Jan Dijkema moet het echte verhaal over de werkloosheid eens vertellen
Nummer 20 – 1998
Jan Dijkema moet het echte verhaal over de werkloosheid in Overijssel eindelijk eens vertellen. De arbeidsvoorziening wil nù samen met de werkgever zoeken naar de werknemer van morgen. Roept hij. Hij moet eerlijk zeggen dat dát beleid de afgelopen jaren ook geen moer heeft opgeleverd en dat hij daarom nu ten einde raad zelf de bedrijven langs gaat. Soms boekt hij overigens een succesje, zoals in de gezondheidszorg. Dijkema zit gevangen tussen regels en werkelijkheid. De 44.000 mensen zonder baan melden zich echt wel bij hem, anders loopt hun uitkering gevaar. Met de werkgevers ligt dat een stuk genuanceerder en daarom wordt dit weekeinde voor veel geld een banenbeurs in elkaar gezet. Er zijn overigens 46.000 vacatures. Daar ligt het probleem dus eigenlijk niet.
Maar het past gewoon niet. Een paar jaar geleden ging alle geld en aandacht in Nederland op aan het versterken van de economie. Dat is gelukt, maar ze zijn vergeten de achterblijvers vast te pakken. En nu kan dat niet meer.
Veel cursussen van de Arbeidsvoorziening zitten ook nauwelijks vol: de werkgevers weten niet van het bestaan en veel werklozen voldoen niet aan de criteria. En denkt u werkelijk dat de Arbeidsvoorziening van een werkloze van 46 jaar die al twaalf jaar bij de deur loopt en nauwelijks een A van een B kan onderscheiden binnen een paar maanden een vakman kan maken? Juist om die mensen zitten de bedrijven te schreeuwen. Niet om mensen die een computercursus van drie maanden hebben gehad.
Dijkema ambieert volgens eigen zeggen geen politieke topfunctie, dus hij kan nu eens echt gaan schelden tegen zijn Haagse PvdA-vrindjes: dat ze het socialistische gedachtengoed verkwanseld hebben in de afgelopen jaren. Dijkema moet toch ook af en toe de schrijnende armoede zien in veel Twentse gezinnen als hij eens niet met zijn schaatsclub op reis is her en der medailles hoeft om te hangen.
Het gaat erom wat een kabinet over heeft voor overheidstaken als gezondheidszorg, openbaar vervoer, arbeidsbemiddeling, sociale zekerheid; die zijn gewoon niet concurrerend te maken. De kosten daarvoor hoest de samenleving op. De door diezelfde samenleving indirect gekozen kabinetten leggen dan hier en dan daar een accentje anders. Dát is de kern van de zaak. Dit paarse middenstandskabinet gooit alles in de uitverkoop.
Dijkema moet hardop zeggen dat de overheid meer geld moet reserveren voor “zijn” mensen. Met dat geld kunnen de opleidingsregelingen (zoals analfabetiseringscursussen) verbeterd worden. Dan heeft hij de bedrijven ook wat te bieden. Nu moet hij vragen of ze alsjeblieft kansarmen willen opnemen.
De banenbeurs is alleen voor het eigen imago. Verder vullen de uitzendbureaus hun zakken met de handel in werknemers.
Nog geen reacties