Maartje Visschedijk, afgestudeerd aan Small Business ging terug naar ROC
‘Ik wil leuke dingen doen, daar haal ik energie uit’
Het komt niet vaak voor dat een afgestudeerde hbo’er met een goede baan bij een gemeente naar het ROC stapt om een aanvullende praktische opleiding te doen. Om daar als 22-jarige tussen tieners te gaan zitten. Dan ben je een buitenbeentje. Dat is Maartje Visschedijk (27) inderdaad. Van Europees aanbesteden naar een eigen modeatelier en een soort Pipo-wagen. “Ik kan niet stil zitten.”
Voordat er misverstanden ontstaan, ze heeft absoluut geen spijt van haar opleiding small business en retail management. “Ik wilde na de havo een studie volgen waarbij ik lekker zelfstandig aan het werk kon gaan.” Small business dus, en dat was niet helemaal onbegrijpelijk (gezien haar roots) want haar vader (zelfstandig onderwijsdeskundige) was één van de mensen die aan de basis van deze opleiding heeft gestaan. Ze startte in 2000 de studie, en studeerde af op ‘Inkoop en Europees Aanbesteden’ in drie in plaats van vier jaar en ging werken bij de gemeente Enschede, die haar met open armen ontving. Want zoveel mensen hebben nou ook weer niet verstand van Europees aanbesteden. “Je hoort vaker dat het fout gaat dan goed.” De desillusie bij beide partijen was groot toen Visschedijk al na een half jaartje constateerde dat ze niet de rest van haar leven achter een gemeentelijk bureau wilde zitten. “Ik werk juist graag met mijn handen.” Kleding maken, dat is en was haar lust en haar leven. “Ik zat op een naaicursus en ik dacht, ‘hier ga ik mee verder’. Ik ben naar het ROC gegaan en heb daar met één van de coördinatoren gesproken en uitgelegd wat ik graag wilde: de technische kant van het vak leren.”
ROC
Voor de algemene vakken als Nederlands, Maatschappijleer en dergelijke kreeg ze vrijstelling. “Ja, ik deed alleen de technische vakken zoals patroontekenen, en modevorming.” Maar goed, Maartje was op dat moment 22 jaar, en ze koos
er bewust voor om tussen zestien- en zeventienjarigen te gaan zitten die na het vmbo dezelfde vervolgstudie wilden doen. En die leeftijdsgroep is vooral druk met – laten we het samenvatten – ‘puberen’. “Het verschil was ook wel heel duidelijk hoor. En ook de relatie tussen mij en de docenten was natuurlijk heel anders dan tussen de andere leerlingen en de docenten. Mijn doel was om in twee jaar de opleiding te doen. Ik ging af en toe naar een klas puur om informatie, advies en hulp van een docent te vragen.” Maartje Visschedijk viel er in de klas (natuurlijk) totaal buiten, maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ze dat eigenlijk al haar hele leven gewend is. Ze is niet (laten we zeggen) ‘gemiddeld’.
De andere leerlingen deden overigens niet onaardig tegen haar. “Toen ik ze uitlegde wat ik kwam doen, hadden ze zelfs een soort respect voor mij. En uit die tijd heb ik een heel goede vriendin overgehouden.” Een Europees aanbesteder werd gediplomeerd fashion designer. En dankzij het netwerk van haar zus die in de theaterwereld zit, kreeg ze af en toe al klusjes voor kostuums. “Tijdens mijn studie deed ik al allerlei projecten voor ‘Theaterobers’. Daar maakte ik de kostuums voor en ik ging vaak mee als ze in de stad optraden. Dat was nog tijdens de studie.” En daarna ging het hard met haar, ze heeft inmiddels (op de eerste etage van haar eengezinswoning) een eigen atelier ingericht en ze werkt vooral voor muziek- en theaterverenigingen, zoals voor Theaterkoor Multiple Noise in Hengelo. “Daarvoor heb ik de productie ‘Music Life’ gedaan, dat ging over de virtuele wereld van het internet.” Particulieren die maatkleding willen, helpt ze ook. “Zwangere vrouwen hebben vaak moeite met het vinden van goede kleding. En als je eenmaal maatkleding hebt gehad, dan wil je dat blijven dragen.” Maar ze heeft niet veel tijd over. Bovendien ligt haar hart bij theaterkleding. “Als ik met een productie bezig ben, heb ik een halfjaar tot een jaar mijn handen vol.” Want ze maakt alle kostuums in haar eentje. Van de voorstellingen zelf ziet ze weinig. “Ik zit niet tussen het publiek, maar ik werk achter de schermen, ik help met het verkleden en ik doe de
grime.”
