Roskam Moordkuil Jaargang 13, 2007

Nummer 26: Herman Wessels kende letterlijk God en iedereen

Het gaat net als bij de nieuwjaarrecepties; de pakken lopen tegen elkaar te pochen dat ze ‘natuurlijk’ zijn uitgenodigd bij de uitvaartdienst morgen (zaterdag) van Herman Wessels. Het zal wel druk worden, want Herman kende letterlijk God en iedereen. We hebben veel gesproken over het geloof, ik geloof er geen biet van, Herman wel. Hoewel hij in de jaren voor zijn ziekte toch ook weer niet zo’n kerkbezoeker meer was, maar dat lag meer aan de kerk dan aan het geloof, begreep ik.

Herman was al weken aan het afscheid nemen, we bezochten recentelijk het optreden van Rijkman Groenink in de club van Hennie van der Most. Daar wilde hij met alle geweld een aantal mensen spreken en de wijze waarop hij afscheid nam, was veelzeggend. Het was vaarwel of in de beleving van Herman ‘tot in het hiernamaals’.

Ik heb alle necrologieën over hem gelezen en ze kloppen allemaal: Herman deugde. Herman deugde zo ontzettend dat ik maandagochtend zachtjes zat te huilen achter mijn computer nadat ik het belletje had gekregen. Ik hoop voor hem zo dat er inderdaad een hemel is. Hij heeft het zo verdiend, alleen al door de wijze waarop hij de afgelopen drie jaar zijn ziekte heeft gedragen. Hij was mijn held. En die dame die mij tijdens de lintjesuitreiking vroeg of ik geen spijt heb van mijn column over Herman na de vuurwerkramp zeg ik nogmaals, nee, driewerf nee. Die column maakte ons vrienden. Nee, laat ik niet dezelfde fout maken als de pakken, die column was de basis voor een vriendschappelijke relatie.

Zonder Herman Wessels zou VolkerWessels waarschijnlijk ook wel een heel groot succesvol bouwconcern zijn geworden. Maar hij zorgde voor het menselijke verhaal, hij sprak zelf met de mensen. En hij had meer invloed op zijn oudere broer Dik dan veel mensen vermoeden en dan Dik waarschijnlijk wil toegeven.

Ik hoopt dat er morgen niet te veel sprekers zijn. Minstens de helft liegt en
spreekt met dubbele agenda, want misschien zit er wel een opdrachtje in. Ik weet van weduwen van ondernemers en bestuurders dat zij in dezelfde week van het verscheiden van hun man uit alle bestanden werden gewist; de dames die achterbleven, bestonden ook ineens niet meer. Nog geen kerstkaart, geen uitnodiging voor een concert, geen belletje of briefje hoe het er mee gaat.

Herman leefde deels in een nagemaakte slijmwereld. En hij wist het, maar waar ik bij tijd en wijle tekeer ga, accepteerde hij dat anderen hem naaiden.
Ik ben benieuwd wie Jannie van alle zaterdag meelevende kerkbezoekers na de vakantie nog eens briefje schrijft. En krijgt Jannie met kerst een uitnodiging van al die bestuurtjes, commissies en organisaties waarvoor Herman zich zo druk maakte? Heeft Herman die voetdruk achter gelaten waarover zo hoog wordt opgegeven? Jannie zal het weten. Succes meid, maar verwacht er niet te veel van. En Herman? Ik denk tot nooit meer. Maar hartstikke bedankt dat je geleefd heb, en was wie je was.

Vorige bijdrage

Nummer 25: nooit een lintje

Volgende bijdrage

Nummer 27: pleuriszooi in Almelo

Jan Medendorp

Jan Medendorp

Jan Medendorp is gespecialiseerd (interviews, reportages, analyses, commentaren, columns) in sociaal- en financieel-economische onderwerpen, sport, politiek en human interest (voor krant, radio, televisie, maar ook bedrijfsfilms).

Nog geen reacties

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *