Nummer 3
In mijn famie- en vriendenkring heeft de dood in de afgelopen jaren aardig huisgehouden. Waar ik de klus van de uitvaart moest klaren, heb ik mij eigenlijk in bijkans alle gevallen geïrriteerd aan het uitvaartbedrijf, aan de crematoria en aan de vreselijke ‘merchandising’ die volgde; het leek wel of mijn adres in een soort fanshop van lijkenpikkers terecht was gekomen, zoveel folders en aanbiedingen kreeg ik maanden later nog. Ik kon kiezen uit spannende urnen, herinneringsmedaillons, geinige verstrooiingen en gezellige herdenkingsbijeenkomsten; als ik natuurlijk de portemonnee zou trekken.
Aan tafel ter voorbereiding op een uitvaartbijeenkomst ga je met die kwijlbabbelaars natuurlijk niet zeuren over cake van negentig eurocent per plakje en nog klef ook. Of over het branden van een cd-tje voor dertig euro zodat ik de bijeenkomst later als ik wat meer bij zinnen ben en mijn tranen zijn opgedroogd nog eens (en beter) kan beleven. Ik heb nog nooit een afscheidsplechtigheid meegemaakt die niet duurder uitpakte dan de verzekering dekt. Maar ja, wie gaat zeiken over de kosten bij het afscheid van een dierbare? Een retorisch vraag. En daar speculeren die gasten volgens mij op.
Ik heb zelf onlangs een kartonnen doodskist op een veiling kocht. Geen grap. Hij is beschilderd door Danny Dogger, een kunstenaar naar mijn hart. Het deksel van de kist hangt vooralsnog als een soort schilderij in het trapgat. De kist zelf op zolder gebruik ik als kledingopslag. Het scheelt straks gezeur en veel geld.
Elke zaterdagochtend spreekt Helligen Hendrik een column in het onvolprezen programma van Harm oet Riessen bij Radio Oost. Afgelopen zaterdag sprak hij tot mijn genoeen over crematies en de kosten daarvan. En hij maakte een woordspeling over de opmerking in de folder dat verstrooiing in Almelo op zaterdag niet mogelijk is. Volgens Helligen Hendrik is er in Almelo ook van maandag tot vrijdag absoluut geen verstrooing.
Verstrooing betekent ook amusement. Ik leg het maar uit, want directeur De Lange belde maandag woedend op. Wie die Helligen Hendrik wel niet is die zulke onzin verkondigde. Dat is mijn collega Bert Eeftink, die hem probeerde uit te leggen dat zijn column grappig was bedoeld met een serieuze ondertoon. De Lange begreep het niet of wilde het niet begrijpen. En dat begrijp ik weer wel, want De Lange is een beetje een kwibus. Jaren geleden heb ik met hem in de clinch gelegen toen een zwartboek over zijn functioneren bij de Twentse crematoria en zijn middeleeuwse manier van leidinggeven, op mijn bureau belandde: het ging over deuren van ovens die spontaan opensprongen en dat soort zaken die je eigenlijk niet wilt weten. Wethouder Rinus Althof (waar is die man eigenlijk gebleven?) moest de boel tot bedaren brengen. De Lange was behoorlijk obstinaat en dreigde met hel en verdoemenis. Hij kan het weten, hij zit er dicht bij. Nu dreigt hij Helligen Hendrik met gerechtelijke stappen. En terecht. Geen laag bij de grondse grappen over plukkende kraaien.
Nog geen reacties