Twentevisie Jaargang 23, 2011

Voor een transportbedrijf zit Oegema letterlijk in ‘the middle of nowhere’

Sibbele Oegema van het gelijknamige transportbedrijf wil wel blijven groeien maar niet de grootse worden.

Voor een transportbedrijf zit Oegema letterlijk in ‘the middle of nowhere’, op een industrieterrein achter Dedemsvaart. Toch is Oegema in de afgelopen negentig jaar uitgegroeid tot een grote speler, ook met veel klanten in Twente en de Achterhoek. Onlangs kwam het bedrijf, dankzij een overname, in het nieuws. Maar of Sibbele Oegema zo blij is met de overname van zijn vroegere collega Interbaarslag, valt nog te bezien.

Er moet wat geld verdiend worden en er moet een redelijke sfeer zijn in het bedrijf

In 1931 kocht Freerk Oegema, die in 1919 met een transportbedrijf was begonnen, zijn eerste vrachtwagentje voor drieduizend gulden, een godsvermogen in die tijd. Nu, vier generaties verder, telt Oegema Transport zo’n tweehonderd vrachtwagens (trekkend materieel om precies te zijn) waar ruim driehonderd man hun brood verdient. Dat in 1919 werd gekozen voor Dedemsvaart, soit, maar nog niet zo lang geleden is er flink uitgebreid, zijn er nieuwe panden gebouwd, maar er is in de verste verte niet iets van een autosnelweg te zien. “Ja, de plaats is historisch bepaald. Maar de helft van de omzet komt uit Dedemsvaart (Wehkamp postorderbedrijf, Heering kunststofprofielen, Weekamp Deuren, Anidis Dier Speciaal goederen) of zijn klanten (Trans-O-Flex, TNT Cargo) die het bij ons op dok brengen of we halen het zelf op. Dus dat zijn dan goederen die ’s nachts met de lijndienst komen vanuit districentra uit België of zuidwest-Nederland met bestemming noordoost-Nederland. Dus wat dat betreft is Dedemsvaart een hartstikke goede locatie.” Dedemsvaart legt het bedrijf geen windeieren, de omzet is gestegen tot zo’n dertig miljoen waarmee Oegema bij de top 50 van Nederland behoort. “In 1990 hadden we nog 1,5 miljoen omzet, in 1995 was dat vijf miljoen, in 2000 zaten we net op 10 miljoen en nu is het 2011 en zitten we boven de dertig.”

Kleine marges.

De marges zijn, twee, drie, vier procent, dus de winst zit in de volumes. Maar dan is het onhandig als de klanten door het hele land zitten. “We gaan mee met onze klanten. Zoals Wildkamp, dat naar Coevorden gaat en in De Lutte zit, maar wij blijven voor hen rijden. Die mensen maken reclame voor je. Ik weet nog dat Johan Weekamp mij ooit een keer vertelde dat ze erg veel last van vervoerschades hadden aan hun deuren. Hij zei, ‘je bent een mierenneuker in de goede zin van het woord’. We rijden nog steeds voor hem en wij hebben minder schades in alle jaren gehad dan voorheen bij wijze van spreken in een maand.” Oegema is zo’n bedrijf waar je normaal gesproken weinig over hoort of leest. Blijf uit de krant en de kroeg, lijkt het adagium. En zo is de kleur van de auto’s ook: vaalgroengrijs! “Het is mosgroen. De eerste vrachtwagen die mijn overgrootvader kocht, was een DAF en dan kon je kiezen uit vijf kleuren en daarvan was groen er een; daar is toen voor gekozen. Nee, ik heb dat nooit veranderd. Het is een bescheiden kleur, maar wel een kleur die duurzaamheid uitstraalt.”

Interbaarslag.

