ROC-collegevoorzitter Karel van Rosmalen

‘Zonder onze kabelleggers zitten de hooggeleerde heren met handen in haar’

In Twente stroomt slechts een op de vijf leerlingen van het ROC (mbo) door naar het hbo. Elders in het land is dat een op de drie. Cor Boom van de Saxion Hogeschool en zijn collega Karel van Rosmalen (ROC) spraken elkaar daarover aan. De heren gingen om tafel en zetten voor een aantal opleidingen een gecombineerd traject op. “We schuiven het in elkaar, dus een geïntegreerd traject voor mensen die dat willen. Ik vergelijk het wel eens met de kachel in een auto met aan de ene kant blauw en andere kant rood. De schuif kan van links naar rechts. Het geld? Heel simpel. Je begint bij blauw en als je schuift komt er steeds meer rood bij tot het helemaal rood is. Aan het eind van de rit, reken je de blauwe en rode blokjes af. De rode blokjes (het hbo) zijn iets duurder. Klaar, iedereen tevreden.” Iedereen? Van Rosmalen ergert zich eraan dat het mbo moet klaarstaan voor het hbo. En Boom vindt het maar lastig zaken doen met twee ROC’s die elkaar beconcurreren. Een fusie is de oplossing.

Karel van Rosmalen: “Er wordt onvoldoende beseft dat 60% van de mensen op de Twentse arbeidsmarkt een opleiding via het ROC heeft gevolgd.”

“Het is gewoon een taak van het mbo om mensen te laten doorstromen naar het hbo”, stelt Van Rosmalen simpel. “Een aantal leerlingen had liever naar het hbo gewild, maar heeft niet het goede diploma of vakkenpakket.” Het hbo, zo is bekend, ziet ook graag mensen van het mbo doorstromen. Daar hebben ze minder omkijken naar dan de havo-doorstroom. “Wij laten ze zelfstandig door het onderwijsproces heen gaan. Wij zijn geen schoolse school. Dit is een studiehuis avant la lettre, hier had het ministerie van Onderwijs moeten komen kijken, dan had het studiehuis voor havo en vwo er heel anders uit gezien.”

Gezamenlijk lab bij Expertex

De intensieve samenwerking tussen ROC en Saxion dateert pas van twee jaar geleden. Een voortvloeisel uit de samenwerking is ook Expertex in Enschede. “We maken gebruik van elkaars spullen en docenten. Maar het moet verder gaan. Het kan niet zo zijn dat samenwerking betekent dat wij altijd naar Saxion moeten. Dat moet ook andersom gebeuren. Ik geef je een voorbeeld. Ik weet dat het hbo het ontzettend moeilijk heeft met de chemieafdeling. Bij ons loopt het juist heel aardig. We hebben allebei een duur, vergelijkbaar laboratorium nodig. Dan kunnen ze toch naar ons komen. Of we zetten het lab bij Expertex neer, hoeven ze alleen maar de straat over te steken.” Via het ROC Oost-Nederland volgen in totaal 23.000 mensen een opleiding. Iets meer dan de helft (13.000) in de leeftijd van 16 tot 23 jaar. “Een groep leerlingen gaat vier dagen naar school en anderen, die daarnaast werken, komen een dag per week terug naar school. Dat heette vroeger het leerlingstelsel, tegenwoordig de Beroeps Begeleidende Leerweg. Daarin zitten mensen van verschillende leeftijden. Mensen die werkvoorbereider A zijn en werkvoorbereider B willen worden. Of mensen die nooit een diploma hebben gehaald, omdat pa ze meteen een bedrijf inschopte.” Daarnaast verzorgt het ROC Oost- Nederland in Twente voor circa 10.000 mensen bijscholing in bedrijven, maar ook cursussen via de Volksuniversiteit. Aan het ROC zijn 1200 medewerkers verbonden.

Imagoproblemen

Karel van Rosmalen (44) werd drie jaar geleden benoemd tot voorzitter van het College van Bestuur van het ROC in Twente. Zijn belangrijkste taak is om van de fusieclub een betrokken organisatie te maken. “Het gaat om de kwaliteit van ons onderwijs. Ik durf met droge ogen te zeggen dat wij geen slecht onderwijs geven. Dat staat ook in het inspectieverslag.” Het ROC heeft imagoproblemen. Bij ouders van leerlingen en bij het bedrijfsleven. “Ouders kiezen altijd de hoogst mogelijke weg voor hun kinderen. En dus is de uitval in alle schooltypes verschrikkelijk hoog. Diezelfde ouders zijn daarover weer heel verbaasd”. “Vroeger was het mbo onzichtbaar met al die zelfstandige schooltjes. En daarom is het ook de jongste geëmancipeerde vorm van scholing die we in Nederland kennen. Zaken die vroeger goed functioneerden, hebben we veranderd. Iedereen weet wat het leerlingstelsel is, dat zijn wij weer anders gaan noemen. Mensen in het bedrijfsleven hebben dat niet begrepen, we hebben het ze niet goed uitgelegd en een hoop goodwill verspeeld. Er wordt onvoldoende beseft dat 60% van de mensen op de Twentse arbeidsmarkt een opleiding via het ROC heeft gevolgd. Kijk naar dat Telematicacentrum, een fantastisch researchcentrum. De kabeltjes worden wel door onze mensen aangelegd. En als de kabeltjes er niet zijn, zitten de hooggeleerde heren wel met hun handen in het haar.”