Roskam Moordkuil Jaargang 12, 2006

Nummer 27

Vlak voor mijn neus reed een dame op een fiets op een kruising keihard tegen de zijkant van een personenauto. Ze had alleen aandacht voor haar mobieltje. En dan kun je hard terecht komen, zag ik tot mijn schrik; eerst vol met haar gezicht tegen de auto en vervolgens op het asfalt. Ik hielp voor zover mogelijk de (op het eerste gezicht) lelijk bezeerde dame. Een andere automobilist belde 112. Hij moest de blaren op zijn tong praten om politie en ambulance in beweging te krijgen hoorde ik. Er kwamen een paar dames bij uit omliggende kantoren, dus ik vond dat ik wel weg kon. De automobilist gaf ik mijn naam en zei dat hij mij bij RTV Oost kon vinden ingeval een getuigenverklaring nodig was. Die was nodig, hoorde ik later van een collega, de politie had zich gemeld met het verzoek terug te bellen. Al mijn vooroordelen over het functioneren van het politiekorps werden weer bewaarheid: ik werd vier keer doorgeschakeld voordat ik mijn verhaal kon doen bij een op zich aardige dame. Ze wist van niets, kon niets vinden, schreef mijn naam en telefoonnummer op en zei dat ik teruggebeld zou worden. Nooit meer wat gehoord natuurlijk.

Een vriendin van mij wordt al een tijd gestalkt door haar ex en is zelfs in elkaar geslagen, samen met haar huidige vriend. De politie had geen zin aangifte op te nemen, want het had toch geen zin. Een paar dagen later werd ze aangehouden (en kreeg een bekeuring) omdat één van haar achterlichten het niet deed. Ik hoef niet uit te leggen dat zij inmiddels weinig vertrouwen meer heeft in de politie.

Bij mij in de straat mag je dertig kilometer per uur rijden, ze rijden als gekken, maar ik durf de gemeente (geeft gewoon geen antwoord) noch de politie daarop te attenderen, want aan het end van de straat staat een politiebureau: die agenten rijden nota bene zelfs als imbecielen, zie ik ongeveer dagelijks.

In de krant pronken ze met digitale camera’s om hardrijders aan te pakken. Hoewel de krant altijd keurig opschrijft wat de politie dicteert, werd nu gevraagd naar de zin als niemand merkt dat hij geflitst is. De agent reageerde verbaasd, het gaat uitsluitend om de bonnen, niet om de opvoeding. Zonder morren maakt de krant een paar dagen daarna de voorkant vrij als de politie meldt dat de bovenregionale recherche uitstekend werkt. En niemand die vraagt waarom de politie dan nu op zoek gaat naar mensen die wel een opleiding hebben afgemaakt, die wel kunnen lezen en schrijven en niet alle onderzoeken in de kiem verzieken.

De chef van het korps is (terecht) kwaad dat die smerige Duitse junk die een brigadier heeft doodgeschoten dankzij de rechter al weer over twaalf jaar op straat loopt. Bij zijn arrestatie is geprobeerd hem om te leggen. Wat ik en iedereen heel goed begrijpt. Maar ondanks tientallen kogels lukte dat niet en ik weet wel waarom, want ze raken nog geen skippybal op twee meter afstand.

Vorige bijdrage

Nummer 26

Volgende bijdrage

Herman Hazewinkel heeft Saxion bestuurlijk geprofessionaliseerd

Jan Medendorp

Jan Medendorp

Jan Medendorp is gespecialiseerd (interviews, reportages, analyses, commentaren, columns) in sociaal- en financieel-economische onderwerpen, sport, politiek en human interest (voor krant, radio, televisie, maar ook bedrijfsfilms).

Nog geen reacties

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *