Saint Amour: commercieel feestje rond Valentijnsdag
‘Er bestaat een hardnekkig misverstand’, schrijft de Vlaamse stichting Behoud de Begeerte wervend, ‘dat schrijvers alleen in ongezellige, slecht verlichte achterafzaaltjes hun pennenvruchten kunnen voordragen voor een vroom en half versuft publiek’. En dan volgt een lofzang op ‘Saint Amour’, de schrijverskaravaan die sinds twintig jaar rond Valentijnsdag langs de Vlaamse theaters trekt en sinds vijf jaar ook Nederlandse theaters aandoet. In Nederland bestaat al jarenlang het Deventer Tuinfeest, Dichter aan Huis (in Amsterdam en Den Haag), sinds mensenheugenis trekken schrijvers als Mulder, Chabot, Campert, Deelder, Giphart, Zwagerman, Van Kooten (in verschillende samenstellingen) door het land, zelfs. Dus ‘Saint Amour’ is voor Nederland verre van een nieuwe cultuurvorm.
Zes bijeenkomsten worden er gehouden in Nederland, volgende week donderdag is de literaire verliefdheid in Enschede (dan ook met Doescha Meijsing die nu ontbrak). Ik zag de voorstelling afgelopen woensdag (17 februari) in Arnhem, ik vond het een aanfluiting!
‘Saint Amour’ is een commercieel feestje van Vrij Nederland, van uitgeverij De Bezige Bij die al bij binnenkomst bijna eist dat je een boek koopt; natuurlijk komen de schrijvers na de voorstelling signeren. Poëzie en de liefde zijn sinds de oudheid met elkaar verbonden. Half Nederland heeft voor een vermogen aan rozen, geurtjes en liefdesverklaringen gekocht op Valentijnsdag. De dichtkunst leeft, bewijzen alle festivals en voorstellingen, maar moeten dan uitgerekend de bejaarden Nooteboom en Campert mijn hoofd op hol brengen voor Valentijnsdag? Weinig verrassingen op het toneel, weinig verrassingen in de zaal die vol zat met vooral tutdames van leesclubjes, schat ik zo in – waarmee ik een lieve vriendin vreselijk tekort doe, maar goed.
De keus voor de Belgisch journalist Piet Piryns als spreekstalmeester is overigens uitstekend. Met humor leidt hij de schrijvers in. Het begon mooi met Manon Uphoff die op een onverhullende wijze over J. (haar minnar) vertelt, een vluchteling uit Sarajevo met wie ze in het opvanghuis alle vormen van seks heeft; de ‘leesclubjes’ giechelden hoorbaar in paniek. De vorige minnaar van Uphoff (zo ging het verhaal verder) was schizofreen. Zelf krijgt zij ook schizofrene trekken, als ze het vermoeden heeft dat J. nog een liefde in zijn thuisland heeft. Uphoff vertelt zo droog en eerlijk dat het vermakelijk is. Ik wil ook een mooie vrouw als Uphoff horen voordragen over hoe ze versierd is, over hoe ze neukt.
Na Uphoff volgde een filmpje uit het populaire tv-programma ‘Man bijt Hond’ (geïmporteerd uit België). Een visser en zijn vrouw zitten langs de waterkant; na hun echtscheiding is het paar in therapie gegaan en tot de conclusie gekomen dat zij meer dingen samen moeten doen. “De echtscheiding was een pluspunt”, zegt de vrouw met haar handwerk op schoot langs de waterkant. Hilarisch, maar het idee is gewoon gejat van Hard Gras, het literaire voetbaltijdschrift dat ook de schouwburgen aandoet met schrijvers die hun eigen verhalen voordragen afgewisseld met, inderdaad, opzienbarende voetbalfilmpjes.
Jan Siebelink, ook zo’n grootheid die vooral uit commercieel oogpunt is aangetrokken, haalt herinneringen op uit zijn tijd aan de kweekschool in Arnhem. En hij leest over Hans en Margje. Zij ontdekt zeshonderd boeken in een kas, die hij stiekem heeft gekocht.
De voordrachten van de schrijvers worden ondersteund met dramatisch slechte beelden op een groot scherm. Alleen bij de Zuid-Afrikaanse Antjie Krog werkt dat goed. Op indrukwekkende wijze draagt zij haar gedichten voor, terwijl de vertaling achter haar te zien is.
