Nummer 46
Ik heb de laatste show van Herman Finkers gezien, dat kan niet missen. Zowel van hem als van mij, want mocht hij na ‘Na de pauze’ toch nog met een nieuwe voorstelling komen, ik ben afgehaakt. Natuurlijk, ik heb de berg enthousiaste recensies ook gelezen. Ik adviseer die verhaaltjes met een flink korreltje zout te nemen, de regionale krant praat en schrijft (zoals bekend) Finkers alleen maar naar de mond. En zelfs als Finkers in zijn blote kont op zijn handen op een piano gaat staan, staan de regionale nationalisten die Twente ‘über alles’ zetten, nog te salueren.
Finkers slaat met zijn laatste show de plank volledig mis. Hij heeft met zijn eerdere shows tot zeven jaar geleden – toen kreeg hij zijn doodstijding: ongeneeslijke leukemie – altijd alleen maar kolder gemaakt. Zelfs sketches met een ogenschijnlijke serieuze ondertoon werden bij navraag altijd direct door Finkers belachelijk gemaakt. Nee, hij maakte alleen en uitsluitend kolder, onderbroekenlol, geen statement over fascisten, oorlogen of andere misstanden. En dus heeft hij het publiek gekregen dat André van Duin, John Lanting, vroeger de Mounties en dat soort ongein bezoekt. De zal zit vol met mensen die hebben betaald om te komen lachen. En dus lachen ze twee uur lang. En terecht, want Finkers zegt dat hij de boodschap van de dokter onheilspellend vond, de dokter begon zo leuk…
Het is ook de eerste show waaraan zijn broer Wilfried helemaal niet meer heeft meegewerkt. Die zou die oppervlakkige woordspeling direct in de prullenmand hebben gegooid. En de seksistische grappen over neuken zijn ook veel te gemakkelijk. Hij lijkt een puber die provoceert: kijk eens wat ik durf. Ik snakte regelmatig naade inbreng van Wilfried, die is namelijk wél leuk, zeer humoristisch en creatief, maar slaat op het podium niet goed aan. Herman is het tegenovergestelde, buiten het podium een saaie lul. Wilfried werkt nooit meer mee, ook of vooral Hermans vrouw, Hettie de Heks, niet de gemakkelijkste dame.
Als in ‘zijn’ Twente het gros al niet weet en beseft dat hij ongeneeslijk ziek is endaarover een show heeft gemaakt, wat kun je dan verwachten in de rest van het land? Zaad op de rotsen! Bovendien is de show op veel punten gewoon niet sterk. Zo brengt hij opnieuw het liedje over zijn echte liefde Willem Wilmink die via een geluidsfragment ook te horen is. Over de dood, daar is Finkers – logisch – erg mee bezig. Ik geloof niet dat er een hiernamaals is. God, Allah en al die andere opperwezens zijn bedenksels van mensen. Ik wil geen Jehova aan de deur en geen Messias op het toneel als ik daar niet voor heb gekozen. Wellicht ga ik er net als Finkers anders over denken als ik zou horen binnenkort de pijp uit te gaan. In tijden van oorlogen en rampspoed zitten de kerken ook vol. Finkers is een imam die van zijn publiek eist dat het gelooft dat de hemel bestaat. Ik hoop het voor hem.
Nog geen reacties