Oegema is zo ongeveer de tegenpool in alles van de dame (Petra Baarslag) van wie hij Interbaarslag in 2009 heeft overgenomen. Oegema wilde erg graag het klantenbestand van Interbaarslag (dat is voor 95% Wavin) aan zijn bestand toevoegen. Hij meende een eenvoudige activadeal te doen (overname van vrachtwagens, personeel en klanten) zonder onroerend goed en ook geen BV’s. Daarom heeft hij geen boekenonderzoek laten doen. “Nu weet ik wel beter, de volgende keer dat ik iets koop of overneem zal ik allerlei voorwaarden in de koopovereenkomst laten overnemen.” Zoals de vaststelling dat alle pensioenpremies die van de werknemers is ingehouden ook daadwerkelijk aan het pensioenfonds is overgemaakt, want daar is nu een hoop gedonder over. Het pensioenfonds had een claim neergelegd van 385.000 euro wegens achterstallige betalingen. “Ik las die brief ’s ochtends , heb hem toen weggelegd en dacht ‘het zal zo’n vaart niet lopen’. En toen heb ik hem ’s middags opnieuw gelezen en toen dacht ik ‘dat kon toch wel eens een vaart gaan lopen’ en daarom heb ik mijn advocaat gebeld. Dat was de tweede keer in mijn leven…” Want het zou heel goed mogelijk zijn dat Oegema toch aansprakelijk gesteld zou worden (via de wet Overbrenging Personeel) als hij niet op tijd zou reclameren. Hij reageert een beetje als het boertje van buut’n dat zoiets nog nooit aan de hand heeft gehad. “We hebben vaker bedrijven overgenomen, dan ben je het eens en dan maak je een verkoopovereenkomst en klaar. Ja, er ligt nu officieel een claim bij Baarslag, een nota van het pensioenfonds. Ik kan haar dus ook niet meer verdedigen. Ze heeft zelf iets verkeerd gedaan en zal het dan ook moeten oplossen.”

Aansprakelijk.

Inmiddels heeft Oegema Baarslag aansprakelijk gesteld als hij toch zou moeten opdraaien voor de kosten. De advocaat heeft daarover een brief gestuurd waarin deze haar aansprakelijk houdt. Dat mocht er een claim komen bij Oegema omdat Baarslag niet thuis geeft, ze het gaan verhalen op Baarslag Transport en indien nodig op Baarslag privé. Op die manier kan zij niet ongezien onroerend goed verkopen. Ook veel van haar vroegere chauffeurs spuien hun gal over hun vroegere bazin en reppen over bonnenboekjes die verdwenen waardoor overuren niet uitbetaald werden. En toen Baarslag de politiek in wilde, hebben de werknemers een ingezonden brief naar een lokale krant gestuurd. De laatste stand van zaken is dat er driftig wordt onderhandeld tussen het pensioenfonds en mevrouw Baarslag. “Bij TV Oost repte ze over een misverstand en dat ze het zou oplossen. Daar ga ik maar van uit.” Overigens hebben Oegema en Baarslag elkaar al in 2006 getroffen om te praten over een overname. “Toen wilde ze verkopen met het onroerend goed, maar daar had ik geen interesse in.” Overigens had Oegema toen al kunnen aanvoelen dat het niet helemaal snor zat bij zijn gesprekspartner want Baarslag was toen (in 2006) net toe aan haar derde accountant…

Groei.

Spijt van de overname heeft hij niet. “Wavin is echt een heel fijn bedrijf om voor te werken. Ze maken duurzame producten, innovatief, die passen prima bij onze groene auto’s,” grijnst hij. Nou ja duurzaam, hij heeft net weer de dikke gidsen van Ikea en Wehkamp rondgebracht… Van nieuwe overnames heeft hij even zijn bekomst. “Het is absoluut niet de bedoeling om de grootste te worden. Doelstellingen heb ik niet, jawel één: ik moet het bedrijf kunnen blijven overzien, zowel wat betreft omzet, personeel en klanten: er moet wat geld verdiend worden en er moet een redelijke sfeer zijn in het bedrijf.” Oegema bedoelt dat de laatste jaren het bedrijf autonoom snel is gegroeid. “Alleen maar een paar chauffeurs en een planner erbij lukt op een gegeven moment niet meer. Dan moet er een laag tussen. Je moet dan goede mensen om je heen hebben en dat is wel het moeilijkste. Ik wil wel graag zelf alle ballen in de lucht houden. Maar op een bepaald moment moet je dat loslaten. Ik zal toegeven: dat lukte eerder echt niet, maar inmiddels steeds beter.”

Als er geen mensen in de winkel komen, dan weet je dat je ook niets verkoopt

2010.

