Dannenberg en Voortman zijn keurige, correcte mannen die integere verhalen schrijven
Ook deze krant beticht ik van te veel angst of liefde voor de dialectmaffia. Twee weken geleden schreef het duo Dannenberg/Voortman voor de Roskam een weinig kritisch artikel over Goaitsen van der Vliet.
Tot mijn stomme verbazing was de jubel Van der Vliet nog onvoldoende, want vorige week schreef de geïnterviewde een brief op poten die natuurlijk keurig werd afgedrukt. Ik heb het nagevraagd bij de hoofdredactie, maar Van der Vliet heeft het artikel (voor publicatie) geautoriseerd. Hij is waarschijnlijk pas gaan schrijven omdat anderen uit de regionale Corleoneclan hem op de vingers hebben getikt: kritiek op Finkers (wat hij een piepklein beetje durfde uit te spreken in het artikel) was tegen het zere been. En ja, dan hebben de boodschappers het gedaan. Eigenlijk interesseert mij dat clubje dat de eigen taal zo bewierookt heel weinig, ware het niet dat zo maar uit het niets in die ingezonden brief ergens staat dat ik een leugenaar ben. Het stuk gaat niet over mij, ik heb het artikel niet geschreven, ik ken zelfs die Goaitsen niet of nauwelijks. Dus ik was verbaasd. Hij mag mij (zelfs zonder reden) een waardeloze journalist vinden, een dikke pad die wat hem betreft zo snel mogelijk de IJssel over geschopt moet worden, hij mag vandaag nog een actie beginnen om mij als columnist van deze krant het zwijgen op te leggen. Ik steun alles. Maar bij beschuldigingen als dief en leugenaar wil ik toch graag enige onderbouwing. Natuurlijk zit ik er wel eens naast met een bewering, maar dan neem ik meestal contact op met berokkenen om me te verexcuseren en naar een oplossing te zoeken (zoals een rectificatie). Dus ik heb onze dialect-Goof gebeld. Eerst ontkende hij mij een leugenaar te hebben genoemd, toen ik voorlas dat er toch echt liegen in zijn briefje stond, zei hij dat ik dat genuanceerd moest zien. “Maar ja”, zei hij, “nuance ontbreekt bij jou.” Natuurlijk. Maar ik belde voor de onderbouwing. Daar had hij geen zin in. Ik heb hem een prettig weekend gewenst en heb opgehangen.
Goaitsen roemt zijn eigen onafhankelijkheid. Maar onze Goaitsen is toch diezelfde commerciële zeikerd die dat slijmerige boek over sterke merken in Twente heeft geschreven. Elk bedrijf werd benaderd om veel geld over te maken en dan kregen ze een reclameverhaaltje in een boek dat nauwelijks verkocht is (ik heb het nagetrokken, Goaitsen).
Goaitsen (volgens de overlevering genoemd naar de kotsgeluiden die zijn Friese vader maakte toen hij zijn zoon voor het eerst zag) is gewoon een sneu type: taalcoach, schrijver van commerciële bagger en danser naar de pijpen van Finkers en zijn vriendjes, nee, dan is je leven echt geslaagd. Dannenberg en Voortman zijn keurige, correcte mannen die integere verhalen schrijven. Ze zijn daarom geen partij voor de uit typisch Twentse minderwaardigheidcomplexen opgetrokken regiopenoze, waarvan de heilige Finkers en zijn profeet Van der Vliet weer de kopgroep vormen.
Nog geen reacties