Twentevisie Jaargang 14, 2002

Johan Dijkstra hing in de bezemkast en een litho op de directiekamer

Tussen Kunst en Winst

Bij de KPN is kunst inmiddels een bezuinigingspost geworden. Het was de afgelopen weken landelijk nieuws. Ook bij de ABN AMRO lijkt deze afdeling niet ongeschonden door de reorganisatie te komen. Reden voor de redactie van het bekende radioprogramma Memphis van Radio Oost eens een paar kunstkenners in één ruimte te plaatsen en met elkaar te laten praten over kunst en bedrijfsleven. Met Dorothee Cannegieter, directeur van het Rijksmuseum Twenthe, Richard Hessink van veilinghuis Vendue in Zwolle en Ria Verschuyten van de Kunstuitleen Hengelo. “In Nederland is slechts 0,6% van de bevolking echt geïnteresseerd in kunst.”

Richard Hessink (van oorsprong bouwvakker, heeft Havo niet afgemaakt) heeft van zijn veilinghuis in Zwolle het grootste Nederlandse veilinghuis gemaakt. Volgens eigen zeggen heeft hij zo’n 35.000 naslagwerken. “Ik weet niet alles, maar weet wel waar ik het kan opzoeken.” Hij is erkend taxateur. “Veiling is de oudste manier van verkopen.” Zijn grote internationale collegae (ook in Nederland) zijn natuurlijk de Britse huizen Christie’s en Sotheby’s. Hij heeft pogingen ondernomen Glerum in Amsterdam over te nemen. Maar die wil niet door een ‘boertje van buut’n’ worden overgenomen. En daar zit de grootste frustratie van Hessink, hij wordt in het westen niet serieus genomen. “Waarom moet de collectie van Dreesmann in Londen worden geveild? Kunnen wij dat niet?,” vraagt hij retorisch. “Ze weten niet eens of ik Hesseling heet of Hessink, daarom draag ik altijd een strik, een propellertje, dat vergeten ze nooit.”

Essent

Hessink organiseert voor een aantal regionale omroepen veilingen in de stijl van ‘Tussen Kunst en Kitsch’ van de Avro, waar kijkers met hun schilderijtje of beeldje voor een beoordeling kunnen komen. Zelf nodigt hij kopers (circa 600 die gemiddeld 4500 gulden uitgeven: “Christie’s en Sotheby’s zitten op elf-, twaalfhonderd gulden”) en verkopers vier maal per jaar uit voor soms dagenlange veilingen van vele duizenden kunstwerken. Waarmee hij vorig jaar een omzet genereerde van ongeveer tien miljoen gulden. “90% van die kunst kun je nog steeds als toiletpapier beschouwen, er zit toch 10% bij wat inmiddels behoorlijk kostbaar is geworden.” Zijn grootste klant is de overheid, dankzij onder meer de vroegere BKR-regeling. “90% van die kunst is niets meer dan toiletpapier, bij de overige 10% zitten mooie dingen.” Nieuwe klant is de recherche die bij de zware jongens – dankzij de zogeheten ‘pluk-ze’-teams – dure en fraaie kunst aanlevert. Daarnaast veilt hij veel uit nalatenschappen. “Wat wij niet verkopen, brengen ze naar de stort.” Zijn mooiste klus was een opdracht van energiegigant Essent die heel vaak is gefuseerd en zoveel bedrijven heeft overgenomen dat het bedrijf het overzicht kwijt was waar welke kunst hing en wat het waard is. “Uit het bezemhok kwam een schilderij van Johan Dijkstra tevoorschijn van 120.000 gulden en in de directiekamer hing een ordinaire litho van een paar tientjes,” zegt hij cynisch.

In Nederland is slechts 0,6% van de bevolking echt geïnteresseerd in kunst

Rijksmuseum

Dorthee Cannegieter is directeur van het Rijksmuseum in Enschede (met een kleine veertig werknemers). Ze heeft de troep van de vuurwerkramp eigenlijk nog maar net opgeruimd. Circa veertigduizend bezoekers (“Kunst is slagroom op de taart, je weet, erst das fressen…”) krijgt ze jaarlijks over de vloer in haar museum waar ze vooral oude kunst exposeert. “Dat is kwetsbaarder.” De moderne kunst staat grotendeels in het depot. Er lagen uitgewerkte plannen om met de Bamshoeve samen te werken, maar dat ging dus niet door. “Ons gebouw is te klein, zeker nu we recentelijk een grote schenking op het gebied van moderne kunst hebben gekregen. We hebben niet alleen te weinig ruimte, maar ook het formaat van de zalen is niet zo groot. Het is nog ingericht op kabinetskunst, niet op die grote moderne installaties.” Wellicht krijgt het Rijksmuseum een dependance in Almelo, bij de bibliotheek. Cannegieter zegt zelf dat ze intern de zaken echt heel goed voor elkaar heeft. “En ik wil me pas op nieuwe taken richten als ik denk dat ik dat goed kan doen.” Ze zit in veel commissies en besturen en heeft dus gemakkelijk ingang bij de decisionmakers in het oosten des lands voor bijvoorbeeld sponsoring. De Polaroid-trouwzaal, de Bleeker-foyer, het Hartman-restaurant? “Het mag en het gebeurt ook al elders in het land. Maar dan wil ik het goed opzetten en daarvoor heb ik nog geen tijd. Wij verhuren ook ruimtes aan het bedrijfsleven, de Rabo is bij ons regelmatig te gast, maar de mogelijkheden van verhuur voor recepties, presentaties en ook trouwpartijen bieden we nog te weinig aan. Om heel eerlijk te zijn zit ik momenteel op meer bezoekers dan op meer geld te wachten.” Als ze wat koopt, legt ze dat voor aan het bestuur van de aankoopcommissie. Bij Hessink is Cannegieter nog nooit wezen kijken, bij zijn twee grote concurrenten wel…

