Topman MESA+ Dave Blank wil kennis ook gebruiken voor honger en aids
De ontdekking op de oude textielschool
Allochtonen, zo stond onlangs in de krant, krijgen bijkans per definitie een lager schooladvies dan autochtonen. In dezelfde week gingen we bij prof. dr. ing. Dave Blank (54) op bezoek in één van de torens op het universiteitsterrein. Blank kwam op zijn dertiende vanuit Amsterdam naar Enschede. Saillant detail: hij begon op de lts (eigenlijk op de mulo, maar dat bleek niets voor hem). Blijkbaar werd Blank eindjaren zestig in het oosten ook als allochtoon beschouwd.
Maar het is allemaal goed gekomen. Blank deed nog wat studies, waaron-der de HTS aan de Hogeschool Enschede en is eind vorig jaar benoemd tot wetenschappelijkedirecteur van MESA+. MESA+ (met een omzet van 40 miljoen de grootste van de vijf UT-onderzoeksinstituten) is een nanotechnologisch onderzoeks-instituut dat vooral gericht is op de vakgebieden nanotechnologie, micro-systeemtechnologie, materiaalkunde en nano-elektronica. Dankzij MESA+ behoort Nederland internationaal tot de top vijf op dit gebied. Ruim vier-honderd onderzoekers werken er aan nieuwe materialen en systemen met afmetingen tot in het bereik van een miljoenste millimeter (nanometer). Het instituut heeft inmiddels meer dan dertig spin-off bedrijven voortge-bracht. Van die nanotechnologie wor-den in de toekomst wonderen ver-wacht, dat is één van de redenen waarom de provincie Overijssel een miljoen subsidieert voor de bouw van een nieuw nanolaboratorium op de UT dat deel uitmaakt van NanoLab NL waarin zeven universiteiten, TNO en Philips afspraken hebben gemaakt over de faciliteiten voor nanotechnologie. De UT investeert ruim 40 miljoen euro in het lab, dat eind 2008 klaar moet zijn.
Volgens oud-rector Frans van Vught moeten we dolblij zijn dat Blank nu de leiding heeft. In Vrij Nederland zei Van Vught:“De combinatie van nano-technologie en materiaalwetenschap-pen is één van de aantrekkelijkste en meest innovatieve vakgebieden in de hightech sector. Blank is bij uitstek iemand die de koppeling tussen fun-damenteel academisch onderzoek en praktische toepassingen kan maken. Hij werkt bijvoorbeeld aan stoffen met ingebouwd geheugen: denk maar aan een overhemd dat de drager auto-matisch zijn medicijnen toedient.”Opvallend detail: Blank heeft zelf sui-kerziekte.
De man over wie dit allemaal gaat, zit losjes in zijn (rommelige en niet al te grote) werkkamer. Hij ziet er op het eerste gezicht zelfs niet uit als een hoogleraar. Zijn vader werd eind jaren zestig leraar (werktuigbouwkunde)op de MTS in Enschede. Blanks onderwijzer zei (bij zijn vertrek) in de klas dat Twente nog ‘achter de Achterhoek lag’, vertelt Blank smakelijk. De godenzoon van wie ieders toekomst in Twente blijkbaar afhankelijk is, had hier helemaal niet moeten zijn. Na zijn vervangende dienstplicht, zou hij bij de Universiteit van Nijmegen aan het werk gaan. Het dienstweigeren was (achteraf gezien) de feitelijk start van zijn carrière.“Het was de tijd van de Vietnam-oorlog, in mijn kennissenkring werd daarover stevig gedebatteerd. Daar heb ik veel profijt van gehad: wat zijn nou je gedachten en hoe kan je die uiten? Een leerzame periode.” Om een lang verhaal kort te maken: Blank zou als vervangende dienstplicht een Chinees begeleiden die niet kwam. Daarop lijfde toen nog de THT hem in. En vlak voor zijn vertrek naar Nijmegen was daar ineens een vacatu-re die hem voor Enschede behield. Blank is gefascineerd door techniek. “Ik heb onlangs een Toyota Prius gekocht omdat daar zoveel techniek in zit. En mijn notebook moetgewoon het nieuwste van het nieuwste zijn.” Maar er is maatschappelijk niet alleen financiële tweedeling ontstaan, maar ook een kennisgat. Daar moeten we ook aan werken. Hoeveel mensen hebben een televisie waarvan ze slechts een fractie van de mogelijkheden benutten. Het is een retorische vraag. “We zijn nu bezig om internet in de trein mogelijk te maken. Je kan je afvragen: worden we daar gelukkiger door? Ik vind het wel fascinerend in een tijd te leven waarin dat soort technologische ontwikkelingen gebeuren. Net als de mobiele telefoon; zijn we daar gelukkiger van geworden? Je kan je ook afvragen: moeten we als maatschappij zoveel geld stoppen in een deeltjesversneller? Ik vind wel dat als je dat doet je ook andere vraagstukken op dezelfde manier moet benaderen. Bijvoorbeeld het vraagstuk over honger of aids. Ik wil gebruik gaan maken van mijn positie als wetenschappelijk directeur om te laten zien dat nanotechnologie ook gebruikt kan worden voor snelle diagnostiek van ziektes en het filteren van oppervlaktewater.”
