Fysiotherapeut en schaatser Jan Maarten Heideman wil ‘het naar ’t zin hebben’
Levenslang wachten op elfstedentocht
Hij schaatst om ooit de elfstedentocht te winnen. Daarvoor rijdt hij zich al jarenlang het snot voor ogen op de ijsbanen in het land. En ook dat gaat hem goed af, zo goed dat hij inmiddels al 43 overwinningen heeft geboekt. Eén minder dan de legendarische Dolle Dries van Wijhe en nog slechts vier minder dan de absolute recordhouder Richard van Kempen. Jan Maarten Heideman (29) is geboren net over de Gelderse grens in Gelselaar, studeerde aan de Saxion Hogeschool Enschede (fysiotherapie), werkt negen uur in een praktijk in Zutphen, traint in Dronten en woont met vrouw en twee dochters (1 en 3) tegenwoordig onder de rook van Zwolle. Hij wordt als grote kanshebber getipt als de moeder aller schaatstochten wordt verreden. Als die de komende jaren tenminste verreden wordt.
“De elfstedentocht is het allermooiste evenement wat je als sporter in Nederland mee kunt maken. Niet alleen de vorm, het gaat ook om geluk. Henk van Benthem, de broer van Evert, reed tijdens de laatste elfstedentocht samen met de latere winnaar Henk Angenent ’s nachts op het Slotermeer de verkeerde kant op. Van Benthem draaide om, Angenent wou eigenlijk doorschaatsten, maar is toch maar met Van Benthem meegegaan. Dat is de elfstedentocht”, aldus Heideman die dat jaar ook meedeed maar toen ook nog lange baan schaatste. “Dus na tien kilometer bij Sneek was ik uitgeschaatst”. Nederland wordt helemaal gek als het een paar dagen vriest. “Dan staan er zes cameraploegen een gierwagen te filmen die water op de baan sproeit”.
Lange baan
Heideman was al twee keer Nederlands kampioen op het kunstijs, twee keer Nederlands kampioen op natuurijs in Oostenrijk. Hij won de natuurijsklassiekers Veenoord en Noord-Laren en boekte dus 43 marathonzeges waaronder twee dit seizoen. Hij is één van de allerbeste van het peloton, maar Angenent (die ten opzichte van Heideman tekort komt) heeft wel al de elfstedentocht op zijn naam staan en scoort wellicht hoge ogen bij de WK op de 10 kilometer. “Ik wil eerst 50 marathonoverwinningen halen. Voor dat record zet ik alles opzij. En ik train levenslang voor de elfstedentocht, ik wil niet meemaken dat ik op dat moment in Nagano een worldcupwedstrijd rijd”.
Heideman heeft zes jaar geleden voor het laatst een tien kilometer gereden en reed toen 14.14 minuten. Ik heb het gevoel dat de vijf kilometer me nog iets beter ligt; de 1500 meter reed ik ooit in 1.53 minuut. Maar dat is topsnelheid, een marathon en lange baan zijn twee verschillende disciplines die volgens mij niet te combineren zijn. Angenent is een echte diesel: een straf tempo lang volhouden. Ik ben meer iemand die in een marathon af en toe volle bak rijdt en dan weer stilvalt. Maar ik zit wel bijna bij alle ontsnappingen, dat klopt en ik heb een goede sprint”.
Fysiotherapeut
Ongeveer twintig marathonrijders verdienen een goede boterham, hoewel hun verdienste in schril contrast staan met hun ploeggenoten van de lange baan. “Dat maakt mij niet uit, ik kan professioneel sporten. Ik werk ook nog als fysiotherapeut. Als dat mijn prestaties zou belemmeren, zou ik stoppen. Maar ik geniet ook van mijn werk. Ik werk nu met een vrouw van 96 jaar en die vertelt mij haar levensverhaal tijdens de oefeningen. Ze heeft geleefd in een periode waarin ik niet eens geboren was. Ze had tien broers en zussen en ze is als enige over. Nooit getrouwd, geen kinderen. Uit zulke verhalen haal ik ook voor een deel mijn levensgeluk. Dat had ik al toen ik nog studeerde aan de Hogeschool Enschede, als alles gewoon lekker loopt, dan gaat alles goed. Dan ben ik gelukkig”.
Nog geen reacties