Thales leent

Het Rijksmuseum leent van en aan andere musea, maar niet van de Kunstuitleen. En bedrijven adviseren bij aankopen ziet Cannegieter niet als haar taak, hoewel het wellicht erg lucratief kan zijn als een directeur enigszins arrogant aan zijn klanten kan meedelen dat Cannegieter heeft geholpen met de samenstelling van de collectie. De Kunstuitleen dus, waarvan er vijf zijn (in de grote steden) in Overijssel; 6000 huishoudens zijn lid van één van die vijf gesubsidieerde kunstaanbieders en circa 250 bedrijven (in Hengelo onder meer Thales, Stork, Equip, Castel en Alferink in Haaksbergen). Adviseur Ria Verschuyten van de Kunstuitleen Hengelo: “Aan particulieren verdienen wij niet, daar leggen wij geld op toe. Vandaar ook die subsidie. Maar bedrijven moeten zichzelf bedruipen. Dat is voor ons wel commercieel en winstgevend.” De Kunstuitleen verkrijgt de kunst door werk van kunstenaars te huren en van galeries te kopen. In Zwolle ondervindt de Kunstuitleen concurrentie van de bekende commerciële IQ-kunstuitleen die veel werk van Brood en Cobra in de aanbieding heeft. “De commerciële kunstuitleen heeft een veel minder breed aanbod. Ik zeg niet dat IQ troep heeft, ik zeg dat de commerciële kunstuitlenen de hapklare brokken wat makkelijker voorzetten.”

Kunst als belegging

In de jaren zeventig kocht het pensioenfonds van British Railroad een kunstcollectie voor ongeveer 100 miljoen gulden. Dat leidde toen tot grote opschudding. In 1984 werd tien procent verkocht voor 100 miljoen gulden. “En het waren nog de slechtste stukken ook uit de collectie,” weet Hessink. “Maar moet je wel praten in termen van opbrengst? Uit onderzoek blijkt dat mensen zich prettiger voelen, beter werken. Een plezieriger werksfeer, dankzij kunst op de werkvloer,” aldus Cannegieter. Hessink: “De waarde van kunst stijgt met de inflatie mee. Sommige stukken stijgen harder als gevolg van trends. Op dit moment zijn de Haagse School, de Romantische School, de Larense School, de Groninger Ploeg populair. En als je daarvan iets verzameld hebt, dan vliegt je kunstprijs ineens met honderden procenten omhoog. Dat is natuurlijk lachen als je dat aan de wand hebt hangen, maar niemand weet nu wat morgen iets waard is.” En dan het bekende voorbeeld van de vroegere directeur Zandbergen van het Stedelijk Museum in Amsterdam. Die bouwde een enorme collectie op. Wat niemand wist, was dat De Bijenkorf die kunst als belegging kocht op advies van Zandbergen en bij hem in het museum hing. Zo werd onder meer de Cobracollectie gevormd. De collectie is in 1993 geveild voor een veelvoud waarvoor Zandbergen haar had aangekocht. “De harmonisering van een bedrijf met een kunstkenner,” aldus Hessink. Tot slot. De vroegere BKR-regeling leverde heel veel kunst op die staat opgeslagen en via onder anderen Hessink te gelde wordt gemaakt. Veel kunst is beschadigd, ziet Hessink dagelijks: “Als een gebouw leeg gehaald moet worden, komen Henkie, Pietje en Jantje met pindakaas tussen het brood en die beginnen aan die kunst te rukken. Een haakje eruit draaien is voor hen vermoeiender dan een shaggie draaien en dan krijg je dus kunst zonder lijsten en dan hoef ik u niet te vertellen hoe dat eruit ziet. Daar zat werk tussen van John Koster en Roovers.”

Vorige bijdrage

Freek van Beusekom is nieuwe directeur FC Twente

Volgende bijdrage

Omzet Blydenstein-Willink 1 aandeel

Jan Medendorp

Jan Medendorp

Jan Medendorp is gespecialiseerd (interviews, reportages, analyses, commentaren, columns) in sociaal- en financieel-economische onderwerpen, sport, politiek en human interest (voor krant, radio, televisie, maar ook bedrijfsfilms).

Nog geen reacties

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *