Nummer 29
Ook de hoofdredacteur van dit periodiek is gevraagd het artikel over Georg Reudink (elders in dit nummer) toch maar niet te plaatsen. Het moet niet veel gekker worden. Ik weet wel dat, als ik in de komende tijd fysiek ongemak krijg, ik de helpende arts ver buiten Twente zoek. Je hoeft geen Alfred Hitchcock te zijn om van het dossier Reudink in een mum van tijd zonder veel moeite een fraai moordscenario te schrijven.
Want ga maar na. Georg Reudink was bestuursvoorzitter van Twenteborg in Almelo. Daar was het toentertijd werkelijk een anarchistische teringbende. En hoewel ik uit ervaring weet dat Reudink, in zijn vele rollen als commissaris of bestuursvoorzitter, vrijwel altijd partij koos voor het zittende management, pleurde hij in Almelo toch een paar directeuren met een flinke boog op straat. Die directeuren hadden in de strijd in de maanden daarvoor vriendjes gemaakt in het ziekenhuis en die mensen waren niet allemaal zo content met het ingrijpen van hun voorzitter.
Reudink vond dat de ziekenhuizen in Hengelo en Almelo elk te klein waren om goed geëquipeerd hun werk te doen. Een beetje concurrentie ten opzichte van Enschede en Oldenzaal kon in zijn ogen geen kwaad. De fusie leverde kwade gezichten op.
En dan de affaire Oostinga, de man die nu directeurtje speelt. Hij heeft een paar jaar geleden zijn eigen zakken gevuld dankzij het disfunctioneren van zijn vrouw. Zoals deze krant eerder schreef was mevrouw Oostinga niet te handhaven in de maatschap van Almelose longartsen. Ze had de gewoonte met spullen naar haar collega\’s te gooien, haar vertrek was dus onontkoombaar. Dat zal ook Reudink wel duidelijk zijn geweest. Toch kreeg mevrouw Oostinga van haar man de directeur van het ziekenhuis een gouden handdruk.
Alsjeblieft, een lekkere aflevering van Medisch Centrum Oost, aflevering De wraak van de witte-jassenmaffia. Uit dit fictieve scenario wordt ook ineens duidelijk waarom al die dijkgraafjes, burgemeestertjes, mislukte ondernemers en anderen zo druk zijn geweest om het verhaal van Ingrid Reudink tegen te houden.
Het kabinet heeft nooit echt serieus kunnen werken aan wijzigingen in de zorgsector. Zeker in Twente lopen alle relaties dwars door elkaar heen. Moet Oostinga weg, die receptietijger van Hilbers? Die zeilende dijkgraaf? Of de wandelende Bert Trienen? Er wordt geklaagd bij het tuchtcollege; het heeft geen zin, de nabestaanden worden zelf hartpatiënt.
Mijn vrouw is jaren geleden echt schandalig behandeld door apotheek De Noork in Hengelo. Ik ging verhaal halen, een vriend voorkwam dat ik de boel kort en klein sloeg. Ik pak de ballen van mijn tandarts altijd stevig vast vlak voordat hij mijn kies uitboort en vraag hem dan vriendelijk zullen we elkaar geen pijn doen?. Je hoort het nooit hè, dat een gefrustreerde nabestaande op tilt slaat.
Nog geen reacties