Blank wil ook zijn studenten op die manier aanspreken. “Een mooi voorbeeld vind ik de brandstofcel: wat heb je nou nodig om een milieuvriendelijke brandstofcel te maken die overal toepasbaar is. Zo’n brandstofcel zou ideaal zijn in laptop, mobieltje, maar ook in ontwikkelingslanden. De zonnecel lijkt erg platvloers, maar het is een geweldige technologische ontwikkeling.” Het gevoel van ontdekken, schijnt iets fantastisch te zijn, en dat probeert hij op zijn volgelingen over te brengen. “Tijdens mijn hts-opleiding kreeg ik een jaar les in de oude textielschool, tegenover het ziekenhuis. Achterin die lokalen zaten gesloten deuren. Maar die hadden we als aankomende technici in dertig seconden open. Daarachter lagen balen stoffen, klossen, coconnen van zijderupsen: bij wijze van spreken de hele textielhistorie van Twente lag daar opgeslagen. Als ik daarover in de les had geleerd, was ik het ongetwij-feld allemaal al vergeten. Maar nu, dat moment, die vijf minuten, dan leer je zo veel wat je ook je hele leven bij blijft.”
Ook zijn hts-opleiding (fysische techniek) was speciaal. “Samen met nog een stuk of tien studenten vormden we de tweede lichting. De opleiding moest zich nog ontwikkelen, stond in de steigers. Leraren wilden weten wat de leerlingen wilden weten en de leerlingen beslisten dus mee over hoe die opleiding eruit zou gaan zien.” Iedereen uit dat klasje is later goed terecht gekomen. Laatst liep hij Rob van Buren tegen het lijf, de man die deze opleiding gestalte heeft gegeven. “Die man, hij moet inmiddels 80 jaar zijn, herkende mij direct. Over mij stond die week toevallig een artikel in Vrij Nederland. Hij glunderde helemaal.” Die sfeer van toen is niet meer, stagiaires kiezen tegenwoordig liever voor het bedrijfsleven. “Die betalen blijkbaar beter.” Als wetenschappelijke topman ziet Blank voor zichzelf ook een taak weggelegd om de schotten tussen wo, hbo en mbo weg te breken. “Vroeger ben ik betrokken geweest bij projecten tussen Saxion en universiteit. Maar de afgelopen tijd houd ik me meer bezig met het ROC.” Daar zit Blank in de Raad van Advies. “Ik heb dat gedaan in de tijd dat het vmbo zulke slechte recensies kreeg. Ik heb er zelf ook op gezeten en heb me afgevraagd hoe dat komt.” Hij heeft met bedrijven, overheid en kennisinstellingen een soort ontmoetingsplaats opgezet. “Niet om te praten, maar waar experimenten gedaan kunnen worden.” Blank is ervaringsdeskundige op roc, hogeschool en universiteit. Hij wil die werelden bij elkaar brengen, zijn gevoel toen hij de textieldeur opende, laten herleven. “Als een jongen of meisje op het roc vastloopt, zou je die stage kunnen laten lopen in een omgeving waar nieuwe producten worden ontwikkeld. Dan zou de vonk kunnen overslaan dat hij/zij doorleert. Als dat er één of twee per jaar zijn, is dat al mooi.”
Technologie is niet alleen MESA+, het kunnen ook zaken zijn die in groep 8 van de basisschool worden gedaan (Blank is overigens ook hoofdredacteur van www.natuurkunde.nl). Maar de kennisachterstand over tech-nologie is enorm, heeft Blank gemerkt. Ook die kloof wil hij overbruggen in de komende jaren,door middel van lezingen. Dat dat aanslaat merkte hij vorig jaar in het Haagse Dudoc waar veel Tweede Kamerleden in het gehoor zaten. “De reacties waren heel goed en daarom heb ik ook aan wethouder Bleeker gevraagd of dat niet ook in Enschede zou kunnen, in Concordia of in het stadhuis.”
Nog geen reacties