Henk Kesler: “Ik keer niet terug in het bestuur van FC Twente”
Nee, veel vrienden heeft Henk Kesler (61) niet aan zijn langdurige periode bij de KNVB overgehouden. Grijzend: “Ik heb ze opgeschreven, al die namen, al die mensen die met me willen gaan eten en die met me willen gaan golfen.” De kans is groot dat hij nooit meer wat van hen hoort. Zijn contacten en relaties waren contacten en relaties vanwege zijn functies. Niet omdat ze hem zelf zo ontzettend leuk of aardig vinden. “Ik ben redelijk slim, als ik dat zo mag zeggen, dus dat weet ik ook wel.” Als een ‘nieuwe’ vriend beschouwt hij eigenlijk alleen oud-voorzitter Riemer van der Velde van Heerenveen. “Daarnaast nog een paar oppervlakkiger voetbalvrienden. Mijn echte vrienden zitten in mijn circuit in Enschede en dat waren al mijn vrienden voordat ik naar Zeist ging.”
Thuis zitten, vanachter de geraniums naar buiten gluren zien we hem niet doen. “Ik heb wel de keuze gemaakt om niet meer fulltime aan het werk te gaan. Een aantal adviseurs van mij heeft gezegd ‘wacht nou gewoon op alle aanbiedingen die voorbij komen, pak niet direct alles aan uit angst achter de geraniums te komen’, zoals u dat zegt.” Hij begint dus ook geen advocatenpraktijk meer of een ander bedrijf. En voor de aflossing van zijn hypotheek hoeft hij ook niet meer dagelijks de wekker om 7 uur te zetten.
Voetstuk
“Ik heb nog een paar bestuursbanen die ik al had in de periode dat ik bij de KNVB werkte, maar dat zijn functies op basis van pure vrijwilligheid, zoals voorzitter van het Cremermuseum in Enschede en voorzitter van de Raad van Toezicht van het Orkest van het Oosten. En alleen werken in de voetballerij stompt ook wel af, hoor.” Maar hij heeft het jarenlang gedaan, tachtig, negentig uur per week in de weer voor voetbalminnend Nederland. “Dan heb je weinig tijd voor sociale contacten. En dan verarm je wel, dat heb ik altijd het nadeel van die functie gevonden.” En iedereen had een mening over de Enschedese advocaat die zichzelf op die directiezetel had benoemd (toen nog als voorzitter). Hij werd verketterd, beschimpt ook omdat hij zich verbaal niet altijd even handig uitdrukte als het ging om stakende politieagenten of om dwarsliggende burgemeesters of bestuurders. Maar ten langen leste kwam hij op een voetstuk. Daar werd hij onder meer neergezet door de invloedrijke journalist Johan Derksen.
Zonnekoning
Hij was net zo goed als bondscoach Bert van Marwijk tot Zonnekoning gekroond als Robben die eigenlijk niet te missen kans in de finale tegen Spanje had gemaakt. “Over dat soort zaken kan ik me wel heen zetten, ik weet hoe het werkt. Daarom heb ik ook al in 2008 gezegd dat ik na het WK in 2010 zou weggaan. Oorspronkelijk zou ik de functie vijf jaar doen. Dat ik langer ben gebleven, is een bewuste keuze geweest, daar lagen interne redenen bij de KNVB aan ten grondslag. We waren bezig met het klaarstomen van mijn opvolger. En een voor de KNVB belangrijke commerciële man wilde alleen blijven als ik ook twee jaar zou bijtekenen. Dus ik heb in 2008 bijgetekend, maar direct gezegd dat ik daarna ook echt zou weggaan. Ik vind dat achteraf eigenlijk wel prettig, dan kun je ook naar je afscheid toewerken. Ja, ik ken het adagium dat als je zegt dat je weggaat, je eigenlijk al weg bent. Ik heb tijdens de algemene vergaderingen gezegd ‘let eens even op, ik zeg wel dat ik wegga, maar pas op, ik ben er nog.’ En dat heeft wel gewerkt.”
Mijn echte vrienden zitten in mijn circuit in Enschede
Zorg
Voetbal was zijn hobby, eerder al als bestuurder van FC Twente, het werd later bij de KNVB zijn werk. En daar ligt ook zijn hart, net als in de cultuur, maar ook in de zorg. Hij was voorzitter van een van de voorlopers van het MST in Enschede en hij is nu nog steeds voorzitter van het universitair centrum sportgeneeskunde in Utrecht. “Ik zou het leuk vinden om in de gezondheidszorg nog iets te gaan doen.” Maar vooralsnog kan hij eerst aan de bak bij het Orkest van het Oosten dat als gevolg van de kabinetsplannen flink zal moeten bezuinigen. Directeur Harm Mannak is enthousiast over Kesler als voorzitter ondanks dat hij er vaker niet dan wel was: “Hij is altijd bereikbaar en dat vind ik een belangrijke voorwaarde voor een voorzitter.” Kesler zal vooral van waarde zijn bij het vinden van de zogenaamde derde geldstroom. En dat zal al lasting genoeg zijn, want orkesten, leden, directies staan doorgaans als conservatief bekend. “Dat moet veranderen, dat is de enige manier voor het orkest om
te overleven. Dan zul je een wat meer populairdere weg in moeten slaan.”
