Twentevisie Jaargang 12, 2000

Vredestein zoekt groei in Oost-Europa, Verenigde Staten, Canada en Azië

‘De prijs is heilig’

Vredestein presenteerde onlangs geen slechte jaarcijfers, het bedrijf heeft een eigen vermogen om u tegen te zeggen en de toekomst ziet er goed uit, met een visie nota bene. Met goed beleggersnieuws: de fietsbandenfabriek in Doetinchem wordt naar een lagelonenland overgeplaatst en er wordt onderhandeld over een overname in Indonesië. En daarom is directeur Oudshoorn ook zo tevreden. Maar er werd in de afgelopen weken nauwelijks in het aandeel Vredestein op de beurs gehandeld. De banken volgen het aandeel niet eens; de koers is laag. En waarschijnlijk daarom krijgt Robert Oudshoorn, met 1200 werknemers de grootste werkgever van Enschede, frequent overnamekandidaten op de koffie.

Robert Oudshoorn zoekt groei in de Verenigde Staten, Canada en Azië.

“Waarom zouden de aandeelhouders verkopen,” stelt hij retorisch. “Ze krijgen van ons een hoger rendement dan op de spaarrekening. En als ze Vredestein zouden verkopen, moeten ze het geld opnieuw beleggen in iets waarvan ze maar moeten afwachten of het net zo goed rendeert als Vredestein in de afgelopen jaren.” De meerderheid van de aandelen (55%) is in handen van beleggingsgroep VICO (Vredestein Investment Consortium). Deze groep nam in 1991 de aandelen over van het Rijk. In de jaren zeventig verkeerde Vredestein in moeilijkheden. In die jaren hielp de overheid bedrijven die in de problemen zaten. In de jaren tachtig bracht de staat het naar de beurs. Van Michelin is bekend dat het begin jaren negentig Vredestein graag wilde inlijven. “Toen hebben we wekenlang mensen van Michelin over de vloer gehad. Maar doordat Michelin zelf in de problemen kwam, is het niet doorgegaan.” Saillant detail is dat eerder Oudshoorn van Michelin is overgekomen naar Vredestein.

Giugiaro

De zelfstandigheid van Vredestein heeft het bedrijf geen windeieren gelegd. Want daardoor heeft het bedrijf in de afgelopen jaren in betrekkelijke stilte aan het eigen merk, de kwaliteit en het assortiment kunnen sleutelen. Vredestein was vroeger een merk voor de kleine portemonnees. Vredestein zit niet onder nieuwe auto’s, daar is bewust voor gekozen. “Dan moet je echt qua prijs zoveel water bij de wijn doen. We zijn niet uit op volumes, maar op marges.” Een paar jaar geleden maakte het bedrijf voor wat betreft de banden de balans op en het bleek dat Vredestein eigenlijk schrok van wat het de consument niet kon aanbieden. “We maken hoge kwaliteit banden voor een goede prijs, maar niet voor alle segmenten. We hadden een beperkt assortiment. Daarvoor is het bedrijf omgeturnd van een productiegericht naar een marktgericht bedrijf. En we zijn toen als een haas aan het ontwikkelen geslagen.” Onder meer met een hogesnelheidsband. “In samenwerking met het Italiaanse designbureau Giugiaro,” meldt Oudshoorn trots. “Vroeger reed een middenklasser maximaal 160 kilometer per uur. Nu is 200 kilometer echt geen bijzonderheid. En daar moeten wel bijpassende banden onder.”

Een prijzenoorlog verliezen wij, dus moet je die ook niet opzoeken. En de prijs is voor ons heilig

Geen prijzenoorlog

“Vredestein is opgeklommen van het laagste segment naar de top in het tweede segment,” vindt Oudshoorn zelf. De vraag is alleen of de consument dat ook weet. Ze interesseren zich pas voor banden als ze die moeten kopen. Daarom hechten wij ook aan een goede samenwerking met handelaren. Die moeten Vredestein-banden verkopen. En dat doe je onder meer door ze goede marges te bieden. Waar Vredestein-banden verkocht worden, zijn ook duidelijk reclame-uitingen van ons aanwezig.” Trots is Oudshoorn ook dat hij in landen als Zwitserland en Oostenrijk een marktaandeel heeft van 5% in winterbanden. Meer jaagt hij ook niet na, want hij wil geen ruzie met de grote jongens als Goodyear, Pirelli en Michelin. Die gedogen hem nu, zolang Vredestein maar niet groeit ten koste van deze grote jongens. “Zoals u het nu zegt, lijkt het alsof wij bang zijn. Dat is niet het geval. Je moet alleen je plaats kennen. Een prijzenoorlog verliezen wij, dus moet je die ook niet opzoeken. En de prijs is voor ons heilig. Ik zoek liever nieuwe afzetgebieden dan dat ik 100.000 banden meer verkoop in Duitsland of Frankrijk. We maken in deze fabriek jaarlijks vier miljoen banden en die kunnen we goed verkopen; en dat willen we zo houden. We moeten ook aan onze handelaren denken.” En dus toog Oudshoorn naar Azië, Amerika en Oost-Europa.

