Heracles

Ik ben een groot fan van Peter Bosz, laat daar geen enkel misverstand over bestaan, maar ik geloof niet dat hij de zoon van God is geworden sinds hij bij Vitesse werkt. Bosz werkt zoals hij altijd heeft gewerkt, Bosz praat zoals hij altijd heeft gesproken en Bosz mag Heracles op zijn knieën danken dat hij daar maar liefst twee keer heeft gewerkt. In Almelo worden spelers beter, in Almelo worden trainers beter. Ligt dat aan Jan Smit, is dat te danken aan Nico-Jan Hoogma of aan elftalbegeleider Guus van Lente (oud-marinier)? Onderschat ook de rol van Krüzen niet, Verbeek wilde hem al meenemen naar Feyenoord. Arnhem is net te doen vanuit Almelo.

Smit kreeg deze week weer eens op zijn lazer van de FC Twente-krant die als Tubantia bij een afnemend aantal abonnees in de regio ‘s ochtends door de bus glijdt, als de bezorger zin heeft tenminste. Smit zou volgens het krantje de laatste tijd in de kleedkamer mopperen. Dat doet hij al sinds hij voorzitter is en soms zelfs op verzoek van de trainer. En soms kankert hij het glazuur van de tegeltjes en soms brengt hij een dikke bonus bij een ongedacht succes. Smit is betrokken en dat maakt hem leuk. Detail, Heracles heeft slechts één puntje minder dan vorig jaar omstreeks deze tijd. Waar gaat het over? In Voetbal International twijfelt Smit over zijn aanblijven, hij is al de langstzittende voorzitter.
Lul niet lange dwaas met je dikke portemonnee, wat moet je dan? De hele dag op de golfbaan? Nee, dat is leuk tussen al die bejaarden die de hele dag lopen te zeiken dat het vroeger beter was…; de hele dag neuken lukt je al jaren niet meer.

Smit moet nog fijn een paar jaartjes aanblijven. Als er geen nieuw stadion komt, dan een vette uitbouw – de plannen zijn gepresenteerd, net als bij Go Ahead een nieuwe tribune op pootjes over de huidige hoofdtribune. Ik vind dat Smit dan een monumentje moet krijgen, een erelidmaatschap voor de rest van zijn leven. Ik durf de stelling dat iedereen belangrijk is bij Heracles, maar zonder Smit was het een zieltogende club geweest. Zelfs Ruud Brood en Gert Heerkes praten nog met ontzag en respect over hem.