Twentse cabaretiers verkiezen dorpshuis en schuur
Het is een ongeschreven regel geen recensies te schrijven over try-outs van podiumproducties. Immers, de voorstelling krijgt nog vorm en wordt uitgeprobeerd op het publiek. Dat zou dus ook gelden voor Een Goede Tukker is Geen Motherf*cker van Ernest Beuving, Thijs Kemperink en André Manuel, maar Kemperink zei afgelopen week in Hof 88 te Almelo: “We spelen deze try-out nu voor de zesde keer en beter wordt het niet.” Dus wordt het de hoogste tijd voor een beschouwing over deze voorstelling die vooral in schuren en zuipketen te zien zal zijn. Want cabaret moet weer toegankelijk worden, lichtte Manuel na afloop toe. “Sommige theaters vragen voor een kaartje voor onze voorstelling 23 euro. Dat slaat helemaal nergens meer op en er is ook niet over te praten.” Niet alleen de toegangsprijs is een drempel, er is volgens Manuel maar een kleine groep mensen die tegenwoordig nog naar het theater gaat. Hoewel de heren afzonderlijk goed zijn voor volle (kleine) schouwburgzalen… En het dorpshuis in Albergen is sowieso uitverkocht als Kemperink optreedt. Een bijzondere situatie. De overheid trekt zich terug en bezuinigt op cultuursubsidies, de genoemde drie cabaretiers keren zelf het theater als instituut ook de rug toe. Deze plattelandsartiesten willen de jongeren bereiken die ook de absurde humor van bijvoorbeeld Jovink en de Voederbietels konden waarderen. Underground-theater pur sang, op plekken zonder opgedofte senioren die met een schouwburgabonnement genieten van het gratis kopje koffie. Ik ben benieuwd of dat een trend gaat worden. Kemperink is volgens eigen zeggen sinds drie jaar stand-upper. In deze voorstelling is hij ook de MC, de man die de optredens van de gevestigde namen André Manuel en Ernest Beuving aan elkaar praat. Centraal staat de Twentse identiteit. Toppunt van de avond is Manuel als dj van de geheime zender Radio Analoog. Het noemen van bekende namen in de regio – zoals de gangbang in de kippenschuur van Oplaat in Markelo – doet denken aan de eindejaarconference van Bert Eeftink en Paul Schabbink in Goor. Lachen is het sowieso, maar als je de mensen in kwestie kent, is het des te grappiger. Beuving ontgroeide de middelmaat toen hij met Marcellino en Wilfried Finkers een aantal shows maakte. Ik word niet opgewonden van zijn woordgrapjes, maar de zaal ligt plat als hij zegt: “Er is een aanslag gepleegd op het belastingkantoor. De schade viel mee. Het was een voorlopige aanslag.” Tja. Verrassend zijn wel zijn imitaties, van Maarten van Rossem, met een plausibele verklaring voor het ontstaan van de textielindustrie in Twente. En zijn Bassie en Adriaan was helemaal heerlijk. Het verhaal over Anton en Rietje van André Manuel kennen wij nog van zijn laatste voorstelling Bonzaai. Leuk, deze voltooide try-out , meer dan de moeite waard, hoewel de som der delen in mijn beleving eerder minder dan meer dan drie is…
Nog geen reacties