Financiën
Terug naar het voetbal waar hij heeft geijverd voor invoering van een Topklasse, hij heeft zich de blaren op de tong gelobbyd voor de voetbalwet en hij was de man die de clubs dwong hun financiën beter op orde te hebben. “Niemand wilde de Topklasse en als je ziet hoe dat nu al leeft onder de clubs zelf, dan is dat een groter succes dan we zelf gedacht hadden.” Maar financieel lijkt het een grotere bende dan ooit tevoren. “Wij hadden tot 2004 een systeem dat gebaseerd was op liquiditeit. Als je kon laten zien dat je genoeg geld had, mocht je weer meedoen. Dat hebben we gewijzigd in een systeem waarbij de licentie voor onbepaalde tijd wordt verstrekt maar je moet wel voldoen aan een aantal criteria waaronder de solvabiliteit van de club. Nou, dat heeft niet helemaal gebracht wat we er van dachten. Omdat de clubs te weinig gedisciplineerd waren, lees Feyenoord, lees Heerenveen, lees Ajax met te hoge salarissen en te hoge uitgaven. We hebben het puntensysteem dat we met elkaar gemaakt hebben recentelijk weer moeten aanpassen omdat dat toch nog niet streng genoeg was. Aan de andere kant zeg ik er wel bij: de KNVB kan nooit voorkomen dat een club ten onder gaat.” Het systeem gaat uit van drie groepen, in 3 ben je helemaal gezond, in 2 ook maar met een vlekje en 1 staat onder toezicht. “Een club in categorie 2 kan zo maar met kerstmis allerlei rare dingen doen doordat er een nieuwe voorzitter komt en de trainer nieuwe, dure spelers wil: ‘Een scorende spits, dan garandeer ik u Europees voetbal’. Er zijn nog steeds bestuurders die daar intrappen. Ik heb tijdens mijn afscheidsspeech ook gezegd dat de voetballerij nog steeds niet heeft afgeleerd om de trainer de portemonnee van de club te geven.” De impact van voetbal in de maatschappij is extreem groot, weet Kesler als geen ander. En daarom heeft hij ook ontzag voor bestuurders als de vroegere burgemeester Leers van Maastricht die weigerde MVV geld te geven. “Ik vind uit principe dat een stad een BVO niet moet subsidiëren. Steden moeten ook weten en uitzoeken of betaald voetbal in hun stad leeft. Haarlem is een mooi voorbeeld; de club ging failliet en er werd een benefietwedstrijd georganiseerd: er kwamen negenhonderd mensen. Dan is er voor die club geen draagvlak.”
Suikeroom
Kesler is altijd sterk tegenstander geweest van suikeroompjes bij een club. We noemen AZ, Vitesse, Feyenoord. “Je mag toch wel een significant verschil maken tussen die clubs. Feyenoord heeft heel nadrukkelijk aangegeven dat nooit meer dan 49% van de aandelen zal worden verkocht. Bij Vitesse is het duidelijk anders. Daar heeft één man nu de zeggenschap en dat blijkt uit alles. Daar kun je vraagtekens bij plaatsen.” Ook over AZ, dat nota bene zelfs kampioen werd dankzij Scheringa, is Kesler duidelijk. “Je moet als club goede waarborgen hebben dat een financier die het helemaal alleen doet, je bij zijn vertrek niet met een geweldige schuld opzadelt. Dat zie je ook in Engeland bij Liverpool.” Net als voorzitter Joop Munsterman bleef Henk Kesler gedurende het afgelopen seizoen maar zeggen dat hij niet geloofde dat FC Twente kampioen zou worden. “Prolongeren zal heel moeilijk worden. Vorig jaar had Twente het ongelooflijke geluk dat bijna alle vierendertig wedstrijden met hetzelfde elftal konden worden gespeeld.” Er zijn geruchten dat hij wellicht terugkeert in het bestuur. “Daar heb ik echt niet met de heer Munsterman over gesproken. Nee, en ik ambieer het ook niet. In het bestuur zullen ze mij niet terugzien.”
Nog geen reacties