Roskam Moordkuil Jaargang 05, 1999

Nummer 38: Frans van Vught foutje bedankt

Frans van Vught heeft hopelijk zijn langste tijd als rector-magnificus van de Universiteit Twente gehad. Het bestuur moet de komende periode goed rondkijken om een toppertje te scoren. Iemand met ideeën, iemand die bruggen kan slaan naar overheid, politiek en bedrijfsleven, iemand met persoonlijkheid, humor, netwerken en intellect. Zeg maar de tegenpool van Van Vught. Dan zoek je goed.

Van Vught valt in de categorie ‘foutje-bedankt’. Dat voelt hij zelf ook, want publieke optredens (afgezien van de tewaterlating van een kano die hij sponsort) mijdt hij.

Mensen van het kaliber Van Vught hebben min of meer per ongeluk (de goede vrienden, een mooie vrouw, weet ik veel, wellicht veel geld of een invloedrijke pa) een toppositie bereikt, groeien dus nooit meer door en zijn de hele dag bezig hun positie te verdedigen, omdat ze anderen als een bedreiging zien.

Terwijl de UT in deze samenleving bij wijze van spreken Sneeuwwitje nodig heeft, is de universiteit afgescheept met één van de dwergen.

Van Vught hoopte ooit op een ministerschap, maar dat kregen zijn vrindjes, vader en anderen (gelukkig) niet voor elkaar. Er zal nu wel gezocht worden naar een leuk raadsadviseurschapje voor hem: zonder gezichtsverlies pleite. Mij best.

Onderdeurtjes zoeken altijd compensatie, in hun werk of anders in de sportschool: beetje gewichtjes heffen, pillen slikken, de macho uithangen.

Van Vught probeert het dus als rector. Maar hij ontpopt zich als Koning Chaos: er lopen daar nu ongeveer meer organisatiedeskundigen dan studenten rond. En onze kleine baas werkt iedereen tegen zich in het harnas, hoogleraren die hun sporen verdiend hebben gaan weg. Om hem. En communicatie, nee dat is nooit het sterkste punt geweest van deze regionale Napoleon. Het is geen toeval dat juist op die afdeling de grootste puinhoop is gecreëerd.

Geef éénoog Van Vught nog een paar jaar en hij zal de UT teruggooien in de rijen der blinde middelmaat. Hij sluit zich op in zijn ivoren toren. Tussen de ja-knikkertjes en slijmerds voelt hij zich op zijn gemak.

Tegen deze achtergrond is volstrekt duidelijk waarom het omhoog geblazen pak veren over zijn toeren raakte toen zijn Enschedese HBO-collega Peters gedachten ventileerde over samenwerking.

Peters is verre van een gemakkelijke man, nukkig, soms zelfs boers, maar wel een kanjer in zijn vak.

Hoewel, je kijkt al snel beter dan éénoog, je bent al gauw groter dan een dwerg.

Vorige bijdrage

Nummer 37: de klungels van de Twentse politie

Volgende bijdrage

Nummer 39: Hulshof is machtig

Jan Medendorp

Jan Medendorp

Jan Medendorp is gespecialiseerd (interviews, reportages, analyses, commentaren, columns) in sociaal- en financieel-economische onderwerpen, sport, politiek en human interest (voor krant, radio, televisie, maar ook bedrijfsfilms).

Nog geen reacties

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *