SAX

Gijs Jolink heeft een gele kaart van zijn lichaam gehad

‘Bevrediging halen uit ondernemen’

“ Ik wil niet eindigen als Keith Richards. Muzikant is een mooi, maar
zwaar vak. Als je veel optredens doet, dan zie je er soms uit alsof je drie weken onafgebroken in een kolenmijn in de Oekraïne hebt gezeten. Het is gewoon niet gezond. Je leeft ’s nachts. En overdag werk ik in ons evenementenbedrijf.” Gijs Jolink vat zijn beslissing om te stoppen als bassist van zijn geesteskind Jovink en de Voederbietels samen.

Het betekent niet dat de band nooit meer zal optreden, maar dag in dag uit, week in week uit toeren, dat leven is voorbij. “Ik heb een zenuwinzinking gehad, dat beschouw ik als een gele kaart.” Voor de goede orde, laat Gijs optekenen in zijn kantoor in Hengelo (Gelderland): “Ik heb geen burn-out gehad.” Het was een zenuwinzinking en dat is erg genoeg, zo ondervond hij. “De verschijnselen van een zenuwinzinking en een burn-out zijn vergelijkbaar, maar een burn-out kan maanden duren.” In zijn geval speelde hij een paar dagen later alweer. Terug naar dat moment in zijn leven waarna hij het roer omgooide: “Ik reed van kantoor naar huis. Ik was al maanden erg druk en ik voelde me niet lekker; thuis ben ik in bad gegaan, maar ik voelde me slechter worden, ik zakte letterlijk door mijn benen en ik voelde me ongelooflijk moe en duizelig.” En tot verbazing van zijn vriendin begon hij ook keihard te huilen. “Ik heb daarna twee dagen voor pampus in bed gelegen.” Een jonge vitale vent werd ineens een soort plant. Die jonge vitale vent leefde overigens wel ongeveer drie levens tegelijk, als ondernemer en als muzikant. “Ik heb het helemaal niet zien aankomen. Ik leid een fantastisch leven: we hebben zowel zakelijk als met de band veel succes.”

Maar Jolink kon natuurlijk op zijn vingers uitrekenen dat hij verre van gezond leeft. “Een aantal keren per week kwam hij zo rond het ontbijt, als zijn vriendin net opstaat, binnenstappen.“We spelen tot een uur of twee ’s nachts, soms nog langer, en dan gaan we zelf de zaal in, de mensen een handje geven, een biertje drinken en daarna vaak nog een paar uur in de auto.” In de loop van de dag gaat hij dan naar het bedrijf. “Juist omdat ik die zenuwinzinking totaal niet had zien aankomen, dacht ik ‘hier moet ik lering uit trekken’.” Eerst werd gedacht om iemand op kantoor erbij te nemen, maar Gijs maakte de verstrekkendste beslissing: stoppen met toeren vanaf 2008. “Ik ben bang dat, als ik blijf doorgaan zoals nu, ik over pakweg vijf jaar de rode kaart krijg.” Dat betekent dus dat 28 oktober in Laren Jovink (een samentrekking van Jolink en zijn maatje Hendrik Jan Lovink) en de Voederbietels er mee ophoudt. En dat had hij niet verwacht, zegt hij. Gelul van een dronken aardbei: Jovink zonder Jolink kan niet! “Misschien naïef van mij, maar iedereen is vervangbaar. Ik ben van de beslissing van de band geschrokken, maar ik kan het wel begrijpen.”

Net als zijn vader Bennie (van Normaal) heeft ook Gijs last van astma. Zijn vader komt vaak werkelijk totaal gesloopt van het toneel na een optreden. Maar zoonlief zegt nadrukkelijk dat hij zich niet door zijn vader heeft laten leiden bij zijn beslissing. Sterker nog, het spijt pa dat zoon de beslissing heeft genomen.“Hij zei ‘kan je dan niet wat minder gaan spelen’. Ik zei ‘nee pa’.” Later in het gesprek komt hij nog even op zijn vader terug. “In interviews wordt vaak naar mijn vader gevraagd in de hoedanigheid van de zoon van…. Daar ben ik niet blij mee. Ik kan prima met mijn vader opschieten, daar gaat het niet om.” Hij baalt er van dat buitenstaanders hem muzikaal op één hoop gooien met Normaal. “Ik vind Normaal hartstikke goed hoor.” Maar als Gijs ergens de pest aan heeft, dan is dat wel dat bier-gooien tijdens de optredens van Normaal.

