Mohamed Al-Daradji vluchtte uit Irak, werd cameraman TV Oost en maakte aangrijpende oorlogsfilm in geboorteland
‘De dood liep voortdurend mee’
Mohamed Al-Daradji vluchtte in 1995 van Irak naar Nederland. Vorig jaar maakte hij in Irak de film Ahlaam die lovende kritieken kreeg van Londen tot Tokio en van New York tot Boedapest.
Mohamed Al-Daradji vluchtte in 1995 van Irak naar Nederland. Hij werkte vier jaar als cameraman bij TV Oost. In 2002 vertrok hij naar Engeland waar hij aan Leeds Metropolitan University zijn master of Arts Course in Cinematography haalde (met dank aan de VandenEnde Foundation). Vorig jaar maakte hij de aangrijpende film Ahlaam die niet alleen tijdens het Filmfestival in Rotterdam en het Amnesty International Film Festival (Amsterdam) lovende kritieken kreeg, maar ook in Tokio, Londen, Boedapest, Cairo en New York tot enthousiaste reacties leidde. Een film die overigens ook gemakkelijk tot zijn dood had kunnen leiden.
Hij is knapper geworden, zelfverzekerder. We treffen elkaar bij de ingang van het Amsterdamse filmtheater De Uitkijk. Bijna lijkt de voorstelling te worden afgelast, want de film is door Amnesty International op de verkeerde spoel aangeleverd. Na de film gaan we een broodje eten; een halfuurtje, hij heeft niet veel meer tijd, want veel mensen willen hem tegenwoordig spreken. In het Engels, want hij heeft al in geen vier jaar Nederlands gesproken.
Ik kon het bijna niet geloven toen ik hoorde dat Mohamed Al-Daradji een toonaangevende internationale film heeft gemaakt. Als cameraman blonk Al-Daradji niet echt uit, het taalprobleem (gebroken Engels, een paar Nederlandse woorden met een flinke scheut Arabisch) maakte de communicatie ook niet echt gemakkelijker tussen cameraman en verslaggever. Ooit hebben we een halfuurtje in de auto zitten praten toen een afspraak verlaat kwam opdagen.
Oude camera
Al-Daradji begint meteen over dat auto-gesprek. “Herinner je je nog dat je vroeg hoe het was in Irak onder Saddam Hoessein, waarom ik alles en iedereen achterlatend ben gevlucht? Hoe mijn toekomst eruit zou zien? De vrouw Ahlaam over wie de film gaat, staat voor het Irak waar wij Irakezen van dromen. Ze is hoogopgeleid, succesvol en gelukkig.” Maar dat was het land niet dat hij verliet en dat is het zeker nu niet na drie jaar stevige oorlog. “Ik was tien jaar niet in Irak geweest, ik trof een ontzettende chaos aan.” Toen Al-Daradji voor de eerste keer weer in Irak (Bagdad) was, werd hij geconfronteerd met psychiatrische patiënten van wie de inrichting was gebombardeerd en die daardoor vrij op straat liepen. “Ik heb een aantal weken geholpen in dat ziekenhuis.”
Ahlaam bestaat echt, het verhaal is op waarheid gebeurd, maar hij heeft niet gekozen voor een documentaire maar voor fictie. “Het is daar oorlog, dan kun je moeilijk gaan reconstrueren.” En dat is ook meteen het onvoorstelbare aan de film. Het gaat over de oorlog in een land, opgenomen in een land in oorlog, met een ouderwetse camera die om de haverklap kapot ging en met auteurs die nauwelijks weten wat film is, want Irak kent geen filmcultuur en van de achttien bioscopen in het land werkt er nog eentje, in Bagdad. Ahlaam is pas de tweede film die in de afgelopen vijftien jaar Irak is gedraaid.
Amateurs
Nee, het is geen gladde Steven Spielberg-film. De film duurt bijna twee uur en dat is lang, het verhaal is uitgesponnen en op den duur gaan de technische onvolkomenheden tegenstaan. Of juist niet, want keer op keer word je er daardoor aan herinnerd dat het een ‘echte’ film is. De bekende nachtelijke oorlogsbeelden (met afweergeschut en inslagen) van televisiezender Al Jazeera aan het begin (later komen ze terug) doen eerder afbreuk aan de film dan dat ze een toegevoegde waarde hebben.