Een transportbedrijf heeft een bepaalde grootte nodig om aan tafel te komen bij grote opdrachtgevers. “Eerder kwamen wij niet in gesprek met Ikea, Wavin of Vitens. Als je al transporten voor dat soort klanten deed, dan kreeg je die via bijvoorbeeld Penske of Vos. Dan zat je als derde of vierde bedrijf in de lijn, de marge was er dan wel af. We hebben nu een aantal afdelingen binnen ons bedrijf: bouw, distributie, internationaal en we hebben nachtdistributie. Daarnaast hebben we nog een eigen garage die het totale onderhoud doet. Maar je moet voldoende grootte hebben om goede ritten te maken en daarmee ook rendement. Je kunt niet ergens leeg komen als je geen aansluiting hebt. Eind 2009 hadden we toch nog wel een kleine plus. Toen dachten we in 2010, ook met de overname van Baarslag, dat de recessie voorbij zou zijn. Maar toen kwam dus de klap van de bouw. In 2010 hebben we wel weer een plus laten zien, een heel kleine plus, maar het was wel het slechtste jaar uit onze historie…”

Oude Volvo.

“Mijn vrouw reed rond in een Volvo van dertien jaar, die van mij is zeven jaar. Onlangs stond ze met pech op de ringweg van Groningen. Alle auto’s vlogen om haar heen. Gelukkig belde ze en vroeg ze wat ze moest doen. Ik zeg blijven zitten, er komt vanaf hier iemand; zij is wel financieel directeur van het bedrijf.” Zij heeft dus een nieuwe auto en Oegema zelf rijdt nog wel een poosje door met de oude. “Ik denk dat jij niet meer te vertellen hebt en ook niet minder dan ik, ik denk dat dat bij de meeste mannen zo gaat. We hebben allemaal een boel praatjes, maar als we thuiskomen… Ik herinner me nog een verhaal van mijn moeder. Vroeger gingen de vervoerders naar de Amsterdamse RAI en daar kochten ze een nieuwe auto. En als ze thuiskwamen, dan liet moeder de vrouw die order meteen annuleren.” En hoewel Oegema Transport het zeker niet slecht doet in deze moeilijker economische tijden, vindt Oegema het geen porum in een dure Mercedes te komen voorrijden als hij aan zijn werknemers vraagt de broekriem aan te trekken. “We hebben inderdaad een nieuw pand laten bouwen voor zeven miljoen. Twee jaar geleden hebben we met vier andere bedrijven een heel groot bedrijf overgenomen en dat is een catastrofe geworden. Uiteindelijk hebben we daar, als Oegema zijnde, bijna vijf ton achteraan gegooid, echt zonde geld. Maar mijn accountant zegt altijd, ‘joh, als je geld verdient, kun je in elk geval de BTW en het verlies verrekenen. En dan antwoord ik ‘dan moeten we wel winst maken. We hadden de bouw nog niet eens klaar en toen kwamen we echt in de recessie. We zaten in oktober in een fonkelnieuw gebouw. Als er geen mensen in de winkel komen, dan weet je dat je ook niets verkoopt. Dat was bij ons ook zo. Er werd weinig meer gebeld, heel veel opdrachten gaan telefonisch, er was dus ook geen handel. Dat duurde een dag, twee dagen en dan zie je het gewoon wegvloeien. Dan kan ik niet zeggen ‘doe mij maar eens een nieuwe auto’. Of de grote jongen uithangen. Dat zit niet in mij.” Geen uitspattingen dus voor Sibbele Oegema uit Dedemsvaart, samen met zijn broer Gerlof opvolger van Freerk en Annie Oegema die het op hun beurt overnamen van Sibbele (opa) Oegema en dat was de zoon van de grondlegger Freerk. Hoewel, er staat een grote vaas op de houten vergadertafel, vol met gekleurde M&M-nootjes…

Vorige bijdrage

Mannentijd van Mens tot Mens met een link naar Memphis

Volgende bijdrage

Herman Wormgoor, al achttien jaar directeur van Vredehof

Jan Medendorp

Jan Medendorp

Jan Medendorp is gespecialiseerd (interviews, reportages, analyses, commentaren, columns) in sociaal- en financieel-economische onderwerpen, sport, politiek en human interest (voor krant, radio, televisie, maar ook bedrijfsfilms).

Nog geen reacties

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *