Nummer 38
Ik moet er echt niets van hebben, van al die onderscheidinkjes en allerlei award-uitreikingen.
Als je ergens directeur bent, krijg je automatisch na verloop van tijd van de koningin een geinig gouden speldje; sta je aan de lopende band, dan is de versiering uitgevoerd in het brons.
Het misselijkmakende rangen- en standenwereldje bestaat natuurlijk nog altijd.
De media hebben er een handje van om tegen zichzelf te zeggen dat ze zo goed bezig zijn. En dan gaan ze prijzen uitreiken aan elkaar. Feestjes voor proleten organiseren.
Mij een zorg.
De mensen die niets kunnen en meestal weinig meer doen dan een beetje golfen, staan daarbij altijd vooraan. En speechen natuurlijk dat ze zo goed bezig zijn.
Er zijn kijk- en luistercijfers. En die worden heel serieus genomen. Uiteraard voor de commercials, maar ook om wat over het programma te kunnen zeggen.
Vervolgens gaan de mediabobo\’s elkaar echter kwaliteitsprijsjes uitdelen. Dan heeft het publiek er ineens geen verstand van, want het plebs weet niet wat kwaliteit is.
Er zijn 22 mensen bij een verschrikkelijke ramp om het leven gekomen. Van drie van hen is zelfs geen vingernagel teruggevonden. Duizenden raakten gewond en waren alles kwijt.
Een aantal radiojournalisten heeft dat (net als schrijvende en filmende collegae) verslagen; dat is hun werk. Niets meer, niets minder.
De vlammen zijn verdomme nog niet gedoofd of de maatpakken staan alweer op een dure receptie te zuipen en elkaar op de schouders te slaan: And the winner is…….
Nieuws is bijna altijd slecht nieuws. We willen zien hoe mensen verbranden, verdrinken of elkaar uitroeien.
Journalisten verslaan dat en worden daarvoor betaald. Maar de bobo\’s die denken dat ze het allemaal mogelijk maken, willen ook wel eens in het nieuws. Dan krijgt de omroep een zilveren microfoontje.
Ik distantieer mij daarvan. En ik verontschuldig mij ten opzicht van de slachtoffers.
Sorry, ik was die nacht aan het werk als radiojournalist, maar om dat tinnen ding was ik er die nacht niet, zeker niet.
Daarom heb ik in die nacht niet met de keihard werkende hulpverleners en overlevenden gepraat. Daarom heb ik niet staan huilen bij al die uitgebrande kinderkamers.
Het spijt mij.
Nog geen reacties