Frits Koffijberg, een man die op basis van wie hij is 97 jaar had moeten worden
Ik weet ook wel dat niemand het eeuwige leven heeft. Maar ik heb het er toch soms moeilijk mee.
Soms. Zoals Frits Koffijberg. Gewoon een man die op basis van wie hij is 97 jaar had moeten worden. Maar die dat niet wordt. ‘Hij kan niet meer aan de telefoon komen Jan, hij is stervende\’, zei zijn vrouw deze week eenvoudig. Zonder tierelantijnen. Godverdomme. Ik zit te grienen.
Ik heb nooit met Frits op een redactie gewerkt, dus waar haal ik het lef vandaan om over hem te praten, te schrijven, zullen ze wel denken aan de Getfertsingel.
Daarom, klootzakken.
De beste economiejournalist van Twente! Eentje met een mening. Goudeerlijk. Integer tot op het bot. Een man aan wie de huidige generatie journalisten te danken heeft dat ze kan werken zoals ze werkt.
Frits Koffijberg heeft in de jaren zeventig en tachtig op zijn elegante wijze de oesters van ondernemingen in Twente opengebroken. Naar mate ik hier langer werk, heb ik meer en meer respect voor hem gekregen.
Tot mijn stomme verbazing ging hij vervroegd met pensioen. Zo\’n monument met zoveel kennis en ervaring laat je toch niet zo gemakkelijk lopen?
Hij kreeg op een regenachtige middag een met veel hangen en wurgen georganiseerde receptie aangeboden.
Hij heeft mijns inziens nooit de waardering gehad waarop hij recht had. Omdat hij altijd (nota bene verslaggever van Tubantia) tegen samenvoeging van de twee regionale kranten is geweest? Omdat hij niet onder stoelen en banken stak dat afschaffing van de regionale economie in \’zijn\’ krant een foute beslissing was en is? Ik weet het niet.
Ik vroeg hem om op freelancebasis voor Twentevisie te gaan schrijven. \’Dat is goed, maar eerst wil ik helemaal beter zijn\’. Een paar maanden later meldde hij dat hij opgegeven was door de doktoren. Ik heb hem sindsdien alleen telefonisch gesproken.
Ik doe het met mijn herinneringen aan de persconferenties bij onder meer Stork. Dan kreeg ik economieles. En op de een of andere manier luisterde je naar hem. Ik wou dat ik hem beter had gekend. Misschien was ik dan ook wel een beter mens geworden.
Ik hoop voor Frits dat er een hemel bestaat. Maar in dat geval zie ik hem zeker nooit meer.
Dag, Frits.
Nog geen reacties