Opvallend is dat Al-Daradji eigenlijk voor niemand nadrukkelijk partij kiest. Niet met terugwerkende kracht voor Hoessein; zijn vreselijke methoden en onderdrukking worden meedogenloos getoond als de echtgenoot van Ahlaam op haar trouwdag door de geheime politie van Hoessein op gewelddadige wijze wordt gearresteerd. Maar ook niet tegen de Amerikanen die via stiekeme opnamen zijn gefilmd. Hooguit tegen de oorlog, vanuit een invalshoek die je niet kunt bedenken.
Ahlaam is Bagdad
Ahlaam wordt (een paar dagen voordat de Amerikanen Irak aanvallen) letterlijk gek als gevolg van de arrestatie van haar man. Ze belandt in een inrichting die door een bom wordt getroffen. De patiënten die het overleven, vluchten in blinde paniek en leven vervolgens op straat. Ahlaam en alle andere mensen die in de film voorkomen zijn amateurs. “Ik heb via via in Irak mensen gevraagd of ze mee wilden spelen.”
‘Het Irakese volk moet films en theater blijven maken en dansen en voetballen; het leven moet weer hoop en zin krijgen’
“Ahlaam staat ook symbool voor Bagdad. Jij dacht ook dat vrouwen in Irak geen vrijheid hadden.” Ahlaam was onder Hoessein vrij en succesvol, tot haar man werd opgepakt. En tijdens de bezetting wordt Ahlaam verkracht, niet door de Amerikanen, maar door mannen van haar eigen volk. “Dat is ook symbolisch voor Bagdad vandaag.” Die verkrachting, zeer belangrijk in de ogen van schrijver/regisseur/ producer/cameraman Al-Daradji, vormde nog een lelijk obstakel, want er was geen vrouw te vinden die aan zo’n scène wilde meewerken. Er is een oplossing bedacht voor de actrice Aseel Adel, die wordt verkracht door een man die in werkelijkheid ook haar echtgenoot is.
Kidnap
En dat is eigenlijk weer onvoorstelbaar. Ahlaam wordt op een werkelijk fantastische manier door een vrouw gespeeld die nauwelijks weet wat film is. En ook twee andere hoofdrollen, die van de goedwillende Irakese arts Mehdi (gespeeld door Mohamed Hashim) en patiënt Ali, worden ongekend goed gespeeld. “Ik werk graag met amateurs, het zorgt voor een meer realistische sfeer.” Ali wordt gespeeld door Al-Majidi, een lid van de oppositie ten tijde van Hoessein die twaalf jaar gevangen heeft gezeten. Zijn angst spat werkelijk van het scherm, daar hadden de beste camera’s van Spielberg het niet beter kunnen maken.
Al-Majidi heeft in het echt ondergaan wat hij in de film weer over zich heen krijgt, zoals het afsnijden van een oor, onder Hoessein een gebruikelijke straf. “We moesten soms ’s avonds filmen, maar er was een avondklok, dan ging we toch stiekem de straat op.” En zowel voor de Irakezen als de Amerikanen waren hij en zijn crew bij voorbaat verdacht. “Er is regelmatig op ons geschoten,” zegt hij kalm. Ook al omdat hij graag wilde filmen op authentieke locaties in Bagdad. En hij en een deel van zijn crew werden een paar dagen gekidnapt. “De dood liep voortdurend mee bij het maken van de film.” Hoe hij vrij kwam, weet hij eigenlijk nog niet. “Ik vermoed dat er een patrouille aankwam.”
Mohamed Al-Daradji staat na het maken van deze film zelf ook symbool voor het Irakese volk. “Ik heb geen andere keuze dan doorgaan. Doorgaan met leven. Alles kan met mij gebeuren, ook met mijn familie die nog steeds in Irak woont. Wat moet ik anders? Het Irakese volk moet films en theater blijven maken en dansen en voetballen. Het leven moet weer hoop en zin krijgen. Mijn volgende film maak ik weer in Irak, ook al verklaart iedereen me voor gek. Maar ik moet wel.”
Nog geen reacties