Arthur van Hoff helpt studenten aan stages in Silicon Valley
‘Ik werk nu aan een zelfdenkende zoekmachine’
Arthur van Hoff (links) met studenten Siet Toorman (midden)
en Matthijs Langenberg
Arthur van Hoff (47) studeerde in 1984 af aan de toenmalige HTS Informatica. Niet veel later vertrok hij naar het buitenland om in de Verenigde Staten te eindigen. Maar echt ingeburgerd is hij daar niet. “Onder Bush wilde ik geen ‘citizen’ worden.” Saxion-docent
Jan Stroet heeft contact met hem gehouden en dat heeft er toe geleid dat veel studenten in Silicon Vally stage lopen.
Matthijs Langenberg (21) is zo’n student. Hij doet zijn afstudeeropdracht bij Ellerdale, een ‘startup’ van Arthur van Hoff in Silicon Valley, schrijft Langenberg op zijn website. “Silicon Valley is het mekka voor iedere softwareontwikkelaar.
Ik heb Google, eBay en Apple bezocht en werknemers van andere hoogstaande technologie bedrijven (zoals Facebook) kwamen vaak langs voor lunch. Het geavanceerde technologische niveau gecombineerd met de Amerikaanse spirit geeft het gevoel dat alles mogelijk is. Computers werken hier hetzelfde. Dit klinkt misschien raar, maar ik merk dat ik vooral gegroeid ben op de gebieden die niets met softwareontwikkeling te maken hebben. Het zijn de simpele dingen er omheen, zoals boodschappen doen, een bezoek brengen aan de bioscoop of een praatje met een willekeurig persoon bij de Starbucks, die ik als verrijkend ervaren heb.”
Het interview met Van Hoff verloopt verre van vlekkeloos. Tijdens ons eerste contact bel ik hem letterlijk uit zijn bed. Natuurlijk had ik rekening gehouden met het tijdsverschil. Maar in New York (oostkust) en Californië (westkust) leven de mensen in sterk uiteenlopende tijdsvakken. Toen ik hem een dag of wat later aan de lijn had, zei hij dat hij weliswaar Nederlander is, maar uitgerekend praten over zijn werk doet hij eigenlijk uitsluitend in het Engels. “Maar ik zal mijn
best doen.” En toen mijn eerste vraag: hoe oud bent u? “Dat is echt een typisch Nederlandse vraag. Die vraag mag je in Amerika nooit stellen. ‘Age-discrimination’, nooit van gehoord?” Je mag vragen naar zijn inkomen, desnoods naar zijn minnaressen, maar over leeftijd doet de gemiddelde Amerikaan geheimzinniger dan Marijke Helwegen.
Hoe oud ik ben?
Dat vraag je niet in Amerika
Terug naar beginjaren tachtig toen Van Hoff in zijn derde studiejaar stage liep in Schotland, in Edinburgh bij Machine Intelligence Research Unit. “En later heb ik nog anderhalf jaar in het Duitse Heidelberg gezeten bij IBM.” Het buitenland trok op het gebied van kunstmatige intelligentie. “Toen ik van school kwam, ben ik samen met een medestudent een consultantbedrijfje begonnen. We maakten software voor de Macintosh, voor orthodontisten. In de voorzitter van de vereniging van orthodontisten hadden we een geldschieter gevonden voor ons bedrijf.” Maar met pakweg twaalf klanten in heel Nederland was dat geen groeimarkt. Schotland lonkte opnieuw dankzij zijn eerdere stage. “Ik ben daar gaan werken en studeren aan de universiteit in Glasgow, waar ik als researchassistent voor een professor onderzoek deed. Op een gegeven moment kun je dan afstuderen, een ‘masters degree’, nee, geen Ph.D, geen doctoraal, dat heb ik nooit afgemaakt.” Zijn onderzoeken waren niet geheel onopgemerkt gebleven, hij was al een aantal keren naar Californië geweest voor presentaties, toen hij in 1992 werd gevraagd door Sun Microsystems. Bij Sun Microsystems ging Van Hoff werken aan de zeer bekende Java-computertaal. “Daar ben ik eigenlijk één van de belangrijkste softwareontwikkelaars geworden. Heb ik de ‘que pilot’ geschreven voor Java.”