Geen echt bedrijf
Sterker nog, ze heeft officieel niet eens een eigen bedrijf (eenmanszaak of BV), althans ze staat niet ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Bewust niet. “Ik zit in de beginfase. Ik vind het leuk om het allemaal zelf te doen.” Managen van een bedrijf met personeel vindt ze vooralsnog een gruwel. “Zo ambitieus ben ik nog niet, niet op dit moment althans. Ik vind het erg leuk om de dingen te doen die ik nu doe en zolang daar voldoende variatie inzit, geniet ik daarvan. En dat vind ik het belangrijkste.” Het is ook de angst, zegt ze eerlijk, om te groot te worden. Dat het routine wordt. “Op school moest ik soms bijwijze van spreken iets honderd keer doen en dat stond me tegen. Het moet wel gewoon elke keer een uitdaging blijven.” Acquireren hoeft ze niet. “Het is
vooral mond op mond reclame. Ik adverteer niet en ik ga niet staan ‘flyeren’ op de markt. Ik krijg voorlopig genoeg werk aangeboden, als je dat bedoelt…” Van haar tijd aan Saxion heeft ze geen seconde spijt. “Ik heb vooral het eerste jaar dat je een eigen onderneming start, veel geleerd. We hadden het bedrijf Wayward opgericht. Dat was een bedrijfje dat lichtgevende u-profielen voor cilindersloten maakte. Als je in het donker thuiskwam, kan je het sleutelgat gemakkelijk vinden, was ons idee. Nee, het is geen succes geworden, maar het ging er natuurlijk om dat je met alle facetten van het ondernemerschap te maken kreeg: inkoop, verkoop, productie, marketing, administratie, noem maar op. Ja, daar heb ik ook nog voordeel van gehad toen ik met mijn atelier begon.”
Bouwkeet
‘Never a dull moment’ met Maartje. Uit angst voor routine heeft ze onlangs een bouwkeet gekocht. Zo’n lege ruimte die op bouwplaatsen wordt gezet zodat de bouwvakkers droog hun boterhammetje kunnen eten. Ze wil er een soort stacaravan van maken. “Ik ben constant op zoek naar nieuwe uitdagingen.” Als het mobiele onderkomen naar haar zin is, gaat ze het ook echt te huur aanbieden. “Dan kom je weer terug bij het project van Small Business en het eerste jaar waarop je echt met ondernemerschap bezig bent.” De verbouwing van de schaftwagen, die ze grotendeels eigenhandig doet (pa sprong bijvoorbeeld bij wanneer een toiletje geïnstalleerd moest worden), geeft haar en soort artistieke bevrediging. “Het is mijn project en als het klaar is, wil ik kunnen zeggen, ‘dat heb ik gemaakt’. De elektriciteit is net aangelegd. Het plafond en de muren zijn weer dicht. Ik ben nu bezig met de meubels. Zoals ik zei: ik werk graag met mijn handen en ik ben graag creatief bezig en als ik iets zie en dat lijkt me leuk, dan ga ik dat doel achterna.” Dat gedrag zal haar vrienden en familie overigens niet verbazen. Ze krijgt heel vaak te horen, ‘daar heb je Maartje weer, typisch iets voor haar’. “Ik kan niet stilzitten, ik moet gewoon altijd dingen doen. Vooral dingen die ik leuk vind, daar haal ik heel veel energie uit.”
Nog geen reacties