Na een halve eeuw leven is het tijd voor iets nieuws
Ik weet nog dat mijn vader vijftig werd. Stokoud vond ik dat toen. Op de rand van pensioen en bejaardenhuis. Het leven was zo ongeveer voorbij, vermoedde ik. Mijn ouders gingen hooguit eens per jaar met hun Kadett op vakantie, en nadat mijn moeder was vertrokken, heb ik nauwelijks andere vrouwen in het leven van mijn vader voorbij zien komen. De kroeg vond hij zonde van het geld. Mijn vader was voor mij synoniem voor die generatie, dus met vijftig jaar was het leven zo’n beetje wel voorbij. Zonder dat ik nu probeer Nico Dijkshoorn te spelen die (in zijn meest recente boek) met zijn jeugd en vooral zijn vader meedogenloos afrekent, herinner ik me mijn vader vooral als de man die ik naar mijn gevoel mijn hele leven heb teleurgesteld. Ik kreeg (in tegenstelling tot hem) wel kansen om te studeren, maar haakte vroegtijdig af. Als overheidsvoorlichter stapte ik vrij snel weer op (hoewel ik getrouwd was en twee kinderen had), terwijl een baan bij de overheid volgens hem zoiets was als werken in het Walhalla. En een sportverslaggever een soort vakkenvuller bij de Aldi.
Mijn vriendinnen deugden geen van allen en ondanks dat ik trouwde met een meisje van goede komaf, ben ik toch gescheiden. Mijn vader en ik begrijpen elkaar niet helemaal. En dat zal er de komende tijd niet beter op worden, als ik hem vertel dat mijn toekomst nog onzekerder wordt. Vijftig is erg, maar veertig jaar worden vond ik erger. Ik heb het zelfs een paar maanden ontkend, maar al met al was het laatste decennium eigenlijk wel een leuke tijd. Hoewel ik gescheiden ben, aan mijn ogen ben geopereerd wegens het ouwelullen-kwaaltje staar en zo grijs ben als een dakduif, heb ik leuke vriendinnen, kom vaak in de kroeg, al wordt dat wel minder, aangezien ik tegenwoordig altijd een halfuurtje moet rijden voordat ik thuis ben en ik haat mensen die met drank op achter het stuur gaan zitten. Ik ben werkelijk gek van en op mijn dochters. Ze studeren allebei, wonen op kamers, ruïneren mij financieel, maar wat een gave wijven. Doen ongeveer alles beter dan ik deed toen ik zo oud was als zij: niet overdreven veel drank, geen drugs, niet met iedereen het nest in, wel gewoon de colleges bezoeken, niet bij nacht en ontij op straat. Vinden mij, heb ik deze week geleerd, wel een ouwe lul, maar het grootste compliment kwam wellicht per ongeluk van mijn jongste dochter die mij niet zo’n sukkel vindt als de meeste vaders van haar vriendinnen. Kijk, dan ben je toch wel goed bezig als vader.
Dit stukkie schrijf ik op mijn laptop in een soort pianobar in het buitenland. Ik ben namelijk letterlijk gevlucht voor mijn verjaardag. Geen gezeik met Abraham in mijn tuin, ik heb geen zin in een zogenaamd gezellig feest. Mijn vakantie heb ik gebruikt om eens goed na te denken over mijn toekomst. Over tien jaar word ik zestig, en dat is dus echt schrikbarend oud, vind ik nu. Het gaat wel lukken, als je niet ouder wilt worden, moet je gaan hangen, maar ik heb één serieuze zorg. Van oudere kennissen en vrienden hoor ik dat hun seksleven kwalitatief en kwantitatief afneemt naarmate ze ouder werden. Kut, dat zal toch niet waar zijn, want wat dat betreft ben ik dit decennium juist erg verwend geweest. Ik ben dus, voor alle duidelijkheid, deze week vijftig jaar geworden. En bij elke mijlpaal neemt de angst voor de steeds korter wordende toekomst een beetje toe…
Nog geen reacties