‘Groei zonder beursnotering of verkoop aan marktgigant’
Bavaria: familiebedrijf voor altijd
Peter Swinkels gaf in november in Zwolle een presentatie voor topondernemers over familie bedrijven, strategie en marketing.
Bavaria, hét familiebedrijf onder de familiebedrijven. In november werd een lid van de zevende generatie Swinkels (Jan Renier) benoemd tot directievoorzitter, waar de clan uit Lieshout (onder de rook van Eindhoven) zelfs vijf telgen had genomineerd. Dat de neef van Peter Swinkels, tot voor heel kort bestuursvoorzitter, tot het allerhoogste geroepen zou worden, leek onwaarschijnlijk. Tijdens een lezing voor topondernemers in Zwolle (waarop dit verhaal is gebaseerd) een paar weken voor die verkiezing, liet Peter nog weten dat de hoogste baas van Bavaria ook een aantal jaren buiten het bedrijf (Unilever is populair in de Swinkels-kringen) zijn kunsten moet hebben vertoond. Neef Jan Renier is vast heel goed, maar heeft na zijn studie en militaire dienst altijd zijn maandwedde van Bavaria overgemaakt gekregen.
“ Och, je weet hoe dat ging in die tijd. Op een bepaalde dag word je bij de Raad van Commissarissen geroepen en krijg je te horen dat je tot directeur wordt benoemd,” lacht Peter Swinkels (61) vriendelijk de zaal toe. Alsof het zo anno 2006 niet is gegaan. Waar Grolsch heeft gekozen voor een beursnotering, daar wil Bavaria tot in lengte van jaren een familiebedrijf blijven, vertelt Swinkels. En hij kan het weten, want hij regeert over zijn graf heen. De vorige generatie directeuren heeft de lijn uitgezet voor de middellange en lange termijn en zoekt daar geschikte kandidaten bij. “Wij willen autonoom blijven groeien en ons merk verder uitbouwen in binnen-en buitenland. Daar is geen beursnotering of verkoop aan een marktgigant voor nodig.” Bij Grolsch heeft de familie De Groen dankzij een flink pakket aandelen nog een stevige vinger in de pap. Zij lijken geen interesse (meer) te hebben om die aandelen tot in lengte van jaren te behouden. “Ik zie niets in een zakenwereld waarin alles om de aandeelhouder draait.” De aandelen van Bavaria zijn in handen van ongeveer honderd familieleden van wie er 25 bij het bedrijf werken.
Frisdrank
Natuurlijk zijn er een hoop verschillen. Bavaria lijkt beter te weten wat ze in de toekomst wil dan Grolsch. Maar er zijn ook opvallende parallellen te trekken tussen Grolsch en Bavaria. Het zijn heel oude brouwerijen. Laurentius Moorees begon een bierbrouwerij in 1719. Sinds 1964 is het bedrijf in handen van de familie Swinkels (dankzij de schoonzoon van Moorees), pas in 1925 kreeg de brouwerij de naam Bavaria (Latijn voor Beieren). Voor het tijdsbeeld: tot de eerste wereldoorlog waren er nog circa vierhonderd brouwerijen in ?geest van opa en vader (beiden Jan geheten) van Peter Swinkels te danken dat Bavaria dan niet alleen nog bestaat, maar zelfs is gegroeid. Ook dankzij de frisdrank sinds de jaren vijftig met 3-ES, Herschi en Hero. Peter Swinkels kwam aan het roer en gooide luiken echt open.
Alcoholvrij bier
“ De eerste keer dat ik iets in het buitenland verkocht, is me altijd bijgebleven. Dat was in 1973. Ik ging met twee vrachtwagens vol bier naar Italië. Ik kwam net van de universiteit en wilde laten zien wat ik kon. Ruim dertig jaar later wordt Bavaria-bier geëxporteerd naar tientallen landen. Hij was de man van de export en de marketing, zegt hij met een sneer naar Grolsch. Nu lijkt Grolsch in Amerika een goede slag geslagen te hebben (hoewel de ana-listen meer kapers op de kust vermoeden waardoor de koers als een jojo heen en weer gaat) maar de exportavonturen uit de jaren negentig hebben alleen maar geld gekost. “Bij export is voorbereiding alles. Als ik een vreemd land bezocht, kocht ik altijd boeken van en over dat land. Bij een bezoek aan Turijn moest ik weten hoe hoog Juventus in de competitie stond op dat moment en wie de beste spelers waren.” Op zijn reis naar Nigeria bedacht hij het alcoholvrije bier voor de moslims. “Het gaat om interesse tonen in de mensen met wie je te maken hebt. Als wij buitenlandse gasten hebben, hangt altijd de vlag van dat land bij ons aan het gebouw.”
Marco van Basten
Peter Swinkels was ook de man van de Tatjanakalender. Net als Freddy Heineken bemoeide hij zich persoonlijk met de reclamespotjes. “Ik benaderde zelf Don Johnson, Joan Collins en Marco van Basten.” En ook uit zijn koker komt het briljante idee om de bekende Amsteljongens na afloop van hun contract eenmalig bij Bavaria te laten optreden: zo, nu eerst een Bavaria (de slogan sinds 1985). Als voorzitter van de Brabants-Zeeuwse Werkgevers vecht hij vooral tegen de regels, subsidies, wetten en commissies. “Er zijn meer dan 300 subsidieregelingen voor bedrijven. Bureaucratie belemmert het ondernemerschap in Nederland.” En daarvoor kreeg hij de handen op elkaar. “In het Lissabon-akkoord staat dat we drie procent van het bruto nationaal product ?ling. We halen het niet, de overheid blijft achter. Het gat met Azië wordt steeds groter.”
Nog geen reacties