijks iets neerzetten,” zegt prof. dr. Bahlmann, de enige hoogleraar bedrijfseconomie van Nederland (aan Nijenrode). Bahlmann heeft een commissariaat bij Nedap. Opvallend is dat Nedap niet echt met haar pronkt, zo staat in het jaarverslag niet expliciet vermeld dat Bahlmann een vrouw is. “Ik ben gevraagd door de Raad van Commissarissen en de directie omdat die mensen mij al kenden en weten hoe ik over innovaties en organisaties denk. Nedap innoveert steeds, de organisatie daarop aanpassen, daar ben ik goed in. En daarom hebben ze mij gevraagd. Zo moet het ook, het gaat om kwaliteit, niet of je man of vrouw bent.”
Echtgenotes zeiden: mijn man is beter en rustiger gaan werken dankzij u
Seksisme
Tineke Bahlmann is een Rotterdamse, een opmerkelijke vrouw met een opmerkelijk doorzettingsvermogen, charmant, zij weet wat zij wil zonder een ‘bitch’ te zijn. Deze omschrijving riekt al naar seksisme. Mannen worden zelden zo neergezet. Maar zoals eerder gezegd: er zijn nauwelijks vrouwen aan de top, ook niet op de universiteiten. Slechts 2% van de hoogleraren (60) in Nederland is vrouw. En Bahlmann heeft in de loop der jaren al alle bewuste en onbewuste vooroordelen over zich heen gekregen. Zoals de man die haar kamer binnenliep en haar toeblafte op zoek te zijn naar mijnheer Bahlmann. “Die is er niet.” En later verontschuldigend weer aanklopte. En op een receptie werd haar eens gevraagd bij wie zij hoorde. “Bij niemand, want ik was in die tijd alleen. Ik weet niet of mijn huwelijk is gestrand door mijn ontwikkeling tot professor. Zowel mijn eerste als mijn tweede man kon uitstekend hun eigen potje koken. We hadden geen ruzie over het badkamerputje. Ik besef ook wel dat het toch vreemd blijft; mijn hulp hoorde dat ik tegen mijn man zei dat hij zijn eigen overhemden moest strijken, sindsdien strijkt zij zijn shirts zonder dat hij daar om gevraagd heeft. Ik word wel eens bij bijzondere gelegenheden uitgenodigd met mijn man, dan ontstaat de situatie van ‘mijnheer Thatcher’, als je begrijpt wat ik bedoel.” Bahlmann is haar meisjesnaam.
Haantjesgedrag
Dat geldt trouwens ook voor mannen. Vrouwen op hoge functies in het bedrijfsleven, of overheid dat maakt niet zo veel uit, hebben wel last van mannen die in machtsspelletjes verwikkeld zijn. Daar zijn vrouwen slechter in, ik kan dat althans niet goed, heb vaak niet in de gaten waarom iemand iets zegt of wat er achter steekt. Er is veel haantjesgedrag. Op de universiteit is dat wel extreem, heb ik gemerkt. Op elke universiteit, want het zijn allemaal mannenbolwerken. Er werken alleen vrouwen als secretaresses of als aio. Universiteiten zijn bureaucratische organisaties, ik was pas vergeten een formulier in te vullen, ik ontving meteen een boze brief, daar kan ik gefrustreerd van raken.” Neelie “Vrouwen praten veel meer over de inhoud van het vak, mannen over de maatschappelijke uitstraling. Ik merk ook dat de kinderen door je hoofd blijven gaan. Mannen zijn dat allemaal vergeten zodra ze op hun werk zitten.” Bahlmann heeft bij de UT een decaanfunctie aangeboden gekregen die ze afgewezen heeft. “Om privé-redenen en het is met te ver van mijn huidige woonplaats. Ik wil op het operationele vlak blijven werken, niet bestuurlijk in de Raad van Bestuur, al die stapels papier, niets voor mij.” Op Nijenrode is nu nog Neelie Kroes de baas. “Dat maakt het voor mij niet aantrekkelijker. Voor de omgeving is het belangrijk om een landelijke bekendheid te hebben, Karel van Miert neemt het over, die heeft ook een prima uitstraling. Dat is voor Nijenrode belangrijk. Niet of het een man of vrouw is.”
Voorbeeldfunctie
Tineke Bahlmann was secretaresse en ging weer studeren toen zij in verwachting raakte begin jaren zeventig. “Ik was één van de eerste vrouwen die economie in Rotterdam studeerde. Toen ik een jaar of 25, 26 jaar was gaf ik les op school. Ik vind mijn werk leuk, het lesgeven, ik was ook een voorbeeldfunctie: er gingen door mij meer meisjes economie studeren, dat zeiden ze ook. Ik ken vrouwen die het leuk vinden dat ik dit werk doe. Het is ook hoe je het brengt, want mijn onderwerp is niet altijd even leuk: winstbepalingsvraagstukken of financieringsvraagstukken.” “Ik geef les aan Nijenrode aan mannen van middelbare leeftijd. Boeiend. Er worden nooit grappen over mij gemaakt. De meesten vinden het wel leuk, ik zie er niet uit als een professor, met een grijze knot. Ik ben een goede lerares, met goede didactische eigenschappen. Dat wordt gezegd door vrouwen van mannen die les bij mij hebben gehad. Zij zeiden: mijn man werkt beter en rustiger dankzij u. Dat vind ik leuk om te horen. Ik geef strategie, niet zozeer dat ze dikke boeken moeten lezen, maar meer hoe de huidige strategie is en wat de nieuwe inzichten en gedachten zijn op bij voorbeeld lange termijn. Dat is heel boeiend.”
Politie
“Ik vind ondernemers leuk, de wijze waarop ze met de producten omgaan. Ik ben bij heel veel bedrijven geweest, overheden, ik vind het interessant om te zien hoe die worden aangestuurd. Ik heb nu vier commissariaten, vooral in de volkshuisvesting, ik vind dat ik iets terug moet doen voor de maatschappij die mij ook kansen heeft gegeven. Ik heb in het verleden wel als een ondernemer geopereerd, risico’s genomen, bewust stappen terug gedaan ook in inkomen omdat ik iets anders zocht. Ik doe naast mijn deeltijdbaan als hoogleraar advieswerk. Ik begeleid veranderingsprocessen, nee, ik schrijf geen rapporten.” En ze gaat met haar studenten op stap: “Ik gaf onlangs les aan politiecommissarissen over leiderschap en innovatie. Dikke boeken lezen is wat mij betreft niet de oplossing. Het is veel leuker hen mee te nemen naar bedrijven zoals Nedap. Bovendien zijn het potentiële klanten voor Nedap. De overheid moet bedrijfsmatig gaan werken. Dan denken ze dat ze bedrijfsnotities moeten gaan schrijven. Het beeld bestaat dat het bij het bedrijfsleven goed gebeurd.” Nooit haar vrouw-zijn misbruikt? Silvia Toth erkent haar charmes wel eens in de strijd gegooid te hebben. “Nee, Je moet jezelf blijven, niet anders gaan doen, een groter mond hoort niet bij mij. Je moet vooral niet bang zijn om dingen op te pakken.”
1 reactie
Vrouwen op hoge functies in het bedrijfsleven, of overheid dat maakt niet zo veel uit, hebben wel last van mannen die in machtsspelletjes verwikkeld zijn…… ‘zolang Tineke zich daar goed en volledig van bewust is……..’