SAX

Oud-Almeloër Wubbo Ockels pleit voor jeugdbelasting

‘Wij weten nog steeds niet wat we met de wereld buiten de dampkring willen’

Zonder de beroemde snor, zeer modieus gekleed, verschijnt Wubbo Ockels (1946) in het Space Expo in Noordwijk – in de speciale Wubbo Ockelszaal waar onder meer zijn ruimtepak hangt – voor een onderhoud. Ockels is geen gezellige man, ronduit onvriendelijk tegen de fotograaf, maar hij werkt zoveel mogelijk mee aan interviews om de ruimtevaart weer op de (politieke) agenda te krijgen. De geboren Almeloër wordt er niet moe van de maan als achtste continent onder de aandacht te brengen.

Ik heb geen speciale band meer met Almelo. Een paar weken na mijn geboorte verhuisde ons gezin naar Den Briel. Mijn moeder was lerares, mijn vader was landmeter en kon in Den Briel een goede baan krijgen. Ik heb daar in die oude stad een ontzettende leuke jeugd gehad. Ik vind Twente een heel mooie streek, maar ik heb er niets mee. Nee, ik rijd ook nooit even door de Ootmarsumsestraat in Almelo omdat daar mijn geboortehuis staat”. In 1973 studeerde Ockels cum laude af (natuuren wiskunde) aan de Rijksuniversiteit in Groningen; hij is gepromoveerd (1978) op het Kernfysisch Versneller Instituut waarna hij werd geselecteerd als een van de eerste drie astronauten van de Europese Ruimtevaart Organisatie, ESA.

Challenger

Eén op de twintig astronauten is in het verleden om het leven gekomen. Een ruimtereisje is nog steeds geen gemeengoed. Zes weken nadat Ockels 112 rondjes rond de aarde had gevlogen klapte het ruimteveer Challenger (waarmee ook Ockels had gevlogen) uit elkaar voor het oog van de wereld. “Ik was niet thuis, ik hoorde het van journalisten die voor mijn huis op mij stonden te wachten. Ik dacht eerst dat één van mijn kinderen wat was overkomen. Eerst was ik heel bedroefd, een aantal van de astronauten kende ik goed. Later werd ik heel kwaad, omdat iedereen precies wist waaraan het ongeluk te wijten was. Het was te voorkomen geweest”. Er woont een engeltje op de schouder van Ockels, eerder overleefde hij twee vliegtuigongelukken waarbij de botsing met een Airbus in Lille de ernstigste was. “Mijn vliegtuig was totalloss. Ik besefte toen helemaal niet dat ik door het oog van de naald was gegaan, ik was razend dat mijn mooie vliegtuig helemaal kapot was”. Het leverde hem een aantal negatieve verhalen op in de Volkskrant. Hij haalt er zijn schouders over op: “De tol van de roem”.

John Glenn

Zijn reis (van 31 oktober tot 6 november 1985) werd een aantal malen uitgesteld. Hij stond al geboekt voor een tweede trip. “Als gevolg van het ongeluk veranderde er een hoop. Het aantal mensen aan boord verminderde van acht naar zeven en daardoor viel ik uit de boot. Ik heb nog geknokt en gelobbyd om in 1992 mee te gaan, maar ik kreeg niet de ondersteuning die nodig was. Daarna kreeg ik een visioen van iemand die zijn hele leven achter het idee aanrent om een ruimtereis te maken. Dat wil ik niet. Dat John Glenn is meegegaan vind ik van de NASA een briljante gedachte. Het is een ode aan de historie.Maar het laat ook zien dat als iemand van 77 jaar de ruimte in kan, iedereen kan vliegen. De mystiek verdwijnt. Een ruimtestation is een laboratorium voor wetenschappers, maar dat hoeven dus niet per se atleten te zijn”.

