De over ’t paard getilde Eensgezindheid van Jilleba
Nummer 29 – 2014
Naarmate je ouder wordt, zou je het verleden steeds meer gaan romantiseren. Ik heb nieuws: dat is dus echt gelul van een drunken aardbei. Zelfs vóór deze crisis was het niet beter, hooguit was het anders. Ik stoor me ook aan de mensen die melden dat het in hun tijd (in de jaren vijftig, zestig, zeventig of tachtig van de vorige eeuw) zoveel beter was. Dat zijn trouwens vaak mensen die zichzelf sowieso veel beter en leuker vinden dan andere mensen. Dat zie je veel bij clubjes van de Lions en de Rotary, veelal mannen die elkaar regelmatig vertellen hoe goed ze waren in hun tijd. Ik moet er weinig van hebben. Ik ben een paar keer bij de Lions in Hellendoorn geweest, dat was wel gezellig, moet ik toegeven, maar in Delden ben ik ooit weggelopen bij dat tenenkrommende clubje, zoveel dedain, zoveel onbeschofte arrogantie. De overtreffende trap is de Sociëteit Eensgezindheid in Hengelo die op de eigen site schrijft dat “het lijkt alsof C.T. Stork de club heeft opgericht”. Tja, als je je niets verbeeldt, ben je ook niets. Er is een boek geschreven over het 150-jarig bestaan van die club en dat boek is aangeboden aan burgemeester Schelberg die ik van harte adviseer het in de open haard te gooien of bij het oud-papier te leggen. “Om lid te worden moet je een stukje geestelijke baggage meenemen”, zegt vicevoorzitter Gerard Jilleba in het regionale dagblad zonder enige vorm van bescheidenheid. Ik loop die bejaardenkliek her en der tegen het lijf. Waarom vinden al die mannetjes tussen de zestig en tachtig jaar elkaar en vooral zichzelf zo belangrijk? Ooit was Jan Pieter Loppersum directeur van de Industriële Kring Twente; ik heb regelmatig met hem overhoop gelegen, maar we hadden één ding gemeen: we ergerden ons aan de zelfbenoemde AOW-elite. Loppersum heeft zich aan zijn woord gehouden, ik kom hem nauwelijks meer tegen. Jilleba was in zijn tijd gewoon een omhooggevallen voorlichter van een niet al te grote stad in Twente die daar van september 1983 tot maart 2014 heeft gezeten, bijna 31 jaar…. Niet echt een carrière om uitbundig over te zijn, maar dat is hij wel. Hij schrijft over zichzelf op LinkedIn “retired Senior advisor Strategy, Public Affairs Manager, Coach”. Een omhooggevallen gemeentevoorlichter die in zijn tijd persberichtjes schreef voor de burgemeester als die een inwoner ging bezoeken die honderd jaar was geworden. Nu schrijft hij in het Engels op zijn profiel, want Jilleba is natuurlijk heel internationaal georiënteerd. Over zijn eigen cluppie: “… is celebrating its 150th anniversary, during which period It contributed substantially in the Development of Hengelo as a modern Industrial City”. Het is maar dat Schelberg het weet, zonder de steun van de bejaardensoos Eensgezindheid zou Hengelo een soort Saasveld zijn gebleven… Toch nog maar even op de site gekeken om te zien wat die club dan precies doet. Tot de hoogtepunten van de soos behoort de woensdag voor de derde donderdag in september als het sociëteitsjaar wordt geopend, lees ik. “Toevallig valt dit altijd samen met de start van de grote kermis in Hengelo. Tijd dus voor oliebollen en appelflappen.” Ik wil de mosselmaaltijd in het najaar, het haringproeven na vlaggetjesdag, de aspergeavond (maar wel uit Twente, niet uit Limburg of Brabant staat nadrukkelijk vermeld) en een Indische avond niet onvermeld laten. De argumentatie is fantastisch: “Ach ja, eens in de zoveel tijd doen we ook onze partners een plezier. Zij zijn van harte welkom op de onvervalste Indische rijsttafel-avond.” Verder zijn ze bij de Sociëteit Eensgezindheid druk met biljarten en er is ook nog een verrassingsavond tijdens het wildseizoen. Dat staat los van het jaarlijkse Heerendiner waarbij de leden wel geacht worden hun smoking van zolder te halen. “Bij elke ledenvergadering is het gebruikelijk na afloop met elkaar raasdonders te eten. Ons cabaret Charlemagne is niet alleen relativerend, subtiel, baanbrekend, maar er wordt ook richtinggevend commentaar geleverd op ontwikkelingen in Hengelo en Twente, in de wereld in het algemeen.” In de stijl van Jilleba: Need I say more…
Nog geen reacties