Maar behalve een uitstekend softwareontwikkelaar is Van Hoff ook een ondernemer. En dus begon hij weer voor zichzelf met het bedrijf Marimba, dat later werd verkocht aan BMC. Van Hoff begon vrolijk opnieuw met Tifo en daar viel na verloop van tijd het oog op van Dell. “En nu ben ik weer met een nieuw bedrijf bezig, Ellerdale, maar dat is de codenaam, nog niet de officiële naam. We hebben nog geen product op de markt gebracht.” Over wat zijn nieuwe bedrijf precies doet, doet Van Hoff geheimzinnig. “We zijn op een heel hoog niveau bezig met ‘semantic search’. Semantic is een term voor kunstmatige intelligentie en in dit geval heeft het te maken met de meaning of things, of hoe zeg je dat, de betekenis van dingen.” Het gaat om een sort zelfdenkende zoekmachine. Als je bij Google iets zoekt, voer je een aantal woorden in en als die woorden precies zo voorkomen, heb je een match. “Precies. Stel je zoekt met ‘semantic search’ naar HTS Informatica, dan zou je in mijn zoekmachine ook een hit kunnen krijgen bij Saxion omdat die hogeschool die opleiding aanbiedt.” Dat lijkt me lastig, ook al om te voorkomen dat je dan heel veel fouten en overbodige hits krijgt. Van Hoff begint te lachen. “Ik zeg altijd: high problems are not solving. Als het gemakkelijk zou zijn dan zou iedereen het doen. Ik wil er verder niet op ingaan, ik hoop dat het volgend jaar klaar zal zijn.”
Van Hoff heeft na zijn studie in Enschede contact gehouden met één van zijn vroegere docenten, Jan Stroet. Dat leidde er toe dat regelmatig Saxion-studenten stage kunnen lopen bij Van Hoff. “Ik heb zelf ook veel plezier gehad aan mijn stages en op deze manier kan ik iets terugdoen. En Jan Stroet helpt mij bij het vinden van goede studenten die goed Engels spreken en die onafhankelijk zijn. Het moet niet zo zijn dat ik de hele dag hun handje moet vasthouden. Om hier stage te lopen is voor hen hartstikke mooi, Californië is natuurlijk fantastisch en hier in Silicon Valley gebeurt het gewoon. Nee, het is van mij zeker ‘charity’, het moet voor beide partijen zinvol zijn. Saxion-studenten zijn heel praktisch aangelegde jongens, universitaire studenten zijn vaak wat academischer en die willen graag research doen. Research is wel leuk, maar ik heb liever dat je echt een programmaatje kunt schrijven en niet alleen maar afweet van de technologie.”
Silicon Valley is een tempel voor de ICT. “Voor mijn werk zou ik hier niet meer weg kunnen, maar wellicht dat dat wel gebeurt voor mijn familie. Elk jaar gaan we zeker een maand naar Nederland en dan gaan we alle opa’s en oma’s af.
Misschien dat ik me ooit een tweede huisje in Nederland kan permitteren, dat zou wel leuk zijn.” Van Hoff heeft veel contact met de Nederlandse ambassade en met een Nederlands bedrijf dat in Silicon Valley Nederlandse bedrijven helpt naar Amerika te komen. Maar Van Hoff vindt van zichzelf dat hij voor die bedrijven niet zo veel kan betekenen. “Het is een enorm cultureel verschil van hoe het hier toegaat en hoe het in Nederland toegaat. Het is andersom wel zinvol. Bedrijven uit Nederland die hier gevestigd zijn, help ik graag. Om bijvoorbeeld financiering te vinden. Ja, ik vind het leuk als ik daarbij kan helpen, ik doe dat vaak.”
Nog geen reacties