Nummer 14
Ik krijg het benauwd bij het horen van de naam Rolly van Rappard. Niet de meest communicatieve man, volgens mij. En wat zijn bedrijf CVC met Wavin heeft gedaan (zie de beursgang in november 2006), vond ik niet alleen onhandig, de boodschap was ook zeer slecht verpakt waardoor minder geld is opgehaald dan gepland, dat is dan wel weer aardig. Maar goed, Rolly en zijn vriendjes hebben 42,5 procent van de aandelen van de houdermaatschappij Victor Rijssen gekocht. En dat betekent dat het bouwconcern Volker Wessels voor bijna de helft is verkocht. De familie Wessels behoudt ook 42,5 procent en het aandeel van het management (ongeveer 175 man) wordt uitgebreid naar vijftien procent. Bij Radio Oost had eerder bestuursvoorzitter Herman Hazewinkel zich al in zoveel woorden uitgelaten, zonder namen en rugnummers. Dus helemaal nieuw was het nieuws niet, ook niet dat Dik terugtreedt. Hij ziet met lede ogen aan hoe het zijn broer Herman vergaat. Zijn eigen medische map is trouwens ook een paar vuisten hoog; hij vierde deze week zijn 61-ste verjaardag en wil het rustiger aandoen. Wat hij volgens mij helemaal niet kan. Deze week zit de Wessels-clan in Spanje. Daarom werden twee regionale journalisten (Gerben Kuitert van Tubantia en ik) en een beunende stratenmaker (Telegraaf) opgetrommeld om aan de keukentafel bij Dik hèt nieuws te horen.
Ik maakte een grap over het verpatsen van het bedrijf, de tranen sprongen hem bijna in de ogen: “Zie je dat zo?” De sfeer was toch al niet optimaal omdat Kuitert en ik elkaar niet liggen. Volgens Dik is verkoop de beste oplossing: zijn familie krijgt honderden miljoenen op de girorekening overgemaakt (de makelaars hebben in no-time 82 panden moeten waarderen), hij ontlast zijn eigen twee dochters en de kinderen van zijn broer met de aansturing van een bedrijf met bijna vijf miljard omzet. Er was ruzie in de familietent, de heren Holterman (schoonzoon) en Wessels hebben nu het er echt om gaat de strijdbijl begraven. Het immense schip van Holterman en zijn Griekse huis staan te koop (zag ik op internet). En het listige van Dik is dat het management een cruciale rol krijgt, want als Dik en Rolly ruzie krijgen, wint de partij die het management weet te overtuigen.
Dik heeft betere aanbiedingen gehad in de afgelopen jaren, zei hij. Maar met Rolly klikte het meteen. Ooit had ik een onwankelbaar geloof in de mensenkennis van Dik, maar dat is verdwenen. Ik heb met twee omhooggevallen directeurtjes te maken bij zijn concern. Een zekere Daniël Spikker, van ongeveer anderhalve leugenachtige meter in Fortuyn-uniform die in de tijd van zijn baas vooral druk is met het organiseren van vastgoedcongresjes en kartwedstrijden. En Dik is gek op een zekere Jordi (vernoemd naar de zoon van Cruyff, lekker zulke ouders) die nauwelijks dertig is en nu ook denkt dat Reggeborgh niet meer zonder hem kan. En ook zonder mij, want hij hoeft mij niet meer te bellen.
Nog geen reacties