Vieze industrie

” Ik heb van mijn ruimtereis geleerd dat de zwaartekracht onnoemelijk belangrijk is. De relatie mens-aarde is veel intensiever dan ik ooit gedacht heb.De aarde is te klein, dat geeft doemdenken zoals grenzen aan groei. In mijn beleving wordt de aarde een soort park.Waarom hebben wij vieze industrie op de Aarde als we dat op de maan kunnen doen? Ik ben nooit milieuactivist geweest omdat zij tegen ontwikkeling waren. Neem het energieprobleem. Enorme zonnepanelen om de aarde zou de oplossing betekenen. We moeten doorlopend ontwikkelen, en niet stoppen omdat het ook negatief toepasbaar kan zijn. Door de koude oorlog werd de ruimtevaart opgezweept. Maar vergeet niet dat dankzij de ontwikkelingen in de ruimtevaart de koude oorlog ook beëindigd werd. Ik zou best bij Thales willen werken. Stel dat ze daar een radar ontwikkelen die de grond in kan kijken en waarmee landmijnen opgespoord kunnen worden, ik zou daaraan direct meewerken. Als Greenpeace of het Wereld Natuur Fonds mij als boegbeeld wil gebruiken, vind ik dat goed, met die aantekening dat ik daarnaast wel mijn eigen mening wil blijven uitdragen”.

Zes mille

Met ingang van 1 september 2003 is Ockels benoemd als voltijds hoogleraar Aerospace Sustainable Engineering and Technology (ASSET). De aanstelling vindt plaats in nauwe samenwerking met de Europese ruimtevaart organisatie ESA. De nieuwe leerstoel richt zich op de ontwikkeling van objecten die gebruikt kunnen worden voor voortstuwing of het opwekken van energie. Een voorbeeld van recente projecten zijn de Laddermolen en de zonneauto Nuna. Er bestaan ook in Twente plannen om mee te doen aan die bekende race.Met als hoofdzakelijk doel om te winnen van Ockels, want hij is verre van populair. Ockels is voor spreekbeurten te boeken voor een kleine zes mille. Bij Ten Cate (waar hij het congres opluisterde met een standaardverhaal) denken ze met weinig plezier terug aan de voorbereidingsgesprekken met hem. “Ik ben niet dankzij de ruimtevlucht miljonair geworden, maar dat is vooral dankzij de waardevermeerdering van mijn huis”.

Jeugdbelasting

Het stoort Ockels dat techniek veel te weinig aandacht en geld krijgt. “Ik pleit voor jeugdbelasting. Net zoals een bedrijf een percentage uittrekt voor research en development, zou er veel meer aandacht moeten zijn voor de jeugd. Daar zit de wortel van nieuwe kennis en technologie. De jeugd moet ervan doordrongen raken dat wis- en natuurkunde geen saaie vakken zijn, maar gereedschappen waarmee je fantastische dingen kunt doen. Dat probeer ik ze te laten zien aan de hand van spannende zaken zoals vliegers, het breken van hoogterecords, de bouw van toekomstige maankolonies en het winnen van energie uit de lucht”. “Ik ben ervan overtuigd dat de ruimte de toekomst heeft. Er moeten nieuwe maanreizen komen. Ik begrijp niet dat politiek de strategische waarde van de maan niet begrijpt. Als productieplaats voor robots bij voorbeeld. Het is een reis van vier dagen reizen.Vanaf de maan lanceren van zonnepanelen en reizen naar Mars is veel goedkoper. Wij moeten gaan onderzoeken wat wij met de wereld buiten de dampkring willen”.

De naam Ockels blijft voor eeuwig geklonken aan de ruimte; tussen Mars en Jupiter zweeft namelijk een klein planeetje om de zon met de naam 9496 Ockels. Het heeft een doorsnede heeft van 4,8 en 11,4 kilometer. Zo’n 120 van de ruim 15.000 genummerde planetoïden zijn vernoemd naar Nederlanders.

Vorige bijdrage

Nummer 32/33

Volgende bijdrage

Nummer 34

Jan Medendorp

Jan Medendorp

Jan Medendorp is gespecialiseerd (interviews, reportages, analyses, commentaren, columns) in sociaal- en financieel-economische onderwerpen, sport, politiek en human interest (voor krant, radio, televisie, maar ook bedrijfsfilms).

Nog geen reacties

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *