Keith Haring zette zich af tegen zelfbenoemde elite
Ik ben een fan van Keith Haring, al in 1990 (32 jaar) overleden aan aids. De grote overzichtstentoonstelling The Political Line is via Parijs, San Francisco en München nu in de Kunsthal in Rotterdam beland. Ik hoor het de zelfbenoemde kunstelite al zeggen: ‘dat kan mijn dochtertje van 5 jaar ook.’ Omgekeerd geldt dat ook en Haring heeft ook geen hoge pet op van zijn collega’s. ‘Het publiek heeft behoefte aan kunst en iemand die zichzelf kunstenaar noemt, heeft de verantwoordelijkheid te beseffen dat ze kunst nodig heeft, in plaats van burgerlijke kunst te maken voor een select gezelschap en de massa te negeren. Kunst is voor iedereen’. Het geldt tot op de dag van vandaag.
Ralph Keuning van de Zwolse Fundatie is één van de weinige museumdirecteuren in dit land die open staat voor wat nieuws, die risico’s durft te nemen en kunstenaars als Dagelet, Haring, Krabbe en Cremer niet direct minachtend grijnzend terzijde schuift.
Haring zette zich af tegen de elite door zijn werk gratis aan te bieden, door lege reclameruimtes in de metrostations te vullen met zijn kunst. Als hij merkt dat deze kunst van de muren wordt gehaald, door mensen die denken hier flink geld voor te vangen, stopt hij er weer mee.
Tijdens de lezing van de Vrije Academie vraag ik me af wat Keith Haring zou hebben gedaan in het digitale tijdperk. Op internet zijn we gewend dat alles gratis is en voor iedereen toegankelijk. Zou hij hier ook exposeren? Of zou hij er op een gegeven moment toch van gaan balen dat iedereen met zijn kunst aan de haal kan gaan, zonder dat hij er wat aan verdient?
En zou Haring zich ook in dit tijdperk nog steeds afzetten tegen de kunstelite?
Jan Medendorp
Nog geen reacties