Toch lijkt Gijs wel degelijk lering te trekken uit de problemen die Bennie heeft gehad. Bijvoorbeeld met managers. Jovink heeft het management altijd in eigen hand gehouden. Waardoor een groot evenementenbureau is opgebouwd. “Volgens mij kun je creativiteit niet los zien van organisatie. Als je je daar van distantieert, dan creëer je chaos. Je kan niet zeggen, ‘ik ga iets verzinnen, maar ik wil me niet bezighouden met de uitvoering’.” Dat klinkt als kritiek op zijn verwekker. “Ja, je mag klagen dat je bedonderd bent, maar als eigenaar ben je daar zelf bij.”

“De carrière van mijn vader en die van mij verschilt heel sterk. Hij is opgegroeid in de jaren zestig toen ondernemerschap en management verwerpelijke zaken waren.” Bennie is kunstenaar, heeft in Enschede de kunstacademie gedaan. Gijs deed aan de rechtsvoorganger van Saxion in Deventer de opleiding ‘toegepaste huishoudwetenschappen’, later omgedoopt in ‘facilitaire dienstverlening’. Altijd handig om later bijvoorbeeld een kroeg te beginnen, wat Gijs ook gedaan heeft. Bovendien interessant vanwege Gijs’ interesse voor evenementen. Hij was overigens niet erg onder de indruk van de opleiding (van 1988 tot 1992). “Ik had verwacht dat het wereldser zou zijn, dat de docenten meer met de praktijk te maken zouden hebben.” Hij vond het pas echt interessant worden tijdens zijn studie aan de universiteit van Nijmegen. “Maar ik heb wel een prachtige tijd gehad in Deventer, zowel op school als daar buiten.”

De band was in het begin vooral gein trappen. “Wij zongen vieze liedjes en het stelde muzikaal niets voor; het enige positieve was de onbevangenheid waarmee wij speelden.” Jovink werd in de loop der tijd beter, hoewel de lol altijd voorop stond,zoals met tante Riekie bij wie de heren vroeger veel over de vloer kwamen. Is Jolink wellicht ook wel psychisch ten onder gegaan aan de veeleisende fans? Maar die suggestie werpt hij verre van zich. “Onze fans leggen geen druk op ons. Wij staan heel luchtig in het leven.” Het is natuurlijk de vraag of Gijs uit het bedrijf (evenementen organiseren, producties doen en het management voor een band uit Tilburg en de officiële Elvis-vervanger Maarten Jansen doen) net zo veel bevrediging haalt als uit het spelen op de bühne.“Dit is een erg creatief bedrijf. Ik zou het wel fijn vinden als wij uit oogpunt van risicospreiding meer zaken zouden aanpakken waar minder creativiteit bij komt kijken, zoals inhuren van bouwhekken, horeca, dat soort dingen.”

De Feestfabriek zoals het bedrijf heet (naast de BV Jovink en de Voederbietels) organiseert dus evenementen zoals de Zwarte Cross (“veruit de grootste klus”), het bevrijdingsfestival in Nijmegen, een productie van Status Quo in Drenthe en heeft in mei eerder dit jaar een rally georganiseerd voor Harley-Davidsonclubs uit Europa. “We zijn een gezond bedrijf dat jaarlijks flink groeit.” Daarnaast heeft het bedrijf een welhaast perfect financieel (gesloten) muntsysteem ontwikkeld.“Dat zetten we ook in bij andere evenementen, het heeft zich bewezen.” Net als de eigen ticketservice. “Daar is groei mogelijk.”

Het ontstaan van de Zwarte Cross is te mooi om niet even kort te vertellen. Geen grote marketingplannen of uitgekiende planning, maar gefluister en geroddel in het café dat er een zwarte cross werd gehouden, deed iedereen uit het dorp komen. Later kwam de hele regio, tegenwoordig komen tienduizenden bezoekers van heinde en verre. “Op kantoor zitten tien mensen, met de band en crew erbij komen we op 25. Tijdens de Zwarte Cross zijn wel elfhonderd mensen aan het werk.”

Jovink en de Voederbietels bestaat dus bijna niet meer, terwijl er nog een karrenvracht aan aanvragen voor optredens ligt.“We zeggen nu op niets ja of nee.We treden minstens een half jaar niet op en dan gaan we de aanvragen bekijken. Alleen wat we allemaal leuk vinden om te doen, gaan we doen.” Zoals bij de Zwarte cross in Lichtenvoorde in 2008.

Vorige bijdrage

Nummer 36: PvdA valt terug op die ouwe knarren

Volgende bijdrage

Nummer 37: not the dr. Phil-show

Jan Medendorp

Jan Medendorp

Jan Medendorp is gespecialiseerd (interviews, reportages, analyses, commentaren, columns) in sociaal- en financieel-economische onderwerpen, sport, politiek en human interest (voor krant, radio, televisie, maar ook bedrijfsfilms).

Nog geen reacties

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *