Vroeger was alles beter… Doe Maar iets met James Bond
Nummer 04 – 2013
Oude mensen hebben de onhebbelijkheid het verleden te verheerlijken. Jonge mensen beschouwen ouderen veelal als uitgerangeerd. Ik herinner me als de dag van gisteren hoe ik tegen de ouwe knarren op de krant aankeek: die zeurpieten die nauwelijks meer in beweging te krijgen waren en hoge salarissen verdienden, zij zaten op mijn plekkie. Zo vond ik dat toen. Ik ben inmiddels de vijftig gepasseerd en ik betrap mezelf regelmatig op mijn ergernissen over het onvermogen van de volgende generatie. Gespeend van elk historisch besef, geen parate kennis over actualiteiten, nul ervaring en ogenschijnlijk te beroerd ergens tijd of energie in te steken. Een platte simpele actiefilm (Skyfall; James Bond) zag ik afgelopen zondagavond met mijn dochters. Zij hadden de film uitgezocht, dat doen ze altijd – ik betaal, dat is de deal… Meestal bemoei ik me niet met de filmkeuze; Skyfall had ik sowieso niet durven voorstellen, dat is immers amusement van mijn generatie… De tweede laag in de film ging wat mij betreft over jong versus oud. De ouwe veldwerker Bond die overbodig was, want de toekomst zou aan cybercrime en hackers zijn. Jammer dat het knulletje van MI6 met de laptop er niets van bakte en zelf juist de oorzaak van alle ellende werd. En good old Bond (zonder zijn Martini: shaken not stirred, bedenk ik mij ineens…) kon weer op pad om (een deel van) de mensheid te redden met ordinaire pistolen en geweren.
Ik zat maandagavond in het Muziekcentrum te Enschede naar een aantal zestigers te kijken die eind jaren zeventig een paar lekker in het gehoor liggende liedjes hebben gemaakt. En elke keer als de heren geld nodig hebben, gooien ze er een reünie tegenaan (een paar jaar geleden in Ahoy) of ze laten zich strikken voor de Rossoshow in Arnhem; de theatertoer Glad IJs is er gemakshalve achteraan geplakt. De fans zijn meegegroeid, inmiddels de veertig gepasseerd en veelal niet te beroerd een paar centen uit te geven om hun jeugdliefde alsnog live te zien en te horen. En daarmee doe ik Doe Maar te kort. Een aantal van de liedjes is gewoon goed gemaakt, de heren zijn goede muzikanten en in Pa is de generatiekloof waar ik tegenwoordig soms mee worstel prima neergezet. Het was niet alleen ouwe meuk die Doe Maar opdiende, sommige liedjes waren opnieuw aangekleed en de groep bleek de volgende generatie bij het optreden te betrekken. In Arnhem waren dat Gers Pardoel en Kraantje Pappie, in Enschede stond Herman in een Bakje Geitenkwark (die dolgraag een al geplande toer aanpaste voor deze buitenkans) vooraf geprogrammeerd. Over Herman in een Bakje Geitenkwark zeggen ze zelf: “Vijf ogenschijnlijk nietszeggende woorden, vier fluwelen stemmen, drie goddelijke lichamen, twee lagen in elke grap en één avond waarna niets meer is wat het lijkt.” Het beste van oud en jong, dat is het beste…
Nog geen reacties