Ik heb nooit begrepen dat Ramsey Nasr tot Dichter des Vaderlands is benoemd, hij benadert zijn status ook op deze avond bij lange na niet. Ik had iets meer verwacht van de liederlijk geschreven ode – of is het een klacht – aan de onzichtbare ‘God van Oranje’. Hij vertelt er trots bij dat dit gedicht een kerk vol mensen van SGP en ChristenUnie had geschokt. Tja…
Zes bijeenkomsten worden er gehouden in Nederland, volgende week donderdag is de literaire verliefdheid in Enschede (dan ook met Doescha Meijsing die nu ontbrak). Ik zag de voorstelling afgelopen woensdag (17 februari) in Arnhem, ik vond het een aanfluiting!
‘Saint Amour’ is een commercieel feestje van Vrij Nederland, van uitgeverij De Bezige Bij die al bij binnenkomst bijna eist dat je een boek koopt; natuurlijk komen de schrijvers na de voorstelling signeren. Poëzie en de liefde zijn sinds de oudheid met elkaar verbonden. Half Nederland heeft voor een vermogen aan rozen, geurtjes en liefdesverklaringen gekocht op Valentijnsdag. De dichtkunst leeft, bewijzen alle festivals en voorstellingen, maar moeten dan uitgerekend de bejaarden Nooteboom en Campert mijn hoofd op hol brengen voor Valentijnsdag? Weinig verrassingen op het toneel, weinig verrassingen in de zaal die vol zat met vooral tutdames van leesclubjes, schat ik zo in – waarmee ik een lieve vriendin vreselijk tekort doe, maar goed.
De keus voor de Belgisch journalist Piet Piryns als spreekstalmeester is overigens uitstekend. Met humor leidt hij de schrijvers in. Het begon mooi met Manon Uphoff die op een onverhullende wijze over J. (haar minnar) vertelt, een vluchteling uit Sarajevo met wie ze in het opvanghuis alle vormen van seks heeft; de ‘leesclubjes’ giechelden hoorbaar in paniek. De vorige minnaar van Uphoff (zo ging het verhaal verder) was schizofreen. Zelf krijgt zij ook schizofrene trekken, als ze het vermoeden heeft dat J. nog een liefde in zijn thuisland heeft. Uphoff vertelt zo droog en eerlijk dat het vermakelijk is. Ik wil ook een mooie vrouw als Uphoff horen voordragen over hoe ze versierd is, over hoe ze neukt.
Na Uphoff volgde een filmpje uit het populaire tv-programma ‘Man bijt Hond’ (geïmporteerd uit België). Een visser en zijn vrouw zitten langs de waterkant; na hun echtscheiding is het paar in therapie gegaan en tot de conclusie gekomen dat zij meer dingen samen moeten doen. “De echtscheiding was een pluspunt”, zegt de vrouw met haar handwerk op schoot langs de waterkant. Hilarisch, maar het idee is gewoon gejat van Hard Gras, het literaire voetbaltijdschrift dat ook de schouwburgen aandoet met schrijvers die hun eigen verhalen voordragen afgewisseld met, inderdaad, opzienbarende voetbalfilmpjes.
Jan Siebelink, ook zo’n grootheid die vooral uit commercieel oogpunt is aangetrokken, haalt herinneringen op uit zijn tijd aan de kweekschool in Arnhem. En hij leest over Hans en Margje. Zij ontdekt zeshonderd boeken in een kas, die hij stiekem heeft gekocht.
De voordrachten van de schrijvers worden ondersteund met dramatisch slechte beelden op een groot scherm. Alleen bij de Zuid-Afrikaanse Antjie Krog werkt dat goed. Op indrukwekkende wijze draagt zij haar gedichten voor, terwijl de vertaling achter haar te zien is.
Ik heb nooit begrepen dat Ramsey Nasr tot Dichter des Vaderlands is benoemd, hij benadert zijn status ook op deze avond bij lange na niet. Ik had iets meer verwacht van de liederlijk geschreven ode – of is het een klacht – aan de onzichtbare ‘God van Oranje’. Hij vertelt er trots bij dat dit gedicht een kerk vol mensen van SGP en ChristenUnie had geschokt. Tja…
Ontroerend is een fragment uit een interview met de schrijver Maarten Biesheuvel en zijn vrouw Eva. Over liefde gesproken, wat een liefde spreekt er uit deze filmbeelden. Hoe onaardig ik eerder ook schreef over Campert en Nooteboom, het zijn natuurlijk wel vaklui; Campert is vermakelijk over Berend van der Proest die onder behandeling is bij dokter Klunk voor zijn voorkeur voor seks met dieren. En Cees Nooteboom, wat een stem, wat draagt hij mooi voor in zijn iets te rode broek.
Nog geen reacties