Acquisities kunnen we zelf betalen of onze aandeelhouders zijn bereid de portemonnee te trekken

Schuldsanering

De nettowinst is de afgelopen jaren stabiel gestegen tot ruim tien miljoen Euro over 1999. “Er is ruimte, vooral met onze nieuwe producten om die lijn door te zetten.” Maar Oudshoorn hoopt dat het sneller gaat. Hij baseert dat op ontwikkelingen in de Verenigde Staten en Canada, maar vooral Azië. “De economie in de VS loopt als een trein. Onze importeur doet goede zaken. Maar ik kijk ook naar Azië waar de recessie overwonnen lijkt. We hebben in Indonesië een fabriek ingericht. We willen die fabriek ook wel overnemen, maar er zit nu nog een schuld op van 60 miljoen. En daar heb ik geen trek in. Ik ga binnenkort mee met een handelsmissie met minister Jorritsma naar Indonesië en ik hoop dat zij wat kan bereiken bij de Indonesische overheid om die schuld te saneren.”

Acquisities

Beursgenoteerde bedrijven hebben er belang bij het aandeel in de picture te krijgen en te houden. Zo is de Raad van bestuur van Stork bijkans de wanhoop nabij omdat het aandeel maar blijft zakken en Volker Wessels Stevin kocht eigen aandelen in om de belegger te behagen. Een beursnotering kan snel en goedkoop veel geld opleveren via emissies. Oudshoorn als directeur van Vredestein Banden in Enschede en directeur van het concern Vredestein (met de hoofdzetel in Velp waar slechts een handjevol mensen werkt) lacht erom. “Acquisities kunnen we zelf betalen of onze aandeelhouders zijn bereid de portemonnee te trekken.”
Vredestein (sinds 1908) telt naast de banden nog vier groepsmaatschappijen: de laarzenfabriek Hevea in Raalte die onlangs het Noorse Viking overnam. “Met de laarzen willen we de grootste van Europa worden. We maken industriële laarzen, maar ook voor de sport zoals voor het zeilen en de jacht.” Eerder kocht Hevea al het Portugese Edmar en het Britse Dunlop. Vreddestein blijft ook fietsbanen maken en verkopen, maar niet meer in Europa. “We studeren nog op de verschillende mogelijkheden. Of we kopen een fabriek in Azië, of we bouwen een nieuwe of we kopen in bij een fabriek, uiteraard naar onze wensen en kwaliteitseisen. De ontwikkelings- en marketingmensen van de fietsbanden werken nog gewoon in Doetinchem. Het gaat uitsluitend om de productie.” Daarnaast maakt Vredestein nog rubber afdichtingsprofielen en -systemen en bestaat Vredestein Rubber Resources. Tot voor een paar jaar een bedrijf in de marge, maar sinds de sterk gewijzigde milieuvoorschriften draait het bedrijf als nooit te voren. “Oude autobanden worden daar verwerkt tot korrels en poeder wat weer de grondstof is voor onder meer banden maar ook andere producten.”

Vorige bijdrage

Commentaar: Gerrit Ybema kun je er goed bij hebben

Volgende bijdrage

Staatssecretaris Ybema slaat, paait en wil fusie Oom en Gom

Jan Medendorp

Jan Medendorp

Jan Medendorp is gespecialiseerd (interviews, reportages, analyses, commentaren, columns) in sociaal- en financieel-economische onderwerpen, sport, politiek en human interest (voor krant, radio, televisie, maar ook bedrijfsfilms).

1 reactie

  1. A.J.M.v.Grootel.
    10 oktober 2010 at 10:35

    Geachte directie.
    Aangezien ik aan de ziekte van Parkinson lijd, heb ik steeds meer moeite met het wisselen van de achterbinnenband van mijn fiets. Hebben jullie wel eens geëxperimenteerd met, wat ik zou willen noemen, een binnenslang. Je knipt als het ware de binnenband aan de tegenoverzijde van het ventiel door en sluit de uiteinden vlak af. Een kind kan dan de was doen. Gaarne uw reactie.

    A.J.M.v. Grootel